Vandaag is de koningin jarig. Vandaar een recept dat hier een (heel klein beetje) bij past: bulgur met pastinaak. En als je het met wortels maakt, dan heb je een oranje recept.
Bulgur met pastinaak
(2 personen)
- 100 gram bulgur
- zout
- 2 pastinaken (± 350 gr)
- 1 rode ui, in halve ringen
- 1 teentje knoflook
- 1/4 rode peper, heel fijn gesneden
- 1/4 bosje munt, fijngeknipt
- 3 el olijfolie
- 1 el citroensap
Breng ongeveer 2 dl water aan de kook. Leg de bulgur in een kom met een snuf zout erover. Giet het kokend water erover heen totdat het net bedekt is. Als al het water is opgenomen, roer de bulgur met een vork tot losse korreltjes.
Schil de pastinaak. Snijd in 3-4 cm lange stukken, die je vervolgens in de lengte in vier tot acht reepjes snijdt. Kook de pastinaak in krap water met zout drie minuten voor. Giet de pastinaak af.
Verhit een grilpan en bestrijk deze met maximaal één el olie. Gril hierin de ui en pastinaak gaar. Leg ook het teentje knoflook erbij.
Roer de peper en munt door de bulgur. Meng in een kommetje de rest van de olie met het citroensap en knijp het teentje knoflook erboven uit. Roer dit door de bulgur. Schep tenslotte de gegrilde pastinaak en rode ui erdoor.
Of beter gezegd, op elke pan past een deksel. En sommige deksels passen niet en sommige juist te goed. Dit laatste was vanmiddag het geval. Als ik roerbakachtige gerechten maken, leg ik altijd als ik klaar ben het deksel op de pan. Ik heb een hekel aan afgekoeld eten. Nu is het glazen deksel van mijn hapjes/roerbakpan al lang geleden gesneuveld. Maar ja, de pan is nog goed. Dus om nu een nieuwe hapjespan te kopen, dat vind ik ook weer een beetje overdreven. Ik gebruik dus een deksel van een andere pan. Vandaag wou ik, nadat alles in de pan zat, het deksel weer optillen om te controleren of het eten klaar was, maar dat lukte niet. Het deksel zat precies in de pan geklemd. Wrikken met een mes tussen het randje werkte niet. Het deksel koelen (kou krimpt toch?) maar de pan niet, bracht ook niet veel beweging in het deksel. Gelukkig was manlief thuis, en met een hefboommechaniek is het wel gelukt. En wat zat er nu in de pan?
Roerbakmie met paksoi en tauge
(2 personen)
- 150 gr roerbakmie
- 1 ei
- scheutje melk
- klontje boter
- peper en zout
- 2 el (zonnebloem)olie
- 1 ui, gesnipperd
- 1 halve rode peper
- 1 struik paksoi (niet al te groot)
- 1 teentje knoflook
- scheut ketjap
- 1 tl gemalen komijn
- 1 tl gemalen koriander
- 1 tl gemalen gemberpoeder
- 150 gr tauge
- 50 gr cashewnoten
Bereid de roerbakmie volgens de aanwijzing op de verpakking.
Klop het ei los met een scheutje melk en wat peper en zout en bak hiervan een omeletje. Snijd deze in stukjes.
Spoel eventuele aarde van de paksoi. Snijd de stelen in stukjes en het blad in reepjes en bewaar beide apart.
Verhit de olie in een hapjespan en bak hierin de ui. Voeg de heel fijngesneden peper toe en bak even mee. Voeg de stengelstukjes toe en bak een paar minuten. Pers dan het teentje knoflook erboven uit, voeg de specerijen toe en de ketjap en een klein scheutje water. Bak de roerbakmie mee en laat deze weer warm worden. Voeg dan het paksoiblad en de tauge toe, en laat die ook heet worden. Bak tenslotte ei en cashewnoten nog even mee.
Serveer in een pan met een passend deksel.
Vandaag heb ik mijn rookpan weer een keer gebruikt. Dit is een rechthoekige pan met een goed afsluitbaar deksel waarin je op je fornuis voedsel kunt roken. Je doet een theelepeltje houtmot (dat in verschillende houtsmaken te verkrijgen is) in de pan. Je legt hierop de afdekplaat. Dan leg ik daar een stuk aluminiumfolie (scheelt schoonmaken) op. Vervolgens leg ik daarop het rooster en daarop het te roken ingrediënt. Dan doe je de deksel - op een heel klein kiertje na - dicht, zet het gas halfhoog aan, wacht tot je de rook ziet, en sluit dan de deksel helemaal. Dan zet je de kookwekker en wacht. En dan geniet je, in mijn geval, na 20 minuten van een heerlijk stukje gerookte zalm.
