maandag 30 januari 2017

Koekjes met pindakaas, noten en pinda's


Ineens ging ik koekjes bakken. Naast deze koekjes met pinda's bakte ik de week ervoor ook al Anzac-biscuits. Het bloggen over de koekjes ging niet zo snel, het opeten wel. De koektrommel was zo leeg. Ze waren gewoon allebei goed gelukt


Koekjes met pindakaas, noten en pinda's


(20-24 stuks)
  • 60 gram zachte boter
  • 40 gram bruine basterdsuiker
  • 80 gram kristalsuiker
  • 40 gram pindakaas
  • 1 ei
  • 1 theelepel vanille-extract
  • 85 gram volkoren speltmeel (gewone bloem mag ook hoor)
  • 75 gram havervlokken
  • 1 theelepel bakpoeder
  • snuf zout
  • 50 gram gemengde noten
  • 30 gram pinda's
Meng de boter met beide soorten suiker tot een romig mengsel. Klop er pindakaas, ei en vanille-extract door. Meng er het meel, de havervlokken, het bakpoeder en een snuf zout door. Tot slot meng je er de gehakte noten door. Laat het koekjesdeeg in de koelkast weer wat harder worden. 
Bekleed 2 bakplaten met bakpapier of leg er herbruikbare bakfolie op. Schep met 2 lepels bergjes op de bakplaat. Duw ze een heel klein beetje platter. Houd genoeg ruimte tussen de koekjes want ze worden bij het bakken groter. Bak de koekjes op 180C in 12-14 minuten goudbruin. Laat ze heel even op de bakplaat afkoelen en breng ze dan met een paletmes over op een taartrooster om verder af te koelen. 

Bron: de basis voor deze koekjes is het nutty wintercookies recept van Yvette van Boven uit Homemade. Ik maakte sowieso de helft van het recept, en daar had ik al 2 bakplaten vol mee. Wat denk ik ook goed met dit koekjesdeeg kan, is er een worstje van vormen en dit in plastic folie rollen en dan invriezen. Net als chocolate chip cookies. Van het bevroren deeg snijd je dan plakjes. Die bak je iets langer dan de in het recept aangegeven 12-14 minuten. 

vrijdag 27 januari 2017

Ovenschotel van linzenbolognese, spruitjes en koolraappuree + recepten met koolraap

koolraap donkerpaarse buitenkant roomgeel van binnen

Met een restje wijn begon het idee voor deze ovenschotel. Verder was er de input van koud winterweer, dus spruitjes. Als laatste toch weer een beetje in een opwelling gekochte koolraap. Ruim en jaar geleden blogde ik over de koolraap en schreef toen ook al dat dat een groente is die ik zelden koop maar van plan was vaker te gaan kopen. Het is natuurlijk ook best een flinke knol meestal. Budgettair wel goed verantwoord; bij de Lidl is een koolraap een euro dacht ik, en daar zit meer dan een kilo gewicht aan. Ik vind wel dat het een tijdje duurt voordat ie goed gaar is om te kunnen pureren. Knolselderij is wat dat aangaat makkelijker. Koolraap is een groente die je lang kunt bewaren. Dus koop er 1, en dan heb je nog altijd een paar weken om er tegen aan te kijken wat je er mee gaat maken. Een aantal recepten met koolraap heb ik hier voor je op een rijtje gezet:
  • een burger gemaakt van koolraap
  • cottage pie met onder andere koolraap 
  • koolraap samen met wortel, knolselderij in een gratin
  • afgelopen zomer verdween er ook koolraap in de curry met kangoeroe
  • en Lies van lepeltjeliefde heeft ook een paar lekkere recepten met koolraap op haar blog staan
Lees ook nog even mijn blogje over de groente die er wat naam betreft maar 1 lettertje van verschilt: de knolraap. 

Ovenschotel van linzenbolognese, spruitjes en koolraappuree

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis voor 4 personen)

