donderdag 27 september 2018

Vijgenjam met een tikje anijs


Misschien heb je nog geluk van de week en kun je voor € 4-5 nog een doos vijgen op de kop tikken op de markt. Een vijg is een kwetsbare vrucht, en voor deze prijs weet ik dat ze snel op moeten. De beste kunnen nog wel een paar dagen mee als je ze in de koelkast bewaart, maar de meeste moeten toch echt wel snel verwerkt worden. Ik maakte er toch maar weer een keer een favoriete jam mee. Weliswaar eten we minder brood bij het ontbijt en daarmee minder jam, maar zo'n pot is ook een leuk kadootje. 


Had ik trouwens bijna vijgenjam met komijn gemaakt. Ik vul mijn specerijenpotjes altijd bij uit een grotere zak die ik bij de toko koop en had ik het potje anijszaad bijgevuld met komijnzaad. Nu lijken ze best op elkaar, maar je ruikt toch wel degelijk verschil. Ik snap dus ook niet zo goed dat ik dat niet opgemerkt heb bij het vullen.

Vijgenjam met een tikje anijs

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 5 potten)

  • 1 sinaasappel
  • 1,2 kilo verse vijgen
  • 2 theelepels anijszaad, heel iets fijner gevijzeld
  • 500 gram geleisuiker 2:1
Maak de jampotten brandschoon. Ik boen de potten en deksels daarvoor in een heet sodasopje en spoel ze na met kokend water en laat ze omgekeerd op een schone theedoek uitlekken. 
Boen de sinaasappel schoon. Rasp er wat schil vanaf. Pers de sinaasappel uit en en vul aan met water tot 1,25 deciliter water. Doe vocht en rasp in een pan. 
Was de vijgen en snijd ze in kleine stukjes. Breng de vijgen aan de kook. Zet er heel kort de staafmixer in om het grof te pureren. Je moet wat stukjes overhouden. Voeg de geleisuiker en het anijszaad toe. Breng weer aan de kook en kook 4 minuten door. (Of zolang als de verpakking van je geleisuiker zegt.) Vul de potten met de hete jam en draai de deksel erop. 

maandag 24 september 2018

Knapkoek (foodblogswap)


Waar ik vorige maand bijna op de laatste dag van de maand pas mijn gerecht voor de foodblogswap maakte, was ik deze maand heel snel. Als de verdeling is gemaakt, kijk ik altijd even snel op het aan mij toegewezen blog of ik daar wat mee kan of ik dat ik 'm echt moet doorspitten om iets te vinden wat in mijn kookplanning past. Deze keer hoefde ik niet lang na te denken. Ik kookte van de blog van Inge, en een van haar meest recente blogs was een koekjesrecept. Een streekkoekje uit Maaseik: knapkoek. Dat kende ik niet en mijn koektrommel was leeg, dus dat was een gemakkelijke keus. Ik heb er alleen geen eigen draai aan gegeven, want aan een authentiek streekkoekje ga je natuurlijk niet knutselen.

Het zijn heerlijke, knapperige koekjes geworden. Inge waarschuwt om echt maar een snuf kaneel door het deeg te doen, dus daar heb ik me braaf aan gehouden. Maar om eerlijk te zijn proefde ik het niet terug. Dus als ik de koekjes nog een keer zou bakken, zou ik er meer kaneel door doen. In mijn voorraadkast stond ook nog een zak parelsuiker. Ooit gekocht bij de Aldi; zo'n tijdelijk artikel. Hier vond ik wat meer informatie over de grootte van suikerkorrels. Mijn parelsuiker is denk ik P2, dus tussen een stoffen servet sloeg ik ze nog iets fijner met mijn vleeshamer. Zo kreeg ik mooie suikerkorrels op de bovenkant van de knapkoek.

O, en de koektrommel is nu natuurlijk al lang weer leeg. 

