Champagne klinkt heel chique en eigenlijk is dit mousserende zomerdrankje dat ook. Het is in elk geval een lekkere, licht-alcoholische bubbel die je niet snel ergens kunt kopen. Dus je moet zelf aan de slag. De vlier bloeit nu nog net, dus het kan nog even. Eenmaal gemaakt, blijft het lang goed. Misschien een leuk idee om tot kerst te bewaren?
Ik heb nu al een aantal jaar vlierbloesemchampagne gemaakt. De bubbels ontstaan door de gisten die op het stuifmeel zitten. Je moet de vlierschermen dus zeker niet afspoelen. Een tikje uitkloppen om de beestjes te verwijderen is genoeg. Zelfs als je die mee laat gisten en er later uitzeeft, is er niet echt wat aan de hand, maar veel mensen vinden dat een vies idee. Niet elk jaar lukt het even goed en gaat het even snel. Hoe snel de gisting op gang komt, ligt heel erg aan het weer en dus hoe warm het is op de plek waar je de emmer of pan neer zet. Dit jaar ging het heel snel, maar toen was het ook tegen de 30 graden. Ik heb ook wel eens gehad dat ik een fles openmaakte en dat de champagne helemaal dood was. En ook als limonadesiroop was het niet echt lekker, dus dat werd helaas weggooien.
In recepten voor vlierbloesemchampangne wordt vaak gewaarschuwd voor de kans op exploderende flessen. Dat heb ik nog nooit meegemaakt, maar voor het geval dat tref ik wel wat maatregelen. Nadat de champagne gebotteld is, controleer ik na 6-7 dagen of er nog steeds druk op staat en laat ik wat gas ontsnappen. Dat doe ik door met mijn ene hand de kurk tegen te houden, met mijn andere hand de beugel open te klikken en zodra ik zie dat de champagne uit de fles dreigt te lopen de beugel weer dicht te klikken. Je moet de flessen ook niet helemaal tot de rand toe vullen, anders loopt het er bij deze controle direct uit. Voor de zekerheid zet ik de fles in de gootsteen zodat in het geval er toch wat uitstroomt, ik niet een heel aanrecht hoef schoon te maken. Als er in deze fase heel veel druk op stond, dan doe ik dit na een week nog een keer. Anders is 1 keer genoeg. De flessen bewaar ik dan in de garage in een kartonnen (wijn)doos, afgedekt met een handdoek. Voor het geval er dan toch een fles ontploft, blijft de ravage beperkt.
Als basis gebruik ik een recept van Edwin Florès, maar ik maak een wat kleinere hoeveelheid dan hij en een tikje minder suiker. Ik kwam trouwens laatst een ander recept tegen dat verhoudingsgewijs een stuk minder suiker gebruikte. Dus volgend jaar ga ik nog wat minder suiker gebruiken dan dat ik nu opschrijf.
Vlierbloesemchampagne
(± 3 liter)- ± 10 vlierbloesemschermen (met veel stuifmeel)
- 2,75 liter water
- 600 gram suiker
- 2 citroenen (schoongeboend; liefst biologisch)
Pluk de vlierbloesem het liefst vroeg in de ochtend. Dan zit er het meeste stuifmeel op.
Verwarm ongeveer de helft van het water met de suiker in een grote pan en roer tot de suiker is opgelost. Het hoeft zeker niet te koken. Roer de rest van het water erdoor en laat afkoelen. Door maar een deel van het water te verwarmen en later koud water toe te voegen, is het mengsel weer sneller afgekoeld.
Pers de citroenen uit. Doe het sap, de uitgeperste schillen en de vlierbloesem in de pan. Roer met een schone lepel. Dek de pan af met een theedoek of zo en zet op een warme plek. Laat 3-6 dagen staan tot het begint te gisten. Soms ontstaat er wat schuim. Een beetje schimmel kun je er voorzichtig met een schone lepel af scheppen. Zeef de vlierbloesemchampagne in wording door een zeef, eventueel bekleed met een stukje kaasdoek.
Maak beugelflessen (Ikea, Dille&Kamille, lege Grolschbeugelflesjes) goed schoon in een heet sodasopje. Spoel na met kokend water. Giet de champagne in de flessen tot ± 1 centimeter onder de smalle hals. Sluit af en controleer na 7 dagen de druk. Zie mijn opmerking in de intro.
Voor het drinken goed koud laten worden. Voorzichtig openen want je wilt geen vlierbloesemchampagnefontein in je kamer.