donderdag 30 november 2017

Verse worst met appel, ui en cider uit de oven


Een tijdje terug las ik in 1 van de kookmagazines een recept met worst en appel en cider. Dat leek me lekker en heb ik ergens op een nog-te-koken-lijstje gezet. Vlak daarna kreeg ik culipost waarin onder andere een flesje cider zat. Dat maakte het gemakkelijk om met dat idee aan de slag te gaan.



Erbij aten we aardappelgratin en groente. Ik vermoed spruitjes, maar het kan ook goed broccoli zijn geweest. Gekookte aardappels zijn ook lekker. Het vocht in de braadslee is lekker als een soort jus.


Verse worst met appel, ui en cider uit de oven

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
  • klontje boter
  • 4 lekkere verse worsten (400 gram)
  • 3 (rode) uien, elk in 6 partjes
  • 3 appels, elk in 8 parten
  • 1 flesje cider
  • 1/2 theelepel venkelzaad
  • flink wat zwarte peper uit de molen
  • beetje zout 
Gebruik, als je hebt, een braadslee die zowel op het fornuis als in de oven kan. Anders moet je een extra koekenpan gebruiken. 
Verwarm de oven op 180C. 
Verhit de braadslee op het fornuis. Laat de boter smelten. Bak de worsten rondom op hoog vuur aan zodat ze een bruin korstje krijgen. Schep ze uit de pan en leg even op een bord. Doe dan de ui- en appelpartjes in de pan en bak 2-3 minuten aan. Blus af met de cider en zet het vuur uit. 
Leg de worst weer terug in de braadslee (of schep alles in een ovenschaal). Bestrooi met het venkelzaad, de peper en een beetje zout. Zet de braadslee 30 minuten in de oven zodat alles gaar wordt en de cider een beetje inkookt. Als je het braadvocht te dun vindt, kun je het ook nog even inkoken op het fornuis en eventueel binden met wat klontjes koude boter. 

maandag 27 november 2017

Banketletter met speculaaskruiden


Je hebt gevulde speculaas van ........ deeg met amandelspijs.

Je hebt een banketletter van bladerdeeg gevuld met amandelspijs.
En je hebt.....een banketletter van bladerdeeg met speculaassmaak. Daarvoor zul je wel even aan de slag moeten, want het bladerdeeg maak je zelf. En als je dan toch bezig bent, maak het spijs dan ook zelf.

Bladerdeeg zelf maken is niet heel erg moeilijk. Het kost wat tijd omdat je het verschillende keren moet rollen en vouwen en dat moet je inplannen. Zorg ervoor dat het deeg goed gekoeld is als het in de hete oven gaat. Anders loopt de boter er uit en wordt je deeg niet zo knapperig. De eerste keer had ik dat niet zo goed gepland, en bakte ik de letter direct na het vormen. Daardoor liep er best veel boter uit het deeg en smaakte het een tikje taai. Dat kun je ook wel zien op de foto. De tweede speculaasletter die ik bakte was al een stuk beter gelukt. Ik denk wel dat mijn deeg een tikje te bewerkt is geweest, want het had iets "bladeriger" kunnen zijn. 



Bladerdeeg met speculaaskruiden

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
  • 250 gram bloem
  • 10 gram (zelfgemaakte) speculaaskruiden 
  • snuf zout
  • paar druppels citroensap
  • 125-165 milliliter ijskoud water
  • 250 gram boter (koud, maar niet keihard)
Zorg dat het water ijskoud is. Ik meet af en zet het bakje dan 30-60 minuten in de vriezer. 
Doe bloem, speculaaskruiden en zout in een kom. Meng er met een vork 100 milliliter water en de paar druppels citroensap door. Doe er dan beetje bij beetje de rest van het water bij tot je een stijf deeg hebt. De hoeveelheid water is afhankelijk van het soort bloem dat je gebruikt. Het deeg moet straks uit te rollen zijn, en mag niet in stukjes uiteen breken, maar het mag niet plakkerig zijn. Dek af en zet een half uur in de koelkast. 
Laat de boter in de wikkel en sla de boter iets platter met de deegroller. Vouw de wikkel open en sla/rol nog iets platter. De boter moet 1,5-2 centimeter dik zijn. 
Rol het deeg uit tot een redelijk dikke lap die net groot genoeg is om om de boter te vouwen. Rol naar de hoeken toe iets verder uit - je krijgt dus niet een nette rechthoek, maar een beetje de vorm van een vloerkleedje van dierenvacht. 
Leg de boter in het midden van de deeglap en vouw de hoeken eromheen. Zorg dat de boter helemaal ingepakt is. 
Bestrooi je (koele) werkvlak met bloem en rol het pakket uit tot een lap van ± 25 bij 10 centimeter. Houd de zijkanten zo recht en netjes mogelijk. Vouw het deeg over de korte kant 2 keer om (in drieën) zodat je een pakje van ± 8 bij 10 krijgt. Strijk het teveel aan bloem weg met een kwastje. Duw de naden aan de zijkanten iets tegen elkaar aan en keer het pakketje een kwartslag. Er ligt nu als het ware een boek voor je met de open kanten boven en onder. Rol het deeg weer gelijkmatig uit tot een lap van ± 25 bij 10 centimeter en vouw dit weer in drieën zodat je weer een pakketje van ± 8 bij 10 krijgt. Pak in plastic folie en laat minimaal 30 minuten rusten in de koelkast. 
Deze stap - 1 keer uitrollen, tot een pakketje vouwen, een kwartslag draaien en de 2e keer uitrollen en weer opvouwen en in plastic verpakken - herhaal je nog 2 keer met minimaal 30 minuten rusttijd. In totaal heb je nu 3 * 2 toerbeurten gerold en gevouwen. Het bladerdeeg is nu klaar om verder verwerkt te worden, maar koel het wel minimaal 30 minuten voordat je er iets mee doet. Werk in een zo koel mogelijke omgeving. 

Van deze hoeveelheid kon ik 2 S'en van speculaasbladerdeeg maken. Dit zelfgemaakte bladerdeeg kun je invriezen. 



Amandelspijs

(voor ± 650 gram)

  • 300 gram fijngemalen amandelen
  • 300 gram suiker
  • 1 ei
  • 1/2 theelepel citroenrasp
Meng de amandelen, suiker, ei en citroenrasp door elkaar. Dit kan gewoon in een kom met een lepel maar je kunt ook een mixer met kneedhaken of je keukenmachine gebruiken. 
Doe het amandelspijs in een bakje (of verpak in plastic folie of een boterhamzakje) en laat minimaal een dag in de koelkast rusten. 


Banketletter met speculaaskruiden


  • 300-325 gram bladerdeeg met speculaaskruiden
  • 200 gram amandelspijs
  • klein beetje melk of losgeklopt ei

Bestuif een werkvlak licht met bloem.
Laat het bladerdeeg iets op kamertemperatuur komen zodat het gemakkelijker uitrolt. 
Rol het bladerdeeg uit tot een langwerpige lap van ± 15 bij 40 centimeter. Til de lap af en toe op om te voorkomen dat ie echt vastplakt aan je werkvlak. Rol het amandelspijs uit tot een worstje dat iets korter is dan de lengte van de deegplak. Leg het spijs op het deeg. Rol het deeg om het spijs en duw de naad voorzichtig dicht. 
Leg een stuk bakpapier op een bakplaat (een die in je koelkast past, of gebruik anders de onderkant van een taartvorm) en vorm van van de deegspijsrol een S. Leg de S nog zeker een half uur in de koelkast om de boter weer goed koud te laten worden. 
Verwarm de oven voor op 190C. Bestrijk het deeg met een beetje melk of losgeklopt ei. Bak de speculaasletter in ± 30 goudbruin en knapperig. Laat afkoelen tot lauwwarm (of koud) tot je de letter gaat eten. 

vrijdag 24 november 2017

Gembercake met biet en walnoot



Vanavond gebeurt er iets unieks. Ik denk dat ik TV ga kijken. Vanavond is de uitzending van College Tour waar Yotam Ottolenghi te gast is. Vorige week was hij in Nederland. Om zijn nieuwste boek, Sweet, te signeren, om de Johannes van Damprijs uitgereikt te krijgen en dus om bij College Tour te zijn. In mijn koken is Ottolenghi een bron van inspiratie. Toch zijn er mensen die nog nooit van Ottolenghi gehoord hebben. Dan is een thuisafgehaald-bij-mij-thuis een mooie gelegenheid om mensen met zijn eten kennis te laten maken. De laatste keer pakte ik Plenty er weer eens bij en maakte (min of meer) een salade met biet en sinaasappel (blz. 15), een witte bonendip met geroosterde paprika (dat was Masterchef Australië-inspiratie), wintergroente uit de oven met en kappertjesdressing (blz. 16), pompoen met citroen en kardemom (blz. 65), een bulgurgerecht met krenten erdoor (blz. 242) en gevulde koolrolletjes (blz. 95).

Als toetje koos ik voor een cake uit het nieuwe boek die ik de laatste tijd veel voorbij heb zien komen op internet. Sweet heb ik nog niet, dus ik heb het recept ook nog niet. Wel vond ik deze post van David Lebovitz. Dat las ik snel door, zag dat er ook walnoten ingingen en maakte toen mijn eigen cake met biet, gember en walnoot.

In het oorspronkelijke recept wordt een vitamine C-tablet toegevoegd. De idee hiervan is dat het sprankelend bietenrood beter bewaard wordt. Ik heb het niet uitgetest. Voor mij was de cake met de paarsrode sliertjes mooi genoeg.

Dit recept levert 15-20 stukken gembercake op. Ik denk dat je de cake (zonder glazuur) prima kunt invriezen, maar je kunt ook het recept halveren, en er een gewone cake van bakken.

Gembercake met biet en walnoot

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
  • 6 eieren
  • 150 gram boter
  • 150 gram zonnebloemolie
  • 300 gram suiker
  • 300 gram zelfrijzend bakmeel
  • 120 gram gehakte walnoten
  • 100 gram gemberbolletjes, fijngehakt (8-10 bolletjes)
  • 3 centimber verse gember, geraspt
  • 300 gram geraspte rauwe biet
  • 150 gram naturel roomkaas (zuivelspread)
  • 50 gram Griekse yoghurt
  • 1 eetlepel gembersiroop
  • poedersuiker naar smaak
Leg een stuk bakpapier op de bodem van een rechthoekige bakvorm (of grote ovenschaal) van ± 25 bij 35 centimeter. 
Splits 4 van de 6 eieren. Doe de eiwitten in een schone, vetvrije kom en klop deze stijf. Zet even opzij.
Verwarm de oven voor op 175C.
Doe de eidooiers en de 2 hele eieren in een andere kom en klop hier beetje bij beetje de zonnebloemolie door. Een beetje zoals je mayonaise maakt. Op deze manier heb je minder kans op schiften van je beslag dan als je in 1 keer de olie aan je boter-suiker-eimengsel zou toevoegen. 
Klop in een grote kom de boter met de suiker romig. Voeg hier het ei-zonnebloemmengsel aan toe en klop door elkaar. Zeef het zelfrijzend bakmeel boven de kom en meng snel door elkaar. Meng er de walnoten, gember en biet door. Meng er als laatste met een spatel het stijfgeklopte eiwit door. Echt luchtig spatelen lukt niet echt met dit vrij zware beslag, maar door handmatig te spatelen houd je toch nog enigszins de lucht in het eiwit.
Verdeel het beslag over de vorm. Bak de gemberbietcake in 50-60 minuten gaar. Laat de cake afkoelen voordat je 'm in stukken snijdt. 
Klop roomkaas, yoghurt, gembersiroop en poedersuiker door elkaar. Schep op elk stuk cake een lepel roomkaasglazuur.

inspiratie: recept uit Sweet van Yotam Ottolenghi en Helen Goh en de blog van David Lebowitz daarover

woensdag 22 november 2017

Spritsen met speculaassmaak (foodblogswap)


Een tikje te vroeg, want het is nog niet helemaal de laatste week van de maand, zijn deze spritsen die ik bakte voor de foodblogswap. Ik mocht koken van kookidee van Rik, een blog met veel inspiratie voor het avondeten: veel stamppotjes met vlees, pasta-ovenschotels, wokgerechten. Ook een handige  "zoeken-op-ingredient" optie heeft hij op zijn blog. Als je daar naar kijkt heeft Rik volgens mij een voorliefde voor de Italiaanse keuken: pijnboompitjes, parmezaanse kaas, tomaat, mozzarella zijn in een grote lettertype weergegeven. Toch koos ik niet iets voor het avondeten uit, maar bakte deze spritsen. Om er een Sinterklaasdraai aan te geven mengde ik speculaaskruiden door het deeg.

Spritsen vorm je door het zachte deeg in een spuitzak met kartelmondje te doen en dan de koekjes in hun vorm te spuiten. Mijn deeg was nog een tikje te stevig, dus ik moest veel kracht zetten om het deeg eruit te krijgen. Het zigzaggen lukte ook niet zo mooi. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik de koekjes in gebakken vorm best nog spritsachtig eruit vind zien. 

Spritsen met speculaassmaak

(6-8 stuks)
  • 100 gram zachte boter
  • 60 gram witte basterdsuiker
  • 1/2 eidooier
  • 1 theelepel speculaaskruiden
  • 130 gram bloem
  • 1/2 theelepel bakpoeder
  • snuf zout
Om de boter goed luchtig te kunnen kloppen, moet de boter zacht, maar niet gesmolten zijn. Het is handig om de boter in blokjes te snijden en dan op kamertemperatuur te laten komen. 
Bekleed een bakplaat met een stuk bakpapier of gebruik siliconen bakfolie. 
Klop de boter met de basterdsuiker tot een wit, romig mengsel. 
Klop de eidooier en de speculaaskruiden erdoor. 
Mix er bloem en bakpoeder door. 
Verwarm de oven voor op 160C.
Het deeg dat je krijgt, moet vrij zacht zijn omdat je het deeg met behulp van een spuitzak in vorm spuit. Je kunt het eventueel met de hand nog extra kneden op een iets bebloemd werkvlak; door de warmte van je handen wordt het zachter. Of je stopt het deeg al in de spuitzak (met gekarteld spuitmondje) en kneed het daarin voorzichtig door. 
Spuit zigzagstrepen of ronde spritsen op de bakplaat. Bak de spritsen ± 20 minuten tot ze mooie goudbruine randjes krijgen. Laat afkoelen op een rooster. 

maandag 20 november 2017

Sambalspruitjes en snelle atjar


Toen waren er weer spruitjes. Lekker. Maar om er een hartige taart mee te maken kwam niet zo handig uit. Wat dan wel? Ineens kreeg ik de ingeving om de spruitjes op de manier van sambalboontjes klaar te maken. Met sambal en kokosmelk dus. Dat werkte goed uit. Deze manier van spruitjes klaarmaken gaat zeker in de herhaling. 


Sambalspruitjes

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 4 personen)
  • 1 eetlepel zonnebloemolie
  • 1 kleine ui, gesnipperd
  • 750 gram spruitjes
  • ± 1 eetlepel sambal oelek
  • 250 milliliter kokosmelk
Verhit de olie in een hapjespan waar je een deksel voor hebt. Fruit de ui een paar minuten. Maak ondertussen de spruitjes schoon. Halveer ze. Doe de sambal bij de ui en bak even mee. Schep de spruitjes erbij en roer goed door elkaar. Giet de kokosmelk erbij, breng aan de kook en laat dan met het deksel op de pan op laag vuur in ± 15 minuten gaar pruttelen. Voeg eventueel een klein beetje water toe als er erg weinig vocht in de pan zit en controleer na 10 minuten hoe ver de spruitjes zijn. Proef en voeg eventueel nog wat zout naar smaak toe.

Serveer met rijst en een omeletje. 

Snelle atjar

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
  • 1 deciliter azijn
  • 1 deciliter water
  • 20 gram suiker
  • 1/4 theelepel zout
  • 1/2 theelepel kurkuma
  • 1 theelepel korianderzaad, grof gevijzeld
  • 3 plakjes gember
  • 1 wortel (± 100 gram), in dunne plakjes
  • 1/2 komkommer
  • 1 kleine rode paprika (± 125 gram), in dunne reepjes
Giet een glazen (weck)pot vol met kokend water, giet leeg en laat omgekeerd staan tot de atjar klaar is. 
Breng azijn, water, suiker, zout, kurkuma, korianderzaad en gember aan de kook en roer tot suiker en zout zijn opgelost. Voeg de wortel toe en laat 3 minuten meekoken. 
Bereid ondertussen de komkommer voor: Halveer in de lengte, schraap de zaadjes eruit en snijd in dunne plakjes. Doe de komkommer en paprika bij de wortel in de pan. Schep om en laat 1 minuut mee koken. Doe dan alles in de pot, sluit de pot en laat afkoelen. 
Maak de atjar het liefst 1 dag van tevoren, maar een paar uur kan ook. Vis de groente er met een schone vork of lepel uit en bewaar een eventueel restant in de pot in de koelkast. Dat blijft zeker 2-3 weken goed. 

zaterdag 18 november 2017

Speculaascake met appel

Sinterklaas zal vandaag in Dokkum aankomen. Daarom een extra blog met het recept voor een speculaascake met appel. Voor als je nu al de pepernoten en taaitaai zat bent. 



Speculaascake met appel

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)

  • 100 gram zachte boter
  • 175 gram suiker
  • 100 gram volle yoghurt
  • 3 eieren
  • 2 theelepels speculaasspecerijen
  • 1/2 theelepel bakpoeder
  • 200 gram zelfrijzend bakmeel
  • 1 appel, de helft in dunne schijfjes, de helft in kleine stukjes
Leg een stukje bakpapier op de bodem van een cakevorm en vet de zijkanten in. 
Zet de oven aan op 175C.
Klop de boter met de suiker romig. Meng de yoghurt erdoor. Klop er 1 voor 1 de eieren door. Meng dan speculaaskruiden, bakpoeder en zelfrijzend bakmeel door het beslag. Schep de appelstukjes erdoor en schep in de cakevorm. Duw de appelschijfjes in de bovenkant van de cake. 
Bak de cake in ± 55 minuten op 175C gaar. Laat een kwartiertje in de vorm afkoelen en daarna op een rooster.

donderdag 16 november 2017

Slof met kersen, amandel en limoen


Nu, in november, een recept met kersen? Ja, ik gebruikte in deze slof kersen uit de diepvries. Die smaken net iets anders dan kersen uit een pot, die je ook kunt gebruiken. Met verse kersen is deze kersenslof natuurlijk het allerlekkerst. Maar die zijn er nu even niet. Nou ja, even. Een hele tijd eigenlijk. Verse Nederlandse kersen zijn maar kort verkrijgbaar, in juni/juli. Deze kersenslof was zo lekker dat ik geen zin had om het recept pas dan te bloggen. In de kersenperiode maak je 'm natuurlijk wel met verse kersen. 

Deze hoeveelheid deeg is voor 2 sloffen. Je kunt het deeg goed invriezen. Dan is het een andere keer nog gemakkelijker. Inspiratie nodig voor een andere slof? Dit zijn er een paar die ik eerder gemaakt heb:

Slof met kersen, amandel en een tikje limoen

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - slof van ± 25 centimer lang)


  • 180 gram boter (kamertemperatuur)
  • 200 gram witte basterdsuiker
  • 2 gram zout 
  • 1 eidooier (wit kun je invriezen, of samen met het halve ei van de frangipane in een omelet verwerken)
  • 250 gram bloem
  • 10 gram bakpoeder
  • 100 gram gemalen amandelen
  • 75 gram boter
  • 75 gram suiker
  • 1/2 losgeklopt ei
  • 25 gram bloem
  • sap van 2-3 limoenen (± 75 milliliter)
  • 15 gram suiker
  • 5 gram custardpoeder
  • 150 gram (diepvries)kersen, ontdooid


  • Snijd de boter in blokjes en doe ze samen met basterdsuiker, eidooier en zout in de kom van de keukenmachine. Meng door elkaar. Voeg bloem en bakpoeder toe en meng tot een deegbal. Je kunt ook een handmixer met kneedhaken gebruiken. Stop het deeg in een boterhamzakje en leg een uurtje in de koelkast. 
    Verdeel het deeg in tweeën. Je hebt 1 deel nodig. Het andere deel kun je invriezen, nog een paar dagen in de koelkast bewaren of je maakt 2 sloffen.
    Klop de amandelen, boter, suiker, ei door elkaar. Meng de bloem erdoor.
    Warm de oven voor op 170C.
    Rol het deeg op een stuk bakpapier uit in de vorm van de bakvorm. Leg dit op de bakplaat. Verdeel het amandelmengsel (=frangipane) over het deeg en laat rondom een centimeter vrij. Zet de vorm om het deeg. Bak de sloffenbodem in 30-35 minuten gaar en goudbruin. Laat afkoelen.
    Maak de limoencrème terwijl de bodem gebakken wordt. Roer hiervoor de suiker en het custardpoeder met een scheutje water tot een papje. Breng het limoensap aan de kook. Roer het custardpapje door het limoensap en laat 1 minuut op laag vuur pruttelen. Laat de pudding afkoelen terwijl je af en toe roert. 

    Verdeel de limoencrème over de slof. Verdeel hierover de kersen.
    De kleurige meringuetoefjes maakte ik voor een andere taart waarbij ik heel wat overhield. Dus die versieren nu een heleboel taarten. 

    maandag 13 november 2017

    Geroosterde bospeen met harissa, muntyoghurt en pistachenootjes

    in zijn geheel geroosterde bospeen

    Ergens is iets misgegaan. Als gevolg van het reizen van manlief is hij steeds pittiger eten lekker gaan vinden. Dat betekent dat hij thuis af en toe klaagt over het gebrek aan pit in bepaalde gerechten. Ik vind een beetje pit wel lekker, maar er zijn ook genoeg gerechten te verzinnen waar gewoon geen pit in hoort. Dan wil hij nog wel eens naar een potje uit de koelkast grijpen. Ik heb verschillende pittige smaakmakers op voorraad. 

    Een paar pepersauzen die ik geregeld gebruik heb ik op een rijtje gezet:

    Sambal (oelek)

    Dit is een pittige smaakmaker uit de Indonesische keuken die in de basis bestaat uit fijngestampte Spaanse pepers. Er bestaan veel verschillende varianten. Vers of gebakken, met gedroogde garnalen erdoor, met tomaat erdoor, milde en pittige varianten. 

    Harissa

    Deze pittige saus komt uit de Noord-Afrikaanse keuken. In Tunesië en Marokko wordt er veel gebruik van gemaakt. Naast pepers en tomaat gaan er ook specerijen als komijn en koriander door. Ook bestaat er harissa met rozenblaadjes. 

    Sriracha

    Dit is een Aziatische dunnere chilisaus met naast de pepers ook azijn, suiker, knoflook en zout. Populair geworden door het broodje buikspek van Momofuku. 

    Gochujang

    Deze chilipasta komt uit Korea. Spaanse pepers worden met sojabonen en rijst gefermenteerd tot een pittige pasta. 

    Gebruik jij een andere pittige smaakmaker die ik ook zou moeten gebruiken? Laat dat weten via het commentaar. 

    Ondanks dat deze pittige smaakmakers elk hun eigen oorsprong hebben, ben ik niet zo trouw. Ik gooi rustig sambal door een Marokkaanse tajine, en sriracha door een Mexicaanse chili. Alleen de gochujang doe ik niet zo snel ergens anders door omdat het gefermenteerde toch net een andere touch geeft dan alleen maar pit. In die zin ben ik dus best een luie kok. 

    Daarentegen was ik bij dit recept met geroosterde wortels niet lui: ik maakte de harissa zelf. In een foodybox zat een pakketje van Westlandpeppers om zelf chilisaus te maken. Die chilisaus vond ik een beetje saai, dus ik gebruikte de peper (en nog eentje extra) en paprikaatjes met nog wat extra ingrediënten. Wie weet ben ik bij de volgende lading geroosterde worteltjes wel lui: in diezelfde foodybox zat ook een potje harissa. 


    harissa



    Geroosterde bospeen met harissa, muntyoghurt en pistachenootjes

    (recept van bijnanetzolekkeralsthuis)

    • 2 bossen peen 
    • 3 eetlepels (koolzaad)olie
    • 1 theelepel gemalen komijn
    • 1 (of 2) rode Spaanse pepers
    • 6 rode snackpaprikaatjes (of 1 grote rode)
    • 2 teentjes knoflook (ongepeld)
    • 150 gram Griekse yoghurt
    • blaadjes munt van 4-5 takjes
    • 20 gram ongedopte pistachenootjes
    • 1 theelepel komijnzaad
    • 1 theelepel korianderzaad
    • 1 theelepel karwijzaad
    • 2-3 eetlepels (kool)zaadolie
    Haal het loof van de bospeen, boen de worteltjes schoon onder de kraan en dep ze droog met een theedoek. Meng de gemalen komijn met 2 eetlepels olie en schep de bospeen hier mee om. Schep alles op een bakplaat. 
    Zet de grill aan. Mijn oven kan op een circulatiegrillstand (gril en oven tegelijk en ik zette 'm op 180C). 
    Wrijf met de laatste lepel olie de peper en paprika in en leg deze, samen met de knoflook, op de bospeen. Zet de bakplaat met de groente ± 10 minuten onder de grill. Schep alles om en leg de peper en paprika weer bovenop zodat de andere kant ook kan blakeren. Gril nog 10 minuten. Haal de paprika en peper en knoflook uit de oven. Afhankelijk van hoe dik de bospeen was, en hoe zacht deze nu is, rooster je de peen nog een tijdje op 180C (zonder grill). Zet anders de oven uit en laat de bakplaat met worteltjes in de oven staan. 
    Maak ondertussen de muntyoghurt door de blaadjes munt fijn te hakken en deze door de yoghurt te roeren. 
    Rooster ook de pistachenootjes even in een droge koekenpan en hak ze daarna grof. 
    Rooster ondertussen het komijn-, koriander- en karwijzaad in een droge koekenpan en vijzel middelgrof. Het is de bedoeling dat het deels poeder is, maar dat je ook nog halve zaadjes ziet. 
    Peuter het zwarte vel van de paprika en pepers. Pers de knoflook uit het velletje. Als je de harissa minder pittig wilt, verwijder je ook de zaadjes uit de peper. In de snackpaprika's zitten nauwelijks zaadjes. Als je een grote paprika hebt gebruikt, moet je wel even de zaadjes daaruit halen. Pureer in een kleine keukenmachine peper en paprika met de knoflook, de zaadjes en 2-3 lepels olie tot een pittige puree. Voeg naar smaak wat zout toe. 
    Smeer wat yoghurt uit over een platte schaal en druppel er wat harissa op. Schep hierop de geroosterde bospeen. Verdeel de rest van de yoghurt en harissa er in dotjes over. Bestrooi met de pistachenootjes.

    donderdag 9 november 2017

    Hartige wortelcake met feta en komijn


    Elke zaterdag verschijnen er op de website van The Guardian een paar recepten van Ottolenghi. Ik kijk niet elke week, maar wel geregeld. Een tijdje terug zag ik het recept voor een hartige cake met biet. Die maakte ik en was erg lekker. Voortbordurend op het concept "hartige cake" maakte ik deze hartige wortelcake met feta en komijn. Ook geslaagd. 

    En wanneer eet je dit nu? Ottolenghi bestempelt het meer als een brood (loaf). Niet zozeer om sandwiches van te maken, maar wel als sneetje besmeerd met boter. Wij aten het bij de avondmaaltijd met een dikke soep en wat rauwkost. Wat over was, de volgende dag bij de lunch in de plaats van een gewone boterham.

    Hartige wortelcake met feta en komijn

    (recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
    • 50 gram havermout
    • 30 gram pompoenpitten
    • 30 gram zonnebloempitten
    • 1,5 theelepel komijnzaad, grof gekneusd
    • 2 eieren
    • 70 gram zonnebloemolie
    • 80 gram crème fraîche
    • ± 1 theelepel harissa
    • 100 gram bloem
    • 100 gram volkorenmeel
    • 1/4 theelepel baking soda
    • 2 theelepels bakpoeder
    • 1,5 theelepel kurkuma
    • 1/2 theelepel zwarte peper, gemalen
    • 1/2 theelepel zout
    • 200 gram geraspte wortel
    • 150 gram feta, in stukjes
    Warm de oven voor op 170C. 
    Meng in een bakje havermout, pompoenpitten, zonnebloempitten en komijnzaad.
    Klop in een kom de eieren los met de zonnebloemolie, crème fraîche en harissa. 
    Meng in een grote kom bloem, volkorenmeel, baking soda, bakpoeder, kurkuma, zwarte peper en zout. Schep hierop - op 1 eetlepel na - het havermout-pittenmengsel. Giet het eimengsel erop en meng met een stevige spatel door elkaar. Het is eerder deegachtig dan beslagachtig. Meng er de wortel en feta door. 
    Verdeel het deeg over de cakevorm. Strooi de achtergehouden pitten erover. Bak de cake 45 minuten in een oven. Dek dan de bovenkant af met aluminiumfolie en bak nog 30-40 minuten. Controleer of de cake gaar is door een cocktailprikker in de cake te steken. Als er geen deeg meer aan kleeft, is de cake gaar. 
    Laat de hartige wortelcake 10 minuten in de vorm afkoelen en daarna verder op een rooster tot lauw voordat je 'm aansnijdt. 

    maandag 6 november 2017

    Griesmeelpudding met rijstkokosmelk


    Kun je griesmeelpudding maken zonder gewone melk? Ja, dat kan prima. Dit recept gaat uit van kokosrijstmelk. Het vleugje kokos in deze melk geeft ook een lekkere smaak aan de griesmeelpudding.

    Bij het koken van de griesmeelpudding merkte ik dat de pudding dunner bleef dan normaal. Ik roerde er dus wat meer griesmeel door om een steviger pudding te krijgen. Ik vroeg me echter af waarom dat nodig was.

    Nu ben ik niet zo scheikundig aangelegd, dus pakte ik eerst maar Over eten&koken van Harold McGee uit de kast erbij. In de stukken die gaan over binden kon ik niet vinden waar ik naar op zoek was. Ik bedacht dat het misschien kon liggen aan het percentage vet of eiwit in de koemelk respectievelijk dit plantaardig alternatief. Volgens de voedingswaardetabel zit er in halfvolle melk 3,4% eiwit en 1,5% vet. In deze rijstkokosmelk zit 0,2% gram eiwit en 1,2 vet. Omdat mijn broer ooit afgestudeerd is in scheikunde in iets dat met eiwitten te maken heeft (alleen nu een hele andere kant op is gegaan) heb ik hem ook nog om raad gevraagd. Hij kon zich wel voorstellen dat (melk)eiwitten van invloed zijn op het bindvermogen maar kon ook geen precies antwoord geven. Wel kwam hij aanzetten met een hele verhandeling over de werking van zetmeel en zetmeelderiviaten (in samenwerking met Avebe). Dus meer over het griesmeel zeg maar. Zo iets is echt specialistische kennis, maar ik vind het wel fascinerend dat Avebe 600 verschillende zetmeelproducten heeft (niet alleen voor voeding overigens). Dat heb ik heel globaal doorgelezen en zag ik iets over dat de zuurgraad van invloed is op de amylosebinding (hoe zuurder, hoe minder binding). Dus ik op zoek naar de PH-waarde van melk (iets lager dan 7) en de rijstdrank (tussen 7 en 8).  Melk is dus iets zuurder maar niet echt zuur. Dus daar zit het 'm ook niet in. Conclusie van mijn zoektocht is dat ik geen theoretisch antwoord heb, maar dat proefondervindelijk is vastgesteld dat ik bij het gebruik van een rijstkokosdrank meer griesmeel moet gebruiken dan bij het gebruik van koemelk om dezelfde stevigheid in de griesmeelpudding te krijgen. 

    Naast kokosrijstmelk heb je nog veel meer keuze in melkachtige dranken op basis van noten en/of granen. Als je een andere variant gebruikt om pudding te maken, moet je misschien een beetje variëren in de hoeveelheid griesmeel en suiker. De standaardverhouding volgens het pak griesmeel voor een liter melk is: 100 gram griesmeel, 75 gram suiker en een zakje (=8 gram) vanillesuiker.

    Ik had dit pak plantaardige melk gekregen in een foodybox, net als wel eens andere varianten. Het trekt mij niet om dit gewoon als melk te drinken, dus meestal maakt manlief er dan maar zijn havermoutpap mee. Dat werkt in het algemeen prima. Deze keer besloot ik er dus griesmeelpudding mee te maken omdat we vrienden te eten kregen waarvan de een een lactose-intolerantie heeft. Alleen bleek ze te gruwen van griesmeelpudding. Dat kan. Ze heeft wel heel dapper een hapje geprobeerd, maar daar is het bij gebleven.

    Erbij een snelle rode vruchtensaus van wat gepureerde bosvruchten uit de diepvries met wat suiker erdoor en en scheutje sinaasappellikeur.

    Griesmeelpudding met rijstkokosmelk

    (recept van bijnanetzolekkeralsthuis - puddingvorm halve liter)
    • 65 gram griesmeel
    • 30 gram suiker
    • snuf zout
    • 1 theelepel vanille-extract
    • 1/2 liter rijstkokosmelk
    Spoel de puddingvorm om met koud water. 
    Roer griesmeel, suiker en zout door elkaar in een kommetje.
    Breng de rijstkokosmelk aan de kook. Zet het vuur laag als de melk kookt. Giet er dan in een dun straaltje het griesmeel-suikermengsel bij terwijl je met je andere hand roert. Blijf roeren tot het mengsel dikker wordt en gaat ploppen. Zet het vuur uit en meng de vanille erdoor. Giet het mengsel in de puddingvorm. Als je geen vel op de pudding wilt, duw je er een stukje plastic folie op of bestrooi je de bovenkant met suiker. Laat eerst buiten de koelkast afkoelen en bewaar later in de koelkast. 
    Duw de randen van de pudding los. Zet een bord op de bovenkant van de vorm en draai puddingvorm en bord samen om. Als je geluk hebt, komt de pudding los van de vorm en komt de griesmeelpudding mooi op het bord terecht. Met wat minder geluk, gebeurt het niet zo mooi en krijg je iets zoals te zien is op de foto. Voor de smaak maakt het gelukkig niet uit. 

    donderdag 2 november 2017

    Pruimenchutney met tijm en venkelzaad

    pruimenchutney appel ui

    Lekkere pruimen zijn soms best lastig te vinden. Vaak zijn ze wel goed, maar net iets te melig. Of ze missen net dat tikje zuur. Nu zijn er veel soorten pruimen te koop, dus je zou toch zeggen dat er iets van mijn smaak tussen moet zitten. 
    Van de vakantie in Frankrijk kochten we een paar keer reine claudes, de groene pruimen. Die vind ik meestal lekker. Die zie je hier ook wel, maar zijn toch vaak wat duurder dan de paarse, Hollandse pruimen. En zou moet het ook. 
    Op pruimgebied is er ook iets relatief nieuws: de pluot. Ik zag ze vorig jaar al bij de AH, en dit jaar ook op de markt. Het is een soort kruising tussen pruim (plum) en abrikoos (apricot). Volgens de marktkoopman waren het echte smaakpruimen. Dat viel een beetje tegen, ik vond het exemplaar dat ik meekreeg waterig. 

    In een chutney is een tikje melig of te rijp of te flauw fruit net wat vergevingsgezinder dan als je het zo uit de hand eet. Dus voor alle pruimen die toch een beetje tegen vielen een recept voor pruimenchutney. 


    Pruimenchutney

    (recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 3/4 potjes)
    • 900 gram pruimen (± 1 kilo vuil gewicht)
    • 1 ui, gesnipperd (± 100 gram)
    • 1 appel, geraspt (± 150 gram)
    • 2 deciliter azijn
    • 125 gram suiker
    • 2 theelepels venkelzaad, licht gekneusd
    • 2 theelepels verse tijmblaadjes
    • 1/2 theelepel zout
    • 1 groene peper, fijngehakt
    Was de pruimen. Halveer ze en wip de pit eruit. Snijd de pruimen in kleine stukjes.
    Doe stukjes pruim, uisnippers, appelrasp, azijn, suiker, venkelzaad, tijm, zout en gehakte groene peper in een pan. Breng alles aan de kook. Laat de chutney op laag vuur, terwijl je geregeld roert, 25 minuten pruttelen. Zet dan het vuur hoger en kook op hoog vuur in tot een goede dikte. 
    Schep een beetje op het koude schoteltje om te kijken of de dikte goed is. 
    Schep de chutney in schone potjes, draai de deksels erop en zet de potjes op z'n kop om af te koelen. 
    Ongeopend zeker een paar maanden houdbaar. Geopende potjes blijven in de koelkast ook zeker 2-3 weken goed. Wel telkens een schone lepel gebruiken.