Knapkoek (foodblogswap)


  • 125 gram boter, in blokjes
  • 125 gram witte basterdsuiker
  • 1 ei
  • snuf kaneel naar smaak
  • snufje zout
  • 2 zakjes vanillesuiker
  • 250 gram zelfrijzend bakmeel
  • parelsuiker/greinsuiker om mee te bestrooien
Doe de blokjes boter en basterdsuiker in een kom en kneed met je handen door elkaar. Het is handiger om dit met 1 hand proberen te doen, omdat je straks nog andere dingen moet toevoegen. Of breek het ei alvast van te voren in een kommetje en weeg het bakmeel af. 
Voeg ei, kaneel, zout en vanillesuiker toe en kneed door elkaar. 
Zeef het bakmeel boven de kom en kneed dat ook door het deeg. Vorm min of meer een bal van het deeg en pak in folie of een zakje of in een kom met deksel en zet een uur in de koelkast. 
Bekleed de bakplaat met bakpapier of bakfolie. Rol het deeg hierop uit tot een plak van 3 millimeter dun. Snijd het deeg in de vorm die je de koekjes wilt geven, maar snijd het deeg niet helemaal door. Bestrooi met de parelsuiker en druk iets aan. 
Bak de knapkoek op 180C in ± 18 minuten lichtbruin. Haal de koek uit de oven en snijd nog een keer over de snijlijnen. Laat afkoelen en breek eventueel nog verder los als de koekjes nog een beetje aan elkaar vastzitten. Bewaar in een koektrommel.


donderdag 20 september 2018

Vakantie-eten - Albanië 3 - ontbijt - petulla

De eerste ontbijtervaringen in Tirana waren gelukkig niet maatgevend voor de rest van de vakantie. Het appartement was ruim, had 2 badkamers, aardige en goed communicerende host, prima locatie maar het ontbijt, tja, dat was niet ons ding. Een soort zoet croissantje uit (waarschijnlijk) een supermarktverpakking. Gelukkig zat er een supermarkt onder ons appartement dus kochten we maar ons eigen ontbijt. Manlief was wel erg tevreden over de koffie - een lavazza-apparaat met capsules.

Nagenoeg op alle plekken waar we sliepen was het ontbijt inbegrepen. Op 1 plaats na was het een geserveerd ontbijt, en geen massaal buffet. Maar ook bij in de buffetopzet was er plek voor een vers gebakken omelet. Dat ei, gebakken of gekookt, was er eigenlijk overal. Lekker vers uit de pan, en dus geen bak rubberachtig roerei dat al tijden in een warmwaterbak staat.



Bij het ontbijt hierboven zat er ook nog een pannenkoekje bij. Verder lekkere vijgenjam met grote stukken vijg. Kaas en boter en yoghurt, vaak zelfgemaakt of anders van de buren vandaan, stond ook altijd op tafel. De boter was soms wel erg kazig van smaak. Dat zijn wij niet meer zo gewend. Het lekkerst ontbijt kregen we in Berat, bij Lili. Daar kregen we ook petulla, een soort kruising tussen pannenkoekjes en oliebolletjes. Volgens mij betekent het woord petulla gewoon pannenkoek of iets van gefrituurd deeg. Bij het googelen naar een recept zag ik ook petulla Amerikane voorbij komen en recepten voor "fried dough". 



Om nog een beetje van de vakantie terug te halen, bakte ik laatst voor het ontbijt ook petulla. Nou ja, eigenlijk voor de lunch. Want het deeg moet een tijdje rijzen, en dan was de lunch qua planning wat praktischer. Jammer genoeg hadden we thuis niet zulke lekkere honing als in Albanië.



Petulla

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)

  • 1,25 deciliter melk
  • 1 deciliter water
  • 1,5 theelepel droge gist
  • 1 ei
  • 350 gram bloem
  • snuf zout
  • (zonnebloem)olie om in te bakken/frituren
  • honing
Verwarm melk en water tot handwarm en roer dan de gist erdoor. Laat 5 minuten staan. Klop dan het ei erdoor. 
Doe de bloem en het zout in een kom. Maak een kuiltje in het midden. Giet er beetje bij beetje het vocht bij terwijl je met een vork vanuit het midden de bloem erdoor klopt. Op het eind is het even flink werken want het is meer een deeg (nog iets steviger dan oliebollenbeslag) dan een beslag zoals dat voor pannenkoeken. Dek het deeg af met een vochtige theedoek, een deksel of plastic folie en laat 1 uur rijzen.
Verhit een laagje olie van ± 1,5 centimeter in een (gietijzeren) pan met dikke bodem tot 175C. Laat hierin voorzichtig stukjes/bolletjes deeg vallen en frituur deze tot ze goudbruin zijn. Keer halverwege een keer om. Leg ze op een bord met daarop een stukje keukenrol om het teveel aan olie op te nemen. Serveer op een schoon bordje met een sliert honing erover gesprenkeld. 
Om in Albanese eetsfeer te blijven kun je er ook nog een feta-achtige kaas bij geven. 

