woensdag 27 december 2017

Camembert uit de oven met roze peper, walnoot en tijm


Dat was een luxe uitvoering van de foodybox die ik ± 2 weken voor kerst ontving via Kroonophetwerk. Een echt kerstpakket. Met onder andere veel koffiecapsules, een fles Amarula, oesters, een mok van Le Creuset die is geconfiskeerd door manlief voor zijn thee en de Cheese Baker van Boska die ik maar meteen gebruikte. Ons avondeten bestond die avond uit de oesters en deze hele cambembert uit de oven. De Cheese Baker is een mooi ovenschaaltje waar precies een camembert in past. Daarin laat je in de oven de kaas zacht worden en daarna zet je het schaaltje op het onderstel waar een waxinelichtje in past. Op die manier blijft wat in het schaaltje zit warm.

De schaal mag dan wel Cheese Baker heten, maar er kwam ook een stukje nostalgie naar boven. Vroeger aten wij heel geregeld gekookte aardappels, groente en een stukje vlees. Daar hoort natuurlijk jus bij. Wij hadden dan ook een warmhoudlichtje voor de juskom. Ik denk omdat mijn vader niet zo snel eet. Dus mocht ik in de toekomst toch een keer een AGV'tje doen dan heb ik nu dus ook een juskom met lichtje.

Hoewel het schaaltje perfect gemaakt is voor een kaasje zo groot en rond als camembert, kun je er natuurlijk ook andere kaas in laten smelten. Met alle restjes kaas van kerst, een scheutje witte wijn erdoor en de restjes groente, brood en crackers om erin te dopen maak je snel een lekker maaltje. 

Dit is mijn laatste blog over 2017. Dank je wel voor het lezen van mijn recepten. Een goede jaarwisseling gewenst en tot volgend jaar. 


Camembert uit de oven met roze peper, walnoot en tijm

(2 personen)
  • 2 theelepels notenazijn
  • 2 theelepels roze peperkorrels, licht gekneusd
  • 2 theelepel verse tijmblaadjes
  • 1 camembert
  • 2 theelepels (tijm)honing
  • 3 walnoten, in stukjes gehakt
  • bruin (stok)brood met walnoten
  • 150 gram flower sprouts / kalettes
  • 100 gram kleine bloemkoolroosjes
Verdeel 1 theelepel notenazijn, roze peperkorrels en verse tijmblaadjes over de bodem van de vorm. Leg hierop de camembert. Maak in de bovenkant van de kaas een aantal snedes, ongeveer 1 centimeter van elkaar. Verdeel de rest van de azijn, de peperkorrels, de tijm en de honing en walnoten over de bovenkant van de camembert. 
Bak de camembert ± 15 minuten in een oven van 180C. Bak het stokbrood eventueel de laatste 10 minuten mee om weer knapperig te worden.
Kook de bloemkool 3 minuten en spoel af met koud water. 
Stoom de flower sprouts 5 minuten.
Verdeel de groente over een mooie schaal, leg het brood op een plan met een mes, steek het waxinelichtje aan en zet de kaasvorm op de houder. Dip de groente en het brood in de gesmolten kaas. 

vrijdag 22 december 2017

Heel veel kerstkoekjes en Rosensterne


Hier kon ik vorig jaar nog niet over bloggen. Dan was het geen verrassing meer geweest. Voor alle (schone) broers & zussen die we met kerst zagen had ik namelijk heel veel kerstkoekjes gebakken.



De inspiratie voor dit bakproject kwam van de blog van Sophie, etenmaken. Zij komt uit een familie met Duitse wortels en in Duitsland zijn kerstkoekjes een traditie. Op haar blog staan mooie achtergrondverhalen hierover.

Welke koekjes maakte ik?

Natuurlijk mijn Aachener Printen. Omdat ik immers voor de rest van mijn leven pottasche heb, zal ik ze dit jaar ook weer bakken.

Ik bakte driedubbele gemberkoekjes. Met gemberpoeder, met verse gember en met gemberbolletjes. Die vond ik zelf erg lekker, maar ik vind gember dan ook lekker. Ik kan me voorstellen dat voor de neefjes&nichtjes die smaak iets te heftig was.