Voor wie meer recepten wil waarin een ingrediënt gerookt wordt, kan op de site van de eetschrijver zoeken. Hij is enthousiast gebruiker van zijn rookpan. Elke keer als ik zijn stukjes lees, denk ik "dat is een leuk idee, en ik moet mijn rookpan ook eens vaker voor iets anders dan vis gebruiken". Tot nu toe ben ik blijven steken op zalm, makreel, kipfilet, aubergine en tomaten.
In onderstaand recept maak ik de pasta ook zelf, omdat ik dat deze keer ook gedaan heb. Natuurlijk kun je gekochte verse of gedroogde pasta naar keuze gebruiken.
Spaghetti met gerookte zalm en paprika
(2 personen)
- 200 gram pastabloem
- 2 eieren
- 200 gram verse zalmfilet
- 1 tl houtmot (eik is lekker)
- 1 el olijfolie
- 1 ui (in reepjes)
- halve venkelknol (in korte reepjes)
- 1 teentje knoflook
- 1 grote rode paprika (in korte reepjes)
- 1 citroen (goed schoongeboend)
- half bekertje (125 ml) creme fraiche
- (cayenne)peper en zout naar smaak
Meng de bloem met de eieren en maak zo pastadeeg. Draai hiervan pasta in de pastamachine (of gebruik 200 gram gedroogde pasta).
Rook de zalm 20 minuten (vanaf het sluiten van de deksel) in de rookpan.
Rasp de citroenschil en pers de citroen daarna uit. Verhit in een hapjespan (die groot genoeg is om straks de pasta bij te doen) de olie. Fruit hierin de ui. Voeg na een paar minuten de venkel toe. Na weer een paar minuten voeg je de paprika toe. Pers het teentje knoflook erboven uit. Laat even meebakken. Giet het citroensap en de citroenrasp bij de groenten. Voeg peper en zout naar smaak toe. Laat een paar minuten sudderen, totdat de groente de gewenste gaarheid hebben. Roer dan de creme fraiche erdoor en laat deze even goed heet worden. Verdun eventueel met een klein scheutje van het pastakookwater.
Haal de gare zalm uit de rookpan en trek deze in kleine stukjes. Bestrooi eventueel met een klein beetje zout. Als het nog wat langer duurt voordat de saus en pasta klaar zijn, bewaar de zalm dan onder aluminiumfolie zodat deze warm blijft.
Terwijl je de saus klaarmaakt, kook je de pasta. Zorg hierbij, zeker bij de verse pasta, dat de saus klaar is, voordat de pasta gaar is. Giet de pasta af, en schep deze door de saus. Leg de zalmstukjes bovenop.
Sinds een paar maanden hebben we hier thuis een abonnement op een biologisch groentepakket. Het abonnement is een klein groenteabonnement wat inhoudt dat het voor 3-4 dagen groente voor 2 personen bevat. Je houdt dus nog dagen van de week over om wat zelf te verzinnen. Ik moet zeggen dat het voor ons af en toe echt verzinnen is om het toch binnen een week op te krijgen, zeker als manlief bijna een hele week in het buitenland zit. Wat moet je dan bijvoorbeeld met een grote bloemkool, waar je met 5 personen van kan eten? Gelukkig heb ik voor echte noodgevallen een vriezer, maar die moet op een gegeven moment ook leeg, dus dat wordt zo op de grens tussen winter- en lenteweer een keer een weekje vakantie van het pakket. Want met 30 C wil ik geen rodekool met hachee meer eten.
Je kan ook kiezen voor een gecombineerd groente/fruitpakket. Als je via internet zoekt, vind je diverse aanbieders. Er zijn abonnementen die een landelijke dekking hebben, maar er zijn ook telers die hun eigen abonnement -lokaal- aanbieden. Ik heb voor deze aanbieder gekozen omdat het ophaalpunt nagenoeg op de fietsroute van school naar huis ligt.
Tot nu toe bevalt het goed. We eten weer eens andere groenten dan we eerst deden. Op de een of andere manier kon ik me er zelden toe zetten om een hele rode, witte of groene kool te kopen. Terwijl je daar lekkere dingen mee kan maken. En alle kolen hebben er tot nu toe ingezeten. Ik kocht al wel geregeld wat zeldzamere groente dus echt nieuwe dingen heb ik nog niet geproefd. Op één groente na: mangold (in het nederlands ook wel zilversteel). Daar had ik nog nooit van gehoord. Nederland ook nog niet echt. Googelen op mangold levert mij als eerste hit de Duitse wikepedia op. Hij ziet eruit als paksoi, maar ligt qua smaak meer tegen snijbiet/spinazie aan.
Maar wat doe je nu met de inhoud van zo´n pakket? Ik wil als vast onderdeel van dit blog een soort weekoverzicht maken van wat erin zat en wat ik ermee gedaan heb.
En wat was de oogst van deze week?
- een chinese kool
- vier wortels
- twee venkelknollen
- een pakje zuurkool
- groenselderij
En wat is er allemaal gedaan?
- roerbak van chinese kool en wortel met kip en rijst
- zuurkoolaardappeltaart met daarbij wat rauwkost van chinese kool/venkel/selderij
- tortilla gevuld met gehakt/groenselderij/wortel
- salade van gerookte makreel/venkel/appel/groenselderij (lunch)
- stamppot aardappel/knolselderij/wortel en een afgevallen blad chinese kool en vissticks
- couscous met gegrilde wortel en venkel
Er is nog een klein stukje venkel over waar ik met het nieuwe pakket, dat ik morgen op kan halen, weer nieuwe dingen mee mag gaan verzinnen. Ik ben benieuwd wat er deze keer in zit. Ik kan dat trouwens vanaf de zaterdag ervoor op internet bekijken. Meestal laat ik me verrassen, maar soms is het handig om het eerder te weten in verband met de eetplanning van de week.
Bijna elk weekend wordt hier thuis taart gegeten. En altijd zelfgebakken. Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst een taart gekocht heb. Appeltaart (telkens net iets anders dan de keer ervoor) en kwarktaart zijn favoriet. Wanneer ik appeltaart maak, bak ik af en toe een klein taartje erbij dat in de vriezer belandt zodat zelfs de weekenden dat we maar een of twee keer thuis thee drinken er toch een stukje taart bij is. Dit weekend was het de beurt aan een wat meer tijd kostende taart: sinaasappel-chocoladetaart. De bovenkant van marsepein is facultatief. Ik had laatst bij een online winkel voor taartbenodigdheden marsepein besteld, dus dat moest ik gewoon proberen. Het recept voor het biscuitdeeg en de instructie voor de oventemperatuur komen van de site met de leukste taarten.
Deze taart was dus een beetje een probeersel, maar hij viel erg in de smaak bij manlief en mannetje Q en ook bij mijzelf.
Sinaasappel-chocoladetaart
(springvorm van 24 cm doorsnede)
- 4 eieren (op kamertemperatuur)
- 100 gram suiker
- snufje zout
- 100 gram bloem
- 20 gram maizena
- 2 dl melk
- 15 gram custardpoeder
- 15 gram suiker
- 1 sinaasappel (goed schoon geboend)
- evt. een scheutje cointreau
- 0,5 dl slagroom
- 75 gram (extra) pure chocolade
- 200 gram marsepein
- een drupje oranje kleurstof
Biscuitdeeg
Klop de eieren met de suiker minstens tien minuten tot ze lichtgeel en schuimig zijn. Zeef daarna bloem en maizena hierboven en spatel dit door het ei-suikermengsel. Giet het beslag in de ingevette of met bakpapier beklede vorm en bak dit volgens het volgende schema: 13 minuten op 150 C, 13 minuten op 165 C en 13 minuten op 175-180 C. Laat de taartbasis een paar minuten in de vorm, en vervolgens op een rooster afkoelen.
Maak terwijl de taart in de oven staat de twee vullingen.
Sinaasappelpudding:
Rasp de sinaasappel en pers daarna de vrucht uit. Roer in een kommetje custardpoeder en suiker met een paar el melk door elkaar. Breng de rest van de melk aan de kook. Roer dan het custardmengsel erdoor en laat nog een paar minuten pruttelen. Roer van het vuur rasp en sap door de custard. Roer het eventuele scheutje cointreau erdoor. Roer tijdens het afkoelen af en toe door.
Chocoladevulling:
Breng de slagroom aan de kook. Dit kan heel gemakkelijk in de magnetron. Voeg de in blokjes gebroken chocolade toe en laat onder voortdurend roeren de chocolade in de hete slagroom smelten. Voordat je de taart kan vullen moet dit zover afgekoeld zijn dat het niet meer makkelijk uitvloeit.
In elkaar zetten:
Snijd de afgekoelde taartbasis is drie lagen. Bestrijk de onderste laag met de sinaasappelpudding. Leg daarop laag twee. Bestrijk deze met de chocoladevulling. (als je de taart met marsepein bedekt, bewaar een klein beetje chocoladevulling om daar nog een versiering mee op de bovenkant te maken) Leg de bovenste taartlaag hierop.
Kneed de kleurstof goed door de marsepein. Rol dit dun en cirkelvormig uit. Ik gebruik een silliconenmatje onder en plastic folie boven. Leg de marsepein op de bovenkant van de taart. Versier eventueel nog met het kleine beetje chocoladevulling dat je nog iets verwarmt om het beter te kunnen verwerken.
Buiten regent het (al bijna de hele dag). Geen inspirerend weer, en geen inspiratie om een stukje te schrijven. Daarom alleen het recept van wat er vandaag thuis gegeten is.
Couscous met gegrilde groenten
(2 personen)
- 1 winterwortel, in plakjes (± 200 gram)
- 1 venkelknol, in 8-10 parten (±350 gram)
- 1 tomaat, in kleine stukjes
- 2 el olijfolie
- 1 teentje knoflook
- 1/2 tl van elk: gemalen koriander, gemalen komijn, paprikapoeder, kaneel
- zout en (cayenne)peper naar smaak
- 100 gram couscous
- merquezworstjes (± 200 gram)
Kook de wortel en venkel 2-3 minuten voor. Verhit een grillpan totdat deze goed heet is, bestrijk met een 1/2 el olie en gril de wortel en venkel ± 3 minuten aan elke kant.
Schep de couscous in een (serveer)schaal. Doe een klein beetje zout erbij. Breng ± 1,5 dl water aan de kook en giet dit over de couscous. Zorg dat het niet te nat wordt. Later een klein beetje extra water erbij is gemakkelijker dan het weer droog maken van een natte brij. Laat de couscous het water opnemen en maak het dan in korreltjes los met een vork.
Verhit in een klein pannetje 1 el olie en pers de knoflook hierboven uit. Laat even fruiten en bak dan de blokjes tomaat nog even mee. Voeg dan de specerijen toe en laat even meebakken. Roer dit mengsel door de couscous.
Verhit in een pannetje de rest van de olie en bak de merquezworstjes gaar.
Schep de gegrilde groenten door de couscous en leg de worstjes (met een beetje van het braadvet) hier bovenop. Het is de bedoeling dat het lauwwarm is.
Een eventueel restje is de volgende dag erg lekker als "salade" bij de lunch.
Vandaag was het een restjesdag. In de vriezer zaten nog stukjes broccolistronk (weggooien is zonde, en toen had ik alleen de roosjes nodig), stukjes venkel en paprika en ook nog de inhoud van een half blikje tomatenpuree. Nu is niet elke groente nog even knapperig als deze uit de vriezer komt, maar verwerkt in een lasagnesaus zijn ze nog prima te eten. Verder stond er in de koelkast nog een potje pesto dat ook hoognodig een keer gebruikt moest worden. Om gemakkelijk te doen, ging ik de lasagne direct uit het ovenschaaltje eten en dan is het echt heet. Dus bijna mijn tong verbrand. Mannetje Q had een iets aangepaste versie: de saus gepureerd en maar een heel klein beetje van de bechamelsaus. En dat viel ook in de smaak.
Lasagne gemaakt met restjes groente
(1 persoon)
- 1 eetlepel olijfolie
- halve ui, gesnipperd
- 1 teentje knoflook
- 100-150 gram broccolistronk in stukjes
- 100-150 gram venkel in stukjes
- 100-150 gram paprika in stukjes
- 1 eetlepel tomatenpuree
- 1/2 theelepel paprikapoeder
- 1/2 theelepel (gedroogde) oregano
- 1 blik gepelde tomaten
- (cayenne)peper en zout naar smaak
- ± 50 gram lasagnebladen
- 1 eetlepel margarine
- 1 eetlepel bloem
- 2 deciliter melk
- 2 eetlepel pesto
- 75-100 gr geraspte kaas
Verwarm de olie in een (kleine) hapjespan en fruit ui en knoflook tot ze beginnen te kleuren. Voeg broccolli en venkel toe. Laat een paar minuten smoren en voeg dan de paprika toe. Voeg de kruiden en tomatenpuree toe, laat even bakken. Voeg dan de gepelde tomaten toe en druk die fijner. Laat 10 minuten tijdje pruttelen en maak dan op smaak met (cayenne)peper en zout.
Smelt in een ander pannetje de margarine - niet bruin laten kleuren. Voeg de bloem toe en roer door elkaar (een roux). Voeg scheutje voor scheutje de melk toe en maak een saus. Roer de pesto hierdoor heen. Maak in een passend ovenschaaltje laagjes van wat tomatensaus en lasagnebladen. Schep hierop de bechamelpestosaus en bestrooi met geraspte kaas. Volg voor de oven/magnetrontijd de gebruiksaanwijzing op het pak van de lasagnebladen. Ik gebruik hiervoor de combimagnetron: 15 minuten op ovengrill 175 C en 180 Watt. En dan soms nog 2-3 minuten op de grote grill voor een bruin korstje.