maandag 17 september 2018

Salade met gegrilde abrikozen


Ruim een week geleden was ik op de koksdag van Thuisafgehaald. Een ontmoetingsmoment om andere thuiskoks te spreken en ervaringen uit te wisselen. Zo'n dag is natuurlijk niet compleet zonder lekker eten. Dus werd elke deelnemer gevraagd om iets mee te nemen. Nou, dat is aan deze groep natuurlijk niet te veel gevraagd. Ik nam deze salade met gegrilde abrikozen mee. 



Salade met gegrilde abrikozen

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)

  • 500 gram abrikozen
  • 1 eetlepel vloeibare honing
  • 1+2 eetlepels (koolzaad)olie
  • 1/4 theelepel sriracha
  • 2 theelepels appelciderazijn
  • 1 theelepel verse tijmblaadjes
  • peper, zout
  • 1 venkelknol (± 250 gram)
  • 1 little gem (klein slakropje)
  • 75 gram waterkers
  • 60 gram pittige kiemen (bakje, AH)

Halveer de abrikozen en wip de pit eruit. Leg in een ovenschaal met het snijvlak naar boven. Meng de honing met 1 eetlepel olie en wat sriracha. Bestrijk de abrikozen met het honingmengsel en zet 20-25 minuten in een oven van 190C. Zet de laatste paar minuten de grill er bij aan. Laat de abrikozen afkoelen.
Pureer 2 abrikooshelften met 2 eetlepels olie, de azijn en ± 2 eetlepels water tot een dressing. Breng op smaak met peper en zout en meng de helft van de tijm erdoor. 
Maak de venkelknol schoon en schaaf op de mandoline in hele dunne boogjes. Snijd de little gem in dunne reepjes. Meng de helft van de dressing door de venkel en sla en verdeel over een grote schaal. 
Verdeel de waterkers in wat kleinere stukjes en doe hele dikke steeltjes weg. Verdeel over de venkel en sla.
Bestrooi met de kiemen en de rest van de tijm en verdeel de gegrilde abrikoos over de salade. Bedruppel met de rest van de dressing. 

donderdag 13 september 2018

Vakantie-eten - Albanië 2 - Mrizi i Zanave

Dit was toch wel de eetervaring van onze vakantie in Albanie: onze lunch bij Mrizi i Zanave. Op dat moment hadden we nog geen huurauto. Er komen en weer weg gaan was dus even wat geregel, maar met een taxi kom je er ook. Vanwege dit gedoe had ik nog even getwijfeld of we dit wel moesten doen, maar gelukkig hebben we doorgezet. Je kunt er overigens ook overnachten, maar op de site staat daar niet zoveel informatie over. De Engelse email-communicatie is redelijk, maar als je Italiaans kunt, zou ik daarvoor gaan.



In Mrizi i Zanave wordt gekookt volgens de Slow food-beginselen en het eten is Italiaans geïnspireerd. Voor onze lunch betekende dat dus de 4 volle gangen: anti-pasti, primo piatto (pasta), secundo piatto (vlees) en dolci.

Een van Slowfood-speerpunten, dat voedsel zoveel mogelijk lokaal geproduceerd moet worden, zie je al direct bij aankomst. Een lange tafel voor tomaten die buiten in de zon liggen te drogen.



Rondom het gebouw groeiden in elk geval druiven, courgettes, granaatappels, bramen. Buiten stonden flessen waarin iets met dennenappels gebeurde. Niet culinair, maar wel historisch verantwoord: Voor het restaurant is van een bunker een bloembak gemaakt. Tijdens zijn bewind heeft Enver Hoxha er zo'n 170.000 laten bouwen. 