Een bijzonder koekje zijn deze springerle. Al wat opvallend door de anijssmaak, maar ook geen standaarddeeg en bakmethode. Zulke mooie vormen als Sophie heb ik niet, maar ik was wel trots op het resultaat. Mijn springerle hadden ook mooie voetjes gekregen. Dit jaar heb ik ze ook gebakken maar ze zijn wat minder mooi geworden. Beginnersgeluk dus vorig jaar.




Ook bakte ik zimtsterne - kleine koekjes van een glutenvrij deeg met amandelen en natuurlijk kaneel. Het was inderdaad een kleverig deeg, maar met een bakje fijne kristalsuiker ernaast voor de steker was het prima werkbaar.




Ik besef dat ik nu een traditie schend maar ik wil niet een recept 1 op 1 overnemen. Ik heb daarom dit jaar koekjes gebakken waar ik de basis van de zimtsterne neem: gemalen amandelen, suiker en eiwit. Deze keer niet kaneel als smaakmaker, maar rozenwater. Het zijn dus Rosensterne geworden.

Als laatste bakte ik vorig jaar nog een koekje dat gebaseerd was op vanillekipferl maar dan een chocolade variant met een hint sinaasappel. Ik vond het deeg al wat zacht bij het vormen en na het bakken bedacht ik me dat ik de bloem vergeten was (of het ei). Ik kan me nu niet meer herinneren wat er toen niet goed ging. Ondanks die misser was het eindresultaat eigenlijk best lekker.

kerstkoekjes op oranje schaaltje


Rosensterne

  • 375 gram gemalen amandelen
  • 3 eiwitten
  • 250 gram poedersuiker
  • 1/4 tot 1 theelepel rozenwater
Je kunt gemalen amandelen kopen maar ik maalde hele amandelen, deels blank en deels nog met het velletje, fijn in de keukenmachine. Eigenlijk moeten de amandelen niet zo fijn zijn als amandelmeel.
Klop de eiwitten in een brandschone kom stijf. Klop er de poedersuiker door tot je een dik, glanzend, kleverig schuim hebt. Schep 2 volle eetlepels van het schuim in een kommetje en houd apart. 
Meng de amandelen en het rozenwater door het eiwitschuim in de kom. Hoeveel rozenwater is afhankelijk van de sterkte van het rozenwater dat je gebruikt en je smaak. Als je nooit eerder iets met rozenwater hebt gemaakt, begin dan voorzichtig met een paar druppels. Proef het deeg. 
Pak een vel plastic folie. Schep hierop het amandeldeeg. Dek af met een ander stuk plastic folie. Laat koud worden in de koelkast. 
Bekleed 2 bakplaten met bakpapier of bakfolie. Rol het deeg tussen het plastic folie uit tot zo'n 3-4 millimeter dikte. Steek er met een kleine sterretjeskoekjessteker - die je tussentijds heel geregeld in het bakje suiker doopt - koekjes uit en leg deze dicht op elkaar op de bakplaat. Ik gebruikte het plastic folie ook om het deeg dat na het uitsteken overbleef weer bij elkaar te verzamelen door het op te tillen, het deeg via de onderkant los te tikken en dan in het midden bij elkaar te laten vallen. Dan het bovenste folie er weer op en dan kun je het weer uitrollen. Raak het deeg in elk geval zo min mogelijk met je handen aan, maar probeer het zoveel mogelijk via het plastic te hanteren. De eerste koekjes probeerde ik met een paletmes op de bakplaat te leggen, maar daar blijft het deeg ook aan plakken dus dat werkte niet zo goed. Ik tilde nu het koeksterretje in het uitsteekvormpje van het werkblad en met een beetje schudden liet ik het dan op de bakplaat vallen. Dat werkte prima. 
Verwarm de oven voor op 100C hetelucht. 
Bestrijk de bovenkant met het achtergehouden eiwitschuim. Bak de koekjes 15 minuten op 100C. Verlaag dan de temperatuur tot 80C en bak nog 10 minuten. Ze mogen nog een tikje kleverig zijn. Bij mij duurde het wel 10 minuten langer maar ik had dan ook 2 bakplaten tegelijk in de oven zitten. Til ze met bakpapier en al van de bakplaat af en laat ze zo afkoelen.

vrijdag 15 december 2017

Pompoenrol met quinoa en biet en soja-oesterzwammen


Helaas, weer geen reis naar Japan gewonnen. Kikkoman organiseerde dit jaar voor de derde keer een receptenwedstrijd. Dus deed ik weer mee, en wel met dit recept. Het verzinnen en uitwerken van een recept aan de hand van een "opdracht" blijft een leuke bezigheid. 
Mijn idee was om een soort reuzennorirol te maken. Geen reuzensushi, want er zou geen rijst in komen, en de naam sushi slaat op de rijst, niet zozeer op de vorm. In eerste instantie wilde ik de rol wel omwikkelen met nori, dan in stukken snijden en de plakken nog verwarmen. Gelukkig zocht ik eerst wat informatie op, want zeewier blijkt niet zo goed tegen vocht te kunnen. Dan wordt nori taai. De buitenkant werd dus pompoen. 

Waarschijnlijk houd je na het vullen diverse elementen over. Rooster de rest van de pompoen en maak er de volgende dag een soort pokebowl van als lunch.  

Als je in plaats van boter bijvoorbeeld kokos- of koolzaadolie is deze pompoenrol zelfs een veganistisch gerecht. Mooi om indruk te maken met kerst. 


Pompoenrol met quinoa, biet en soja-oesterzwammen

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 2 personen)
  • 1 flespompoen, met een zo recht en lang mogelijke hals *)
  • peper, zout
  • 100 gram (zwarte, witte en rode) quinoa
  • 50 gram gemengde noten
  • 1 theelepel (+ een paar druppels) sesamolie
  • 250 gram gare rode biet
  • 100 gram oesterzwam
  • 1 klein stukje nori (een paar vierkante centimeter is genoeg)
  • klontje boter
  • 1,5 eetlepel kikkoman sojasaus (minder zout)
  • 2 theelepels notenazijn
Leg 2 sushimatjes plat neer en leg hierop een stuk plastic folie dat een stukje groter is dan het matje zodat je het plastic er omheen kunt vouwen.
Snijd de hals van de pompoen. Schil de hals van de pompoen en snijd het stuk pompoen zo bij dat het net zo breed is als je mandoline (of ander schaafapparaat). Bij mij was dat ± 6 centimeter. De lengte van de pompoenhals was ± 14 centimer. Schaaf met de mandoline dunne (1-2 millimeter) plakken van de pompoen.
Breng water aan de kook met wat zout. Blancheer hierin de pompoenplakken 1-2 minuten tot ze net wat buigzamer worden. Schep de pompoenplakken voorzichtig uit het water en laat iets uitdruppen. Leg ze, elkaar iets overlappend, op de sushimatjes. Bestrooi met wat peper en zout. 
Breng water aan de kook met wat zout (of hergebruik het water waarin de pompoen is geblancheerd) en kook de quinoa gaar volgens de aanwijzing op de verpakking. Dit zal zo'n 10-15 minuten duren. Giet af. Meng de noten met de sesamolie en rooster ze in een verder droge koekenpan 2-3 minuten. Laat afkoelen op een bord. Hak 2/3 van de noten in kleine stukjes, ± 5 millimeter. Hak de rest van de noten grof; elk in 2-3 stukken. 
Pureer 50 gram van de gekookte biet. Breng op smaak met een beetje peper en zout en een paar druppels sesamolie. 
Snijd de rest van de biet in kleine blokjes. Dit wordt samen met de quinoa de vulling van de rol, dus maak de blokjes echt klein, anders rolt het niet goed. Ongeveer 4-5 millimeter. 
Scheur de oesterzwam in dunne repen. 
Rooster het stukje nori even boven een gasvlam. Knip de nori in flinterdunne reepjes. 
Roer de bietenpuree, de blokjes biet en de gehakte noten door de quinoa. 
Verdeel het quinoamengsel in een brede streep over de pompoen. Duw een beetje aan. Het is de bedoeling dat je een rol van ongeveer 5 centimeter doorsnee krijgt. Rol met behulp van het sushimatje de pompoen tot een rol. Het is een beetje een priegelwerkje en waarschijnlijk valt er aan de zijkanten wat quinoa uit. Een beetje aanduwen kan, maar niet te hard want dan breekt de pompoen. 
Verhit een koekenpan en laat een klontje boter smelten. Bak de reepjes oesterzwam op hoog vuur. Blus af met de azijn en sojasaus. Zet het vuur uit. 
Pak 2 (voorverwarmde) borden. 
Snijd de pompoenrol met een scherp mes in 7 plakken. De zijkanten kun je smaller houden en gebruik je nu niet. Schep de plakken voorzichtig op de borden. Verdeel de oesterzwammen met het beetje vocht, de achtergehouden noten en de reepjes nori erover. 

*) je gebruikt lang niet alle pompoen. Zie ook de opmerkingen in het inleidende stukje tekst. 

woensdag 13 december 2017

Nostalgisch kerstmenu - parfait met vanille, chocolade en bosvruchten


Bij een nostalgisch kerstmenu mag een toetje natuurlijk niet ontbreken. Dat was ijs. Eerst was dat gewoon vanille- of roomijs met chocoladesaus uit een flesje en misschien wel vruchtjes uit blik, die ook in het kerstpakket zaten. Ook lekker was met hagelslag en dat er dan doorheen prakken zodat je een soort zachte smurrie kreeg. Later was dat ook vienetta. Dus ijs met chocolade.
Ik maakte een parfait. Dat is makkelijk ijs om te maken omdat je er geen ijsmachine voor nodig hebt. Handig is ook, dat het prima een paar dagen van tevoren te maken is. De structuur blijft goed.
Om het idee van de vienetta erin te houden had ik de chocolade getempereerd. Nou ja, proberen te tempereren. Chocolade wordt op een bepaalde manier gesmolten die ervoor zorgt dat als de chocolade weer stolt je knapperige, glanzende chocolade krijgt. Daar moet ik nog een beetje mee oefenen, dus in het recept zal ik het makkelijk houden. Door de parfait gaat gehakte chocolade. Eigenlijk een stracciatellaparfait dus. 
Als je meer het laagjeseffect van een vienetta wilt hebben, moet je de chocolade smelten naar de juiste temperatuur en dit heel dun uitsmeren op bakpapier. Als de chocolade hard geworden is, kun het het in stukken verdelen en die om en om met een beetje parfaitmengsel in de vorm scheppen. 


Vanilleparfait met chocolade en bosvruchten

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 8 personen)
  • 100 gram pure chocolade
  • 1 vanillestokje
  • 3 eidooiers 
  • 100 gram fijne kristalsuiker 
  • 2,5 deciliter slagroom
  • 400 gram gemengde bosvruchten (diepvries)
  • eventueel beetje suiker of likeur
Bekleed een cakevorm (glas of metaal) met plastic folie. Zorg dat je nog zoveel folie over de rand hebt hangen dat je de parfait straks kunt afdekken. Probeer het folie zo glad mogelijk tegen de wanden en bodem te krijgen. 
Hak de chocolade fijn. Het hoeft geen poeder te worden, een paar iets grotere stukjes is ook lekker. Het ligt er een beetje aan hoe grote stukjes chocolade je in je ijs wilt hebben.
Halveer het vanillestukje* over de lengte en schraap met de punt van een mesje het merg eruit. 
Klop de eidooiers met het vanillemerg in een grote kom tot een dik, luchtig mengsel. Dit duurt zeker 5 minuten, maar iets langer kloppen is niet verkeerd. 
Verwarm ondertussen 60 milliliter water met de suiker en roer even goed door zodat de suiker oplost. Breng aan de kook. Giet de hete suikersiroop bij de eidooiers terwijl je blijft kloppen. Klop een paar minuten door tot het mengsel wat afkoelt.
Klop in een andere kom de slagroom net stijf. Spatel de slagroom door de afgekoelde eiervla. Als de vla te warm is, smelt de slagroom. 
Schep een deel van het mengsel in de vorm, bestrooi met chocolade (of gebruik de plakjes) en wissel zo vla en chocolade af. Strijk de bovenkant van de parfait glad. Vouw het folie over de parfait. Laat de parfait in minimaal 6 uur bevriezen. 
Laat de bosvruchten ontdooien. Houd een paar mooie vruchtjes apart. Breng de rest aan de kook en pureer heel even met de staafmixer. Het hoeft geen gladde saus te worden. Voeg eventueel een beetje suiker of een scheutje likeur toe. Doe de hele vruchtjes er weer in. Serveer de bosvruchtensaus warm, lauw of koud bij het ijs. 
Voor het serveren vouw je het folie terug, stort je de parfait op een schaal, verwijder je de folie en snijd je de parfait in plakken. 

*) Je gebruikt in dit recept het merg. Stop de lege peul in een potje (fijne) kristalsuiker zodat je suiker met een vanillearoma krijgt. 

maandag 11 december 2017

Nostalgisch kerstmenu - kip met tutti frutti

Als tweede onderdeel van mijn nostalgische kerstdiner maakte ik kip met tutti frutti. Niet dat wij dat vroeger standaard met kerst aten. Ik kan me herinneren dat we ook een keer konijn hebben gegeten, en vast ook wel een keer rollade. Maar zeker ook hele kip met tutti frutti erbij. In dit recept gebruik ik kipkarbonades. 



Ik geef zo het recept voor de kip maar eerst de bijgerechten. Mijn moeder gebruikte kipkruiden uit zo'n blikje voor het op smaak brengen van de kip. Als het vel van de kip goed knapperig was, was dat lekker. Wel een beetje zout. De smaakmakers die ik bij de kip gebruikt, zijn meer van nu. 

Tutti frutti: de supermarkt heeft voor mij al gedroogde pruimen, peren, abrikozen en appel in een zak gedaan. Ze moeten de machine wel wat nauwkeuriger afstellen hoor, want in het ene zakje zaten 5 appelschijven en in het andere maar 1. Doe de tutti frutti in een pan met water (of gebruik half appelsap of witte wijn en half water) en een kaneelstokje of steranijs (of allebei). Breng aan de kook, laat 15 minuten doorkoken en dan in het kookvocht afkoelen. Als je niet alleen water hebt gebruikt, is het lekker om na het afkoelen het fruit eruit te scheppen en het kookvocht verder in te laten koken. 

Aardappelbolletjes: niet echt van vroeger thuis, maar van vroeger bij opa en oma. Als wij bij oma aten, maakte ze heel vaak van die voorgebakken balletjes van aardappelpuree die je in de vriezer bij de supermarkt vindt, klaar in de oven. Dus ook een stukje nostalgie. Ja, en daar moet mayo bij. 

Spruitjes met spekjes: Spekjes bakken, spruitjes net gaar koken en dan nog even met de spekjes meebakken. 

Broccoli: Dat zal van latere jaren zijn, want zo lang is broccoli nog niet ingeburgerd. Om het net iets minder saai te maken, bakte ik wat knoflookplakjes en fijngehakte rode peper in olie en roerde dat door de broccoli. 

Rode kool: dat was een mengsel van een pak diepvries uit de supermarkt en een bak uit mijn vriezer. Ik ben geen held in rode kool klaarmaken, maar op deze manier probeerde ik het weer een keer, en die was goed gelukt. 

Natuurlijk heeft dit nostalgische kerstdiner ook een toetje. Dat lees je over 2 dagen. 


Kip uit de oven 

(recept bijnanetzolekkeralsthuis - 4 personen)
  • rasp en sap van 1 sinaasappel
  • 1 theelepel sambal
  • 1 eetlepel sojasaus
  • 1 theelepel gemberpoeder
  • 4-8 kippendijen met bot en vel (oftewel: kipkarbonades)
Meng sinaasappelsap, sambal, sojasaus en gemberpoeder door elkaar tot een marinade. 
Maak in elke kippendij een paar inkepingen en wrijf de marinade in de kip. Laat minimaal een half uur in de koelkast intrekken, maar langer mag ook. 
Verwarm de oven voor op 200C. 
Leg de kip in een braadslee. Bak de kip in 30-45 minuten goed gaar. Eventueel kun je op het laatst de grill er bij aan doen om een knapperig vel te krijgen. 

zaterdag 9 december 2017

Leesvoer - de Allerhande


Tijd voor weer een stukje in de categorie "leesvoer". Recepten precies volgen, daar ben ik niet zo goed in. Als ik kook, combineer ik vaak een aantal recepten die ik ergens heb gelezen. Een van die bronnen is natuurlijk de Allerhande, het kookmagazine van de AH. Ook de Boodschappen, onder andere verkrijgbaar bij de Coop, pak ik elke keer mee.

Ik ben trouwens ook heel blij met magazines van buitenlandse supermarkten. Dus als je er 1 ziet, denk dan even aan mij en neem er 1 mee.

Mijn moeder nam ook altijd de Allerhande mee. Toen wij ± 25 jaar geleden verhuisden heb ik die hele stapel van toen uitgeplozen, recepten uitgeknipt, en er later mijn eigen boekjes van gemaakt. Ook recepten uit de krant (mijn broertje had een krantenwijk met de Volkskrant en de Trouw) en de