  • 1 eetlepel olijfolie
  • 1 kleine ui, gesnipperd
  • 1 teentje knoflook, geperst
  • 1 takje verse rozemarijn
  • 1 theelepel gedroogde oregano
  • 1 worteltje, in kleine blokjes (± 75 gram)
  • 1 stengel bleekselderij, in blokjes
  • 2 deciliter rode wijn
  • 1 blik tomatenblokjes
  • cayennepeper naar smaak
  • 350 gram gare linzen
  • 500 gram spruitjes
  • 500 gram koolraap, geschild en in kleine blokjes
  • 500 gram aardappels, geschild en in schijfjes
  • ±1,5 deciliter warme melk
  • 1/2 theelepel quatre épices (of een paar snufjes nootmuskaat)
  • paar klontjes boter en wat paneermeel
Verhit in een hapjespan de olie. Fruit de ui een paar minuten. Voeg dan knoflook, rozemarijn, oregano, wortel en bleekselderij toe. Laat op laat vuur 10 minuten rustig fruiten. Zet dan het vuur hoger en blus af met de rode wijn. Laat die iets verdampen. Voeg de tomatenblokjes, cayennepeper en wat zout toe. Breng aan de kook en laat 10-15 minuten pruttelen. Proef of de saus goed op smaak is. Vis het takje rozemarijn eruit en roer de linzen erdoor. 
Was de spruitjes, snijd het kontje eraf en verwijder lelijke blaadjes. Doe in een pan met zoveel water dat ze net onderstaan, voeg wat zout toe en breng aan de kook. Laat de spruitjes ± 5 minuten koken tot ze bijna gaar zijn. Giet af. 
Doe de koolraap in een pan met zoveel water dat de blokjes net onderstaan. Voeg wat zout toe en breng aan de kook. Laat de koolraap 10 minuten koken tot ze half gaar is. Als je blokjes wat groter zijn, duurt dat misschien wat langer. Doe dan de aardappel erbij en nog wat kokend water. Breng opnieuw aan de kook en laat nog 10 minuten koken tot de aardappel en de koolraap beiden goed gaar zijn. Giet af en stamp fijn. Meng de warme melk en de quatre épices erdoor en roer tot een smeuiige puree. 
Verdeel de linzenbolognese over een ovenschaal. Schep hierop de spruitjes. Verdeel als laatste de puree erover. Bestrooi met wat paneermeel en verdeel wat klontjes boter erover. Laat de ovenschotel onder de gril in 5-10 minuten een bruin korstje krijgen. Als alles goed heet was, is alleen de grill voldoende. Als de inhoud een beetje was afgekoeld, gebruik dan een combinatie van magnetron of oven met grill. Elke oven werkt weer anders. 

donderdag 26 januari 2017

Stoof van pompoen en kikkererwten met olijven en rozijnen (foodblogswap)


De eerste foodblogswap van 2017. Deze maand mocht ik koken van het blog van Marjolein: www.kookeetdeel.nl. Omdat er zoveel lekkere dingen te koken zijn, heb ik voor het avondeten vaak mijn weekmenu alweer volgepland. Voor de foodblogswap kies ik dan meestal iets om te bakken. Dat was deze maand wat lastig, want zoet staat er nauwelijks op. Gelukkig had ik het uitzoeken niet tot het einde van de maand bewaard, dus de pompoenstoof van Marjolein kreeg een plekje in mijn weekmenu. Ik wijzigde wat aan de verhoudingen en voegde nog wat extra specerijen toe. De pit van het pepertje heb je wel nodig vind ik, omdat het anders best een beetje zoet en weeïg wordt. 

Stoof van pompen en kikkererwten met olijven en rozijnen

(4 personen)
  • 800 gram flespompoen, in blokjes
  • 2+1 eetlepels olijfolie
  • 2 uien, in halve ringen
  • 1 klein, scherp rood pepertje, fijngehakt (of iets anders dat pit geeft)
  • 1 theelepel kaneel
  • 1 theelepel kurkuma
  • 1 theelepel paprikapoeder
  • 1 blik gepelde tomaten (of tomatenblokjes)
  • 100 gram rozijnen
  • 100 gram zwarte olijven, zonder pit en gehalveerd
  • 500 gram gare kikkererwten
  • zwarte peper en zout
Meng de pompoen met 2 lepels olie, doe in een grote ovenschaal of schep op een bakplaat, en zet ± 30 minuten in een oven van 180C tot de pompoen bijna gaar is. 
Verhit de andere lepel olie in een grote braad- of hapjespan en fruit hierin de ui en peper even aan. Doe een deksel op de pan en laat op het laagste vuur 5 minuten smoren. Voeg dan kaneel, kurkuma en paprikapoeder toe en bak even mee. Doe dan de tomaten erbij en nog zoveel water als er in het blik past. Breng aan de kook en plet de tomaten. Laat 10 minuten pruttelen. Meng rozijnen, olijven en kikkererwten erdoor en laat deze op laag vuur warm worden. Meng de pompoen erdoor en laat nog ± 10 minuten pruttelen tot de pompoen gaar is en de smaken ingetrokken zijn. Proef en voeg nog een beetje zwarte peper en zout naar smaak toe. 

maandag 23 januari 2017

Quiche met paddenstoelen en pompoen


Veel paddenstoelen had ik gekocht. Dacht ik. Maar toen ik deze quiche maakte vond ik het toch wat weinig. Paddenstoelen slinken namelijk heel erg. Dat kun je ook wel zien aan de dunne sliertjes op de bovenkant van de quiche. Dat waren beukenzwammen en daar blijft dus echt niet veel van over. Om het gebrek aan paddenstoelen op te vangen deed ik er pompoenblokjes bij. Een lekkere combinatie. 

Quiche met paddenstoelen en pompoen

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - quichevorm met losse bodem 22 centimeter doorsnee)
  • 100 gram bloem
  • 100 gram volkoren (spelt)meel
  • 20 gram maanzaad
  • 110 gram koude boter, in blokjes
  • ± 2 eetlepels ijskoud water
  • 350 gram (kabocha)pompoen in blokjes van 0,5 centimeter
  • 1 eetlepel olijfolie
  • 1 kleine ui, fijngesnipperd
  • 1 teentje knoflook
  • 350 gram gemengde paddenstoelen (ik had kleine portobello's, oesterzwammen, shiitakes en een paar beukenzwammen voor bovenop)
  • peper, zout
  • 3 eieren
  • 0,5 deciliter slagroom 
Meng bloem, meel, maanzaad en boter in de keukenmachine tot een kruimelig mengsel. Meng er dan de helft van het water door zodat het deeg samenkomt. Voeg nog wat water toe als dat nodig is. Verpak in plastic (of een boterhamzakje) en laat een half uurtje rusten in de koelkast. 
Knip een cirkel van bakpapier en leg die op de bodem van de vorm. Vet de zijkanten in en bestrooi met paneermeel. 
Rol het deeg uit tot een ronde lap van 28 centimeter doorsnee en bekleed de vorm hier mee. Leg een vel bakpapier op het deeg en daarop een blindbakvulling (bv. droge peulvruchten). 
Verwarm de oven op 180C. Bak de deegbodem 20 minuten met de blindbakvulling en daarna nog 10 minuten zonder. 
Kook ondertussen de pompoenblokjes ± 5 minuten half gaar en giet af. Bestrooi met wat zout en peper.
Verhit de olie in een grote koekenpan en fruit de ui een paar minuten. Maak ondertussen de paddenstoelen schoon en snijd in plakken of reepjes. Voeg de paddenstoelen toe aan de ui en bak op hoog vuur tot de paddenstoelen bruin beginnen te worden. Voeg de knoflook toe en bak heel even mee. Bestrooi met peper en zout. 
Klop de eieren los met de slagroom en breng op smaak met peper en zout. Roer de paddenstoelen erdoor. 
Verdeel de pompoenblokjes over de bodem van de taart. Schep het paddenstoelenmengsel erop. Bak de quiche ±30 minuten tot de vulling gestold is. 

zaterdag 21 januari 2017

De aardappeleters (geen leesvoer maar kijkvoer)

Inmiddels zijn alle 10 afleveringen van De Aardappeleters uitgezonden, maar gelukkig bestaat uitzending gemist. Ik heb er nu 3 bekeken. Babi pangang, spaghetti bolognese (die dus niet bestaat) en couscous. 

De eerste indruk? Trage televisie, sfeerbeelden, culinair nog niet zoveel nieuws voor mij en leuk en interessant genoeg om de rest ook te bekijken. Is Joris misschien een stiekeme fan van Rens Kroes en haar ideeën over modder? 

Babi pangang

Joris staat bij de Chinees maar hoort daar dat babi pangang uit Indonesië komt. Waarom kopen wij het dan bij de Chinees? Omdat onze Chinees nu eenmaal niet enkel Chinees is, maar een Chin. Ind. Rest. zoals het op de gevel vaak zo cryptisch wordt aangeduid. Die saus, ja dat is oorspronkelijk een saus met varkensbloed. Joris eet dat ook zo op Sumatra. Hij laat niet merken wat hij daarvan vindt, of wat dan het verschil is met de saus die wij erbij eten, en hoe die er bij is gekomen. Terug in Nederland maakt hij wel een saus met varkensbloed volgens mij. Ik zou het dan leuk vinden om ook te weten te komen waar hij dat dan vandaan heeft. 

Dat die saus met varkensbloed het niet geworden is in Nederland, dat snap ik wel. Ik denk niet dat dat mijn smaak zou zijn. Ik houd het maar gewone op deze vernederlandste babi pangang

Spaghetti bolognese

Dat bestaat niet. Het is tagliatelle al ragù. Dus een andere pastasoort, en gewoon "met saus".  Het verhaal over de bij de kamer van koophandel gedeponeerde exacte lengte van de tagliatelle is leuk. In Nederland is een slager die ter plekke gehakt draait van het stukje vlees naar jouw keuze een zeldzaamheid. De Turkse slager hier doet het soms, maar niet van 300 gram. Op het aanrecht bij de oude dame die de saus urenlang laat pruttelen staan flessen tomatensaus. Daar had ik dan weer een opmerking over verwacht. 

Mijn versie van rode saus voor bij pasta, zoals ik het zelf altijd noem. Met een beetje vlees, heel veel groenten, meer dan peper en zout en natuurlijk tomaat. En die eten wij wel eens bij spaghetti en soms ook bij fusili of penne of elleboogjesmacaroni. Dat is natuurlijk de Italianen onwaardig. Je hebt immers voor elke pastasoort een saussoort. Hoe kun je nu 1 soort saus bij verschillende soorten pasta eten?

Couscous

De scene in de woestijn met Yann is een tikje over de top. Vervolgens gaat Joris zonder zonnebril en hoofdbescherming op een kameel de woestijn door. Hij is blijkbaar niet bang voor een zonnesteek of verbranden. 
Couscous vraagt geduld. Veel geduld zelfs. Ontzag voor de vrouwen die maar korrels blijven rollen en zeven. En dan deze keer niet eens direct mee mogen eten. Eten de vrouwen dan na de mannen van dezelfde schaal? Want die schaal is echt enorm en er blijft nog heel veel over. In veel culturen staat gastvrijheid, dat dan gepaard gaat met een overvloed aan eten, hoog in het vaandel, maar ik vraag me altijd af wat er dan met de rest gebeurt. Ik heb dat in Kazachstan ook gezien, en ik vond dat zelf niet heel aantrekkelijk. 't Zal mijn Hollandse zuinigheid wel zijn, dat ik liever maar een beetje teveel heb en erg blij ben dat ik dat in de koelkast kan bewaren.

Een traditionele couscous klaarmaken staat nog wel op mijn lijstje. Niet het hele proces om zelf couscous te maken van bloem en water, maar wel om in plaats van de kokend water-wachten-met een vork losroeren-methode couscous een keer te stomen. 

En ja, ik heb ook een salade met couscous als basis op mijn blog staan. Lekker met bietjes, sinaasappel en feta. 

Alle gerechten maak ik dus ook op de Nederlandse manier. Voel ik nu een soort gewetensnood door het kijken van de serie? Nee, ik vind het boeiend om te horen of te lezen wat de geschiedenis van een gerecht is en hoe het zich heeft ontwikkeld tot de vorm waarin we het nu eten. Vervolgens voel ik geen urgentie om het dan ook precies op die manier te koken of te eten. 

Wat ik wel jammer vind is dat alle afleveringen in een tijdbestek van 2 weken wordt uitgezonden. Waarom niet elke week 1 of 2? Zo spannend is het ook weer niet, dat je heel erg graag wilt weten hoe het verder gaat. Omdat NPO de neiging heeft om bepaalde programma's ineens achter NPO plus te zetten voel ik mij nu genoodzaakt om ze snel te bekijken. Maar eigenlijk vind ik het veel leuker om ze gedoseerd te kijken. Misschien moet ik toch weer eens uitzoeken hoe ik weer de zenders via de DVD-speler kan bekijken en ze dan weer eens ouderwets opnemen. Enige is dat ik ze dan niet bij de lunch kan bekijken. Onze TV staat namelijk op zolder. 

donderdag 19 januari 2017

Cake met ananas, kokos en gember

cake met ananas kokos en gember
een zomerse cake in een winters landschap
We hadden zelf pizza gebakken. Lekker met heel veel verschillende ingrediënten erop. Dan houd je dus wat over. Onder andere ananas. Omdat een groot blik ananas net zoveel kost als een klein blikje, koop ik een groot blik en dan verzin ik wel wat met de rest. In dit geval dus een cake. De rest van de ingrediënten zit in mijn basisvoorraad. 


Cake met ananas, kokos en gember


  • 100 gram zachte boter
  • 100 milliliter yoghurt
  • 150 gram suiker
  • 60 gram geraspte kokos
  • 3 eieren 
  • 1 theelepel bakpoeder
  • 200 gram zelfrijzend bakmeel
  • 4 gemberbolletjes, in kleine stukjes
  • 3 schijven ananas, in kleine stukjes (blik)
Vet een cakevorm in met boter en bestuif met bloem. Of leg een stukje bakpapier op de bodem en vet alleen de zijkanten in. 
Verwarm de oven voor op 175C. 
Klop de boter, yoghurt en suiker een paar minuten door elkaar. Klop dan de geraspte kokos erdoor. Klop de eieren 1 voor 1 door het beslag. Zeef het bakpoeder en zelfrijzend bakmeel boven de kom en klop dat door de rest. Meng als laatste de gember en de ananas door het beslag. Verdeel het beslag over de cakevorm en bak de cake in ongeveer 50 minuten op 175C gaar.  

maandag 16 januari 2017

Chocoladetaart met gember en gekonfijte citroen


Naast de melk met cola en wit met walnoot en wortel was er nog een derde Tony's Chocolonely limited edition: puur met gember en citroen. Die reep was de inspiratie voor deze chocoladetaart met gember en citroen.

Het konfijten van de citroen moet ik vaker doen. Die plakjes zijn zo mooi om te zien. Daarom ook nog een foto van de gekonfijte citroen.





Chocoladetaart met gember en citroen

(ronde vorm van 22 centimeter doorsnee)
(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
  • 2 deciliter water
  • 200 gram suiker
  • 1 biologische citroen
  • 100 gram pure chocolade
  • 100 gram boter
  • snufje zout
  • 2 eieren
  • 100 gram bruine basterdsuiker
  • 40 gram bloem
  • 10 gram versgeraspte gember
Verwarm het water en de suiker in een pan en roer af en toe zodat de suiker oplost. Breng dan aan de kook en laat 2 minuten doorkoken. Snijd de citroen in dunne plakjes. Leg ze in de siroop. Zet het vuur laag en laat de citroen 15-20 minuten heel zacht pruttelen. Laat afkoelen in de siroop. Breng dan nogmaals aan de kook, laat 5 minuten pruttelen en nogmaals afkoelen. Vis de citroenschijfjes uit de siroop, leg ze op een stuk bakpapier en laat een paar uur drogen. Bewaar de siroop. Je heb nog een beetje nodig voor de taart, maar aangemaakt met bronwater is het lekkere citroenlimonade. 
Knip een cirkel bakpapier die een paar centimeter groter is dan de bodem van de vorm. Leg deze in de vorm en vouw het papier tegen de randen. Ik gebruikte mijn boterkoekvorm. Ee springvorm is niet handig omdat het beslag vrij dun is, en dat er tussendoor loopt denk ik. 
Hak de chocolade grof (of gebruik callets of druppels). Snijd de boter in blokjes. Doe de chocolade en de boter in een hittebestendige kom en hang deze boven een pan met daarin een laagje bijna kokend water. Laat de chocolade en boter smelten. 
Verwarm de oven voor op 160C. 
Klop de eieren met zout en suiker los. Dat kan met een vork, want het hoeft niet luchtig te worden. Meng bloem en gember door het eisuikermengsel. Meng als laatste de gesmolten chocolade en boter erdoor. Giet het beslag in de vorm. 
Bak de chocoladecake ± 30 minuten op 160C. Laat afkoelen in de vorm en haal de taart er dan voorzichtig uit. Leg op een mooi bord en verdeel de plakjes citroen erover. Druppel er vlak voor het serveren een beetje van de siroop over. 

zaterdag 14 januari 2017

Biscuitjes of biskwietjes

Even een taalkundige kwestie tussendoor.

Bij het typen en uitwerken een tijd geleden van dit taartrecept vroeg ik me ineens af hoe je biscuitjes schreef. Ik gebruikte ze namelijk voor de bodem van die taart. Is het biscuitjes of biskwietjes?

Google is tegenwoordig je grootste vriend als je een vraag hebt, dus typte ik:"biskwietjes of biscuitjes". En wat doet Google dan? De eerste pagina hits gaven vooral heel veel informatie en recepten voor koekjes. Nee, daar was ik niet naar op zoek. Ik wilde gewoon weten hoe je het schrijft, niet hoe je ze bakt of hoe ze eventueel nog meer heten.

Vervolgens werd mijn zoekopdracht: "hoe schrijf je biscuitje biskwietje". Daarmee kwam ik op deze link van Genootschap Onze Taal. Weer geen biscuitjes, maar koekjes. Of je die meebrengt of meeneemt (naar iemand). Wel een leuk stukje overigens.

Nog steeds wil Google mij dus iets over koekjes vertellen en niet over biscuitjes.

Meestal is mijn eerste bron op het internet als ik ergens wat informatie over zoek wikipedia. Dus daar naartoe geklikt. Het lemma over biscuitjes gaat over de etymologie van het woord: bi betekent dubbel en cuire betekent koken of bakken. Dubbelgebakken dus. Nu worden biscuitjes dat misschien wel (denk aan de Italiaanse biscotti), maar de meeste koekjes weer niet.

In elk geval wordt daar biscuitjes geschreven. Controle met een woordenboek geeft ook die schrijfwijze aan. Dus hoe ik aan het fonetische biskwietjes gekomen ben?

Heel raar. Het is nog raarder als je bedenkt dat GZQ in het echt Quinten heet. Daar maken mensen heel soms Kwinten van. Dat begrijp ik nooit zo goed. Als ik dan naar mijn eigen gedachtenkronkel over biscuitjes en biskwietjes kijk, is dat dus eigenlijk niet zo raar.

Edit: Ik was wel erg consequent in met mijn erg rare spelling. Ik heb zojuist zo'n 20 recepten van voornamelijk kwarktaart aan lopen passen. Als het goed is zijn nu alle biskwietjes van mijn blog verdwenen. Op die van deze blog na dan. 

donderdag 12 januari 2017

Eclairs met wortel, witte chocolade en walnoot


Als ik karamel-zeezout zeg, waar denk je dan aan? Tien tegen één aan de melkchocolade van Tony's Chocolonely met karamel en zeezout. Die is inderdaad, ook al ben ik geen liefhebber van melkchocolade, erg lekker. 
Maar Tony's Chocolonely heeft ook al een aantal jaar aan het einde van het jaar limited edition repen. Vorig jaar leken ze me alledrie wel wat en kocht ik ze. Met die smaakcombinaties als de inspiratiebron verzon ik een paar gerechten. 

Als eerste was de melk-cola-knetter aan de beurt. 

Ik maakte chocolademousse van melkchocolade. Bovenop de mousse kwam een laagje colagelei en vlak voor het serveren strooide ik daar wat knettersnoep over. Dat was een raar toetje. Het was niet echt vies, maar vooral heel zoet. En cola zonder bubbels smaakt raar. Dat wist ik eigenlijk ook wel, want cola zonder prik is gewoon vies. Het knettersnoep had het gebrek aan prik moeten compenseren maar dat werkte niet helemaal goed uit. 

Als tweede inspiratiebron was de witte reep met wortel en walnoot aan de beurt. Vlak daarvoor had ik een Australische Masterchef-aflevering gezien waarin de deelnemers eclairs moesten maken. Dus eclairs werden het. Bak de soesjes op de dag dat je ze gaat eten. Dat maakt echt een wereld van verschil. Sowieso kun je ze niet lang van tevoren vullen. Het is maken en eten.

Voor wat ik maakte met de pure reep met gember en citroen in gedachten moet je nog een paar nachtjes geduld hebben. 


Eclairs met wortel, witte chocolade en walnoot

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
  • 150 milliliter wortelsap
  • 20 gram suiker
  • 15 gram custardpoeder
  • sap van 1/2 limoen (± 15 milliliter
  • sap van 1/2 sinaasappel (± 30 milliliter
  • 50 gram walnoten, grof gehakt
  • 50 gram suiker
  • 90 milliliter water
  • 40 gram boter, in blokjes
  • 60 gram bloem
  • snuf zout
  • 2 eieren
  • 0,75 deciliter slagroom
  • 100 gram witte chocolade, grof gehakt
  • 1 theelepel kokosolie
Wortelcustard:
Breng in een kleine steelpan het wortelsap aan de kook. Roer de suiker en het custardpoeder met een beetje van het wortelsap tot een klontvrij papje. Roer dit door het kokende wortelsap, zet het vuur laag en laat 1 minuut op laag vuur pruttelen tot het eruitziet als een dikke vla. Roer van het vuur af het limoen- en sinaasappelsap door de vla. Laat afkoelen. 
Walnootpraline:
Leg de walnoten in een enkele laag op een stuk bakpier dat op een hittebestendige ondergrond ligt.
Strooi de suiker in een gelijkmatig laagje over de bodem van een kleine pan met dikke bodem. Sprenkel er een paar druppels water over. Laat op halfhoog vuur de suiker rustig smelten. Verschuif de pan af en toe als de ene kant veel sneller gaat dan de andere kant. Als de suiker gesmolten is, kan het vuur hoger. Kook tot een lichtbruine karamel. Dit gaat snel. Giet de hete karamel over de walnoten en laat afkoelen en hard worden. Maal het daarna redelijk fijn in de keukenmachine. Bewaar in een luchtdicht afgesloten bakje. 
Soezendeeg:
Verwarm het water met de blokjes boter in een hoge, smalle pan met een dikke bodem. Laat de boter in het warme water smelten en breng het dan snel aan de kook. Voeg in 1 keer de bloem en het zout toe en roer met een houten lepel door elkaar tot zich een deegbal vormt. Roer 1 minuut op laag vuur door tot het deeg iets droger wordt en bijna begint vast te kleven aan de pan. Zet het vuur uit en laat iets afkoelen. Klop ondertussen 1 ei los in een kommetje. Klop het andere ei krachtig door de deegbal tot het ei helemaal is opgenomen. Klop op dezelfde manier het andere ei beetje bij beetje erdoor. Het deeg is goed als het in grote klodders van de lepel afdrupt. Het moet een stevig deeg blijven, maar wel in gedeeltes van de lepel afvallen, niet in 1 grote klont. 
Verwarm de oven voor op 210C. 
Doe het deeg over in een spuitzak met een ronde spuitmond van 1 centimeter doorsnee. Leg een vel bakpapier (of gebruik een bakmatje) op een bakplaat en besprenkel met een paar druppels water. Spuit van het soezendeeg reepjes van ± 5 centimeter lengte. Bak de eclairs 10 minuten op 210C en verlaag de temperatuur dan naar 180C. Bak ze nogmaals 10 minuten. Haal ze dan uit de oven en knip een gaatje aan de zijkant en zet ze nog 2-3 minuten zodat de stoom kan ontsnappen. Laat afkoelen op een rooster.
Samenstellen eclairs:
Doe de witte chocolade met de kokosolie in een hittebestendige kom. Hang deze in een pan boven een laagje bijna kokend water en laat de chocolade rustig smelten. Roer dan door tot een egaal mengsel en laat iets afkoelen. 
Klop de slagroom stijf. Spatel de slagroom door de wortelcustard en doe het mengsel in een spuitzak met een klein spuitmondje. 
Vul de eclairs met de wortelcustard. Je kunt dat doen via het gaatje waardoor de stoom is ontsnapt, maar je kunt ze ook doormidden snijden. 
Strijk de witte chocolade over de bovenkanten van de eclairs. Bestrooi met walnootpraline. 
Serveer direct. 

woensdag 11 januari 2017

Koekela - koekjes met chocola



Koekjes met chocola - koekela

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - ± 12 koekjes)

  • 25 gram witte basterdsuiker
  • 50 gram koude boter, in blokjes
  • 75 gram bloem
  • 50 gram pure chocola
Doe basterdsuiker, boter en bloem in een kom en wrijf het mengsel met je vingers tot een kruimelig mengsel. Duw/knijp het deeg tot het een bal vormt. Rol deze uit (op een stuk bakpapier of op een met bloem bestoven werkvlak) tot een lap van ± 2/3 millimeter dik. Steek hier koekjes uit en leg deze met een paletmes op een met bakpapier beklede bakplaat. Duw de restjes weer samen rol deze opnieuw uit en steek weer koekjes uit. 
Warm de oven voor op 175C. Bak de koekjes in ± 10 minuten gaar. Laat op een rooster afkoelen. 
Hak de chocolade grof en doe deze in een hittebestendige kom. Hang deze boven een pan met daarin een laagje bijna kokend water en laat de chocola smelten. Strijk de gesmolten chocola over de koekjes. 

maandag 9 januari 2017

Soort van tiramisu met rood fruit


Er zit geen koffie door dit toetje, maar verder lijkt het heel erg op tiramisu. Zelfs GZQ, die het meestal maar niets vindt als ik afwijk van de normale tiramisu, vond het superlekker.
Ik gebruikte in dit recept het in de #foodybox gekregen emmertje rood fruit. Dat is best zoet, dus gebruikte ik minder suiker in de vla. Normaal zit daar 100 gram suiker in. In een gewone tiramisu heb je ook nog het bittere van de sterke koffie dat ook wel wat suiker kan gebruiken. Dus misschien kan er nog wel een schepje af. 
De chocolade heb ik gewoon gekocht. Ik vond 'm er wel erg goed bijpassen. En is gewoon ook erg lekker. Dus mocht ie wel even met naam en toenaam. Maar als je alleen gewone pure chocolade hebt, kan dat ook.

Soort van tiramisu met rood fruit

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - schaal van ±18 bij 28 centimeter)
  • 1 emmertje rood fruit (Bieze, 500 gram)
  • 2 eieren, gesplitst
  • 75 gram witte basterdsuiker
  • 250 gram mascarpone
  • 3 eetlepels bramenlikeur (of een andere fruitlikeur)
  • 1,5 pak lange vingers (à 200 gram)
  • 60 gram pure chocolade met frambozen (bijv. Lindt, noir framboise intense)
Hang een zeef boven een kom en laat het fruit uitlekken. Je heb ongeveer 1,5 deciliter siroop nodig. 
Doe de eiwitten in een brandschone kom en klop ze stijf. Zet even apart. 
Klop de dooiers met de suiker in een andere kom ± 5 minuten tot een lichtgeel, romig mengsel. Klop de mascarpone erdoor. Spatel dan het eiwit erdoor. 
Roer de likeur door de siroop. Leg de lange vingers in de siroop. Omdat de siroop veel stroperiger is dan koffie moet je ze wel even laten liggen. Verdeel een laag lange vingers over de bodem van de schaal. Verdeel hierover de helft van de vla. Verdeel hierover de uitgelekte vruchten. Week weer lange vingers in de rest van de siroop en leg deze op de vruchten. Dek af met de rest van de vla. 
Hak de chocolade fijn en verdeel over de bovenkant van de tiramisu. 
Laat minimaal een nacht in de koelkast staan voordat je de tiramisu eet. 

donderdag 5 januari 2017

Pad thai - thais rijstnoedelgerecht

Laatst aten wij weer een keer pad thai, het gerecht met rijstnoedels uit Thailand. Ik gebruik mijn blog ook als eigen naslagwerk, dus zocht ik even naar het recept, maar kon het nergens vinden. Bleek ik het niet eens geblogd te hebben. Terwijl wij toen ik net terug was uit Thailand het geregeld aten. Deze keer was het wat langer geleden, vandaar dat ik het even op wilde zoeken.
Dus bij deze. Het gerecht is van zichzelf best neutraal van smaak. Hoogstens wat zoet-zoutig. De garnering van pinda's, pepertjes en lente-ui heb je echt nodig vind ik. Die pept de pad thai echt op.

De manier waarop ik pad thai maak, is zoals ik die in Thailand tijdens een kookworkshop geleerd heb. Knoflook, vissaus en oestersaus zijn de smaakmakers. Heel simpel dus. Als je gaat zoeken naar recepten voor pad thai kom je heel veel varianten tegen. Met tamarinde, met gember, met een zakje mix. Blijkbaar mag er veel. Ik vind "mijn" recept aardig in de buurt komen van de pad thai zoals ik die in Thailand heb gegeten, en het is ook nog een keer een gemakkelijk recept, dus voor mij is dit pad thai. 

In het recept wordt oestersaus gebruikt. De eerste keer dat ik dat kocht, heb ik even wat voorwerk gedaan via aziatische ingredienten en kocht ik de pandabrand van Lee Kum Kee. Nu kreeg ik laatst de premium oestersaus van hen tijdens het #aynif (en nog een flesje in de #foodybox kerst) en gebruikte ik die. Ik lees bij Aziatische ingrediënten dat in die laatste meer oesterextract zit, dus proef tussendoor even je pad thai en gebruik misschien wat minder oestersaus. Nog een klein tipje: bewaar een aangebroken fles in de koelkast. Bij een aantal producten waar dat op de verpakking staat, hoeft dat niet perse, maar bij oestersaus wel. 


Pad thai

(2-3 personen)
  • 250 gram tofu
  • 200 gram brede (5 millimeter) rijstnoedels
  • 2 teentjes knoflook, fijngehakt
  • 2 eetlepels zonnebloemolie
  • 100 gram wortel, in kleine stukjes
  • 150 gram choi sum
  • 1 theelepel suiker
  • 1,5 eetlepel vissaus
  • 2 eetlepels oestersaus
  • 2 eieren
  • 100 gram tauge
  • 25 gram pinda's, gehakt
  • 2 lenteuitjes, groen en wit in ringetjes
  • 1 klein scherp pepertje (rawit), heel fijn gehakt
  • 1 limoen, in partjes
Snijd de tofu in plakken en leg ze een paar uur tussen een theedoek om vocht kwijt te raken. Snijd daarna in blokjes.
Week de rijstnoedels ± 10 minuten in heet (niet kokend) water tot ze beetgaar zijn. Ze moeten zeker niet te zacht worden want je gaat ze ook nog roerbakken. Spoel na met koud water en laat uitlekken en meng er wat olie door tegen het plakken als je ze niet direct gebruikt.
Snijd de steel van de choi sum in stukjes en het blad in reepjes. Houd van elkaar gescheiden.
Verhit de wok en laat daarin de olie heet worden. Fruit de knoflook tot deze licht begint te kleuren. Voeg dan de wortel en stengelstukjes choi sum toe. Roerbak een paar minuten tot de groente zachter wordt. Doe de blokjes tofu erdoor en warm even mee. Doe de noedels erbij en schep door elkaar. Maak dan het midden van de pan vrij en doe daarin de vissaus, oestersaus, suiker, een klein beetje water en breek het ei hierin. Roer vanuit het midden alles door elkaar. Het ei stolt. Schep op het laatst de tauge erdoor.
Schep de pad thai in kommen en bestrooi met de pinda's, lente-ui, peper naar smaak en knijp de limoen erboven uit.