Als eerste kregen we een drankje: gefermenteerd granaatappelsap. Daar kwam direct brood (4 verschillende soorten) bij en een amuse.





Tijd voor de anti-pasti. Een paar keer werd er wat nieuws bij gezet. Gegrilde paddenstoelen, een met kaas gevulde en daarna gefrituurde courgettebloem, gemarineerde aubergine, een in rode wijn gemarineerd kwarteleitje, olijven, superzoete tomaten met paars basilicum, plakjes worst en ham, stukjes kaas, mais, 2 soorten van iets dat leek op frittata. Als we van het brood door waren blijven eten, was dit genoeg geweest. Ik heb vooral van de groente doorgegeten. De gemarineerde aubergine was echt heel lekker. Ik denk dat de aubergine eerst gedroogd of gefrituurd was en daarna op olie en azijn met kruiden gezet. Het leverde een hele vlezige smaak op in elk geval.









De primo piatto bestond uit tagliatelle met een heerlijke paddenstoelensaus.



Vervolgens werd het vlees op tafel gezet. Een bord met een ganzenpoot en wat polenta. Mooi in 3/4 stukjes gesneden. Dat kon er nog net bij dacht ik. Maar toen kwamen er dus nog 2 soorten vlees op tafel: superlekker en mals rundvlees (een soort draadjesvlees) en geroosterd varkensvlees. Met nog wat aardappelgerechtjes. Daar hebben we toch wel wat van laten liggen; het was gewoon te veel.



Ook al hebben ze nog zoveel gegeten, bij manlief en GZQ zijn er altijd wel gaten voor de dolci. Bij mij is dat meer een klein gaatje. Eerst kregen we een elk mooi bordje met wat gemarineerd vers fruit (bramen, frambozen) en ingemaakte kornoelje en een beetje cheesecake. Daarnaast elk een bramensorbetijsje op een bramentakje. Twee toetjes dus. En toen kwamen er ook nog 2 desserts om te delen: koffieparfait met vers gebrande koffieboontjes en een knalroze bol. GZQ mocht die kapot slaan. De bol was van rozensorbetijs (ik vond dat te waterig) met daarin ander rozenijs.






Ik vroeg naar de naam van het kleine rode vruchtje. In het Italiaans "corniolo" en in het Albanees "thane". Het groeide een paar dagen later ook in de tuin van ons guesthouse in Berat. De eigenaresse liet ons de tuin zien en probeerde GZQ vol te stoppen met pruimen. Ze was helemaal onder de indruk toen ik de kornoelje aanwees en "thane" zei. Overigens zo jammer dat we niet later waren, want nu waren er nog geen rijpe vijgen en granaatappels. 

Voor deze enorme hoeveelheid eten van goede kwaliteit en een halve liter rode huiswijn betaalden wij met z'n drieën 5.300 lek, dat is ongeveer € 42. 

maandag 10 september 2018

Vakantie-eten - Albanië 1 - avondeten en lunch

Albanië. De mannen hadden er eerst wat moeite mee (Armenië, Azerbeidzjan) om te onthouden wat mijn vakantie-idee was, maar gaandeweg februari - juni is het wel geland. GZQ heeft die 4 maanden lopen mopperen over mijn wandelplan dat ik gewoon heb doorgezet. Kom op, 1 flinke wandeling overleeft een puber wel hoor.
De eet-reisverhalen in de Bouillon en op mooncake klonken zo aanlokkelijk dat Albanië mij een goede vakantiebestemming leek. Niet te toeristisch, goed eten, mooie natuur, wat cultuur en historie, prettig prijsniveau en niet al te ver weg. Na het boeken van de heenvlucht, pluisde ik deze reisgids uit en dit werd ons reisschema: Amsterdam - Tirana - Shkoder - Valbona - Teth - Shkoder - Durrës - Berat - Gjirokaster - Ksamil - Sarandë - Corfu (Griekenland) - Amsterdam.
In deze blogpost laat ik zien hoe we Albanië culinair beleefd hebben. Als je meer wilt weten over het reizen, mail me maar of laat een reactie achter.

Albanië grenst aan Montenegro, Kosovo, Macedonië en Griekenland en de Adriatische Zee. Aan de overkant daarvan ligt Italië. Die invloeden zie je terug in de Albanese keuken. Je ziet veel picera's (= pizzeria's) en overal kun je goede koffie drinken. Italiaans ijs was soms wat moeilijker te vinden.

De eerst avond deden we gemakkelijk en gingen bij de pizzeria onder ons appartement in Tirana eten. Dat bleek een goede keus, dus de avond erna aten we er gewoon nog een keer. Keus genoeg. In Shkoder aten we erg lekkere pasta pesto bij pasta e vino. Die staat niet op de kaart omdat ze niet altijd hun pesto zelf kunnen maken. Bij GZQ was het bord binnen no-time leeg, en hij lustte nog wel een bord. Voor de 500 lek (± € 4) mocht dat wel.


bord pasta pesto shkoder

Nu is manlief een beetje Tripadvisor-aanhanger, maar dat is niet altijd maatgevend. Ieder zijn mening immers. Bijvoorbeeld de pizza in Ksamil (dat was nummer 11 op TA - Italiaanse restaurants) was echt een stuk lekkerder (en was ook nog goedkoper) dan de pasta die we de avond ervoor bij nummer 2 hadden. Ja, het uitzicht was daar mooi, maar ik vind lekkerder eten belangrijker. En in Berat hadden we iets dergelijks. Het verschil tussen nummer 4 en 2 was echt groot en lees je niet echt in de reviews. De pasta bij nummer 4 op dag 1 was eetbaar, maar de pasta, gehaktballen en het lam bij nummer 2 op dag 2 waren goed. In Berat aten we trouwens ook lekkere pita als lunch met daarbij de lekkerste patatjes van de vakantie. Albanezen en frietjes zijn niet zulke goede vrienden. Hier wel.

Vanuit Tirana lieten we ons met de kabelbaan omhoog voeren naar Mount Dajti. Daar liepen we een klein beetje rond en verbaasden ons vooral over de hoeveelheid troep die picknickende mensen achterlieten. Mooie wandelpaden (je kunt wel naar de top wandelen) ontdekten we helaas niet. Wel een restaurant met verse vis. De forel werd zo voor je neus uit het kristalheldere water geschept.



De Balkan-invloeden zie je terug in de gerechten met lamsvlees. Het staat meestal als gewichtseenheid (bijvoorbeeld 500 gram) op de kaart. Dat is dan inclusief bot en vet. Met bot is prima, maar te drillerig vind ik niet zo geslaagd. Het beste lamsvlees aten we hier, toen we - met een omweg - van the blue eye naar Sarandë reden. Verder staat overal de Albanese salade op de kaart. Dat is wat de meesten zullen kennen onder de naam Griekse salade. In het zuiden van Albanië stond ie ook wel zo op de kaart. Altijd tomaten en komkommer en olijven, soms sla, soms ui, soms paprika, en soms feta. Meestal 150-250 lek, dus bestelden we bijna altijd de salade bij de rest van ons eten. Of we kozen voor gegrilde groente (perime zgare). Bij uit eten gaan in Albanië in het gemakkelijk om aan je dagelijkse portie groente te komen. Bij uit eten gaan in Nederland vind ik vaak dat er te weinig groente bij een gerecht zit. In Albanië kozen we, ook omdat we met z'n drieën waren, vaak van alles wat en deelden dat met elkaar.

Uit eten gaan in Albanië kost niet veel. Voor avondeten waren we meestal tussen de € 20 en € 30 kwijt, maar dan hadden manlief en GZQ eigenlijk altijd 2 keer iets te drinken.  Als je wijn bij je eten wilt drinken, ben je voor een halve liter jonge, lichte huiswijn 300-400 lek kwijt. Volgens manlief was dat lekkere wijn. Als je geluk hebt, ben je dat in Nederland voor een glas kwijt.

Lunch en avondeten hebben we vaak - met een potje regenwormen of graantje-de-voorste - in restaurants gedaan. Ook hadden we een keer een echt lunchpakket mee. Tijdens onze grote wandeling van Valbona naar Teth hebben we daar heerlijk van gegeten. Dat had het Rilindja goed verzorgd.



Albanië heeft best een grote kustlijn. Vlakbij Divjake aten we bij Ali Kali. In de reisgids werd hij summier genoemd en leek ons wel grappig omdat daar stond dat er vanaf een paard geserveerd werd. Nou ja, dat deed hij af en toe omdat hij nu eenmaal daar om bekend stond. Verder draafde hij snel op en neer om ons te voorzien van vis tot we niet meer konden. Eerst garnalen en mosselen van de houtoven. En daarna een hele vis per persoon. 



En nog een vis:



En nog 1 als we wilden. Maar wij zaten propjevol. En de rekening? Nog geen 3000 lek, want GZQ was gratis.

Wat biedt de Albanese keuken nog meer? Je ziet heel veel gerechten met kaas op de kaart staan. De kaas is dan een witte kaas, een beetje feta-achtig. Om te snacken koop je byrek. Kaas (of vlees of groente) in bladerdeeg. Ook aten we ergens fergese - een ovengerecht met paprika, tomaat, kaas en yoghurt. In die versie mocht van mij de kaas gehalveerd en de groente verdubbeld worden. In Gjirokaster aten we heerlijke Albanese specialiteiten bij Odaja: een auberginegerecht, kaas in filo met sesam en honing en rijstballen. 



Een lunch heb ik bewust buiten deze blogpost gelaten. De eetbelevenis bij Mrizi i Zanave verdient een eigen plek.

donderdag 6 september 2018

Mosselen (of kip) in pittige chilisaus


Om eerlijk te zijn ben ik niet zo van de geen of minder suiker en het vaak daarmee gepaard gaande gebruik van (kunstmatige) zoetstoffen. Een grote leverancier van (teveel) suiker, frisdrank of vruchtensap, drink ik eigenlijk niet. Ik houd het bij thee en water en 1 kop koffie met een klein schepje suiker. Dat wel. Verder gebruik ik weinig pakjes en zakjes bij het avondeten, dus daar komt geen extra suiker mee naar binnen. Dus ik zie voor mezelf niet zoveel noodzaak om producten met minder suiker te kopen.
Daar komt bij dat ik bepaalde suikervervangers vaak niet lekker vind. In de vakantie (toen heb ik wel - zeker voor mijn doen - veel cola gedronken, maar daar staat tegenover dat we haast geen koekjes of taart hebben gegeten) dacht ik "ik neem een keer sprite ter afwisseling; vroeger koos ik altijd 7up in plaats van cola." Bij de eerste slok had ik daar al spijt van: bah, aspartaam. Ik voel dat in mijn keel. Later herinnerde ik me dat ik ergens een keer gelezen had dat Sprite nog maar 1 variant kent: alleen nog suikervrij. Volgens onderzoek vindt de consument met en zonder net zo lekker smaken. Duidelijk dus dat ik niet met dat onderzoek heb meegedaan.  Blijkbaar kreeg ik geïmporteerde Sprite, want de Sprite in Albanië heeft nog gewoon suiker. Naast aspartaam ben ik ook niet echt een liefhebber van stevia. Thuis in de koelkast staat limonadesiroop mango-biet-appel van de AH. Dat leek me wel wat om te proberen. Een wat volwassener smaak limonade. Maar hierin zit onder andere stevia. En dat proef ik als een soort nasmaak van drop. Ook niet geslaagd voor mij.
Ik was dus benieuwd of je de suikervervanger (stevia) in deze chilisaus met minder suiker van Improba*) ook proeft. Ik niet. Als jij dus geregeld chilisaus gebruikt en je suikerinname iets wilt verminderen, zonder het te proeven is dit product een goed alternatief.

Bij deze mosselen (of kip) in pittige chilisaus aten we mihoen met paprika, spitskool, mango en lente-ui.

Pittige chilisaus

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
  • 1 eetlepel zonnebloemolie
  • 1 ui, fijngesnipperd
  • 4 centimeter gember, fijngehakt
  • 1-2 kleine scherpe rode pepertjes (rawit), heel fijngehakt
  • 150 milliliter zoete chilisaus
  • 300 gram gekookte mosselen of 300 gram kipblokjes
Verhit de olie in een pan(netje) met dikke bodem. Fruit ui, gember en peper een paar minuten tot ze beginnen te kleuren. Voeg de zoete chilisaus en 100 milliliter water toe. Breng aan de kook en laat 5 minuten pruttelen. 
Als je  mosselen gebruikt: Laat de mosselen op laag vuur warm worden in de saus. 
Als je kip gebruikt: Bak de kipblokjes in een klein beetje olie op hoog vuur rondom bruin. Doe de saus er bij en nog 2 eetlepels water. Breng aan de kook en laat daarna op laag vuur ± 10 minuten pruttelen tot de kip gaar is. 

*) de chilisaus kreeg ik in via Kroonophetwerk in de foodybox zomer 2018

maandag 3 september 2018

Pompoen, zwarte en gele boontjes, waterkers met noten en blauwe kaas

Deze plek stond al lang op mijn lijstje om een keer naar toe te fietsen: de Ommuurde tuin in Renkum. Een prachtige moestuin met veel bijzondere groentesoorten waar je door heen mag lopen, kunt zitten en een kopje soep nemen en verse groente kunt kopen. Het kwam er maar niet van, tot ik op een najaarsdag vorig jaar eindelijk mijn fiets pakte. Het plan was heen via de dijk en terug via Oosterbeek, maar gezien de harde tegenwind op de heenweg verwisselde ik dat maar snel even. Dus heen was af en toe een helling op,  maar terug ging super met de wind in de rug op een open dijk. Ik kocht er onder andere gele snijbonen en paars-zwarte sperziebonen. Waar ik bang voor was, gebeurde ook: paars-zwarte kleurstof lost op in water. Ik hield donkergroene sperziebonen over. 



Ik kocht er onder andere de paars-zwarte sperziebonen en gele snijbonen die je hierboven op de foto ziet. Waar ik bang voor was gebeurde ook: bij het koken loste de paars-zwarte kleurstof op in het water. Ik hield donkergroene sperziebonen over. Als je goed kijkt op de foto hieronder, zie je dat ze net iets donkerder zijn dan normaal. 


Pompoen, zwarte sperziebonen en gele snijbonen met noten en blauwe kaas

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 2 personen)
  • 1 kleine hokkaidopompoen (±800 gram)
  • 1 eetlepel (olijf)olie
  • 3 teentjes knoflook, ongepeld
  • 250 gram (zwarte) sperziebonen
  • 250 gram (gele) snijbonen
  • handvol waterkers (±1/4 bosje)
  • 75 gram fourme d'ambert (of andere blauwe kaas), in kleine stukjes
  • 75 gram gemengde noten, geroosterd
  • 3 eetlepels hazelnootolie
  • 1 eetlepel appelciderazijn
  • peper, zout
Was de pompoen en verwijder eventuele lelijke stukjes schil. Halveer en schep de pitten en draden eruit. Snijd de pompoen in blokjes. Doe de blokjes in een ovenschaal met de teentjes knoflook en schep om met de olie. Zet in de oven en laat op 180C in 20-25 minuten gaar worden. 
Haal de boontjes af. Kook de zwarte sperzienbonen in een bodempje water een paar minuten tot ze net gaar zijn. Heel misschien zit er dan nog wat zwarte kleur in. Giet af en spoel even met koud water na. Ze hoeven niet helemaal af te koelen maar ze moeten ook niet meer doorgaren. 
Snijd de gele snijbonen in stukjes van 2 centimeter en kook deze ook een paar minuten. Spoel ook kort af om de ergste hitte eruit te krijgen. 
Meng de hazelnootolie met de azijn en pers de teentjes gepofte knoflook erboven uit. Breng op smaak met peper en zout. 
Meng de dressing door de pompoen en schep de zwarte en gele boontjes erdoor. Meng de waterkers erdoor. Bestrooi met de noten en de blauwe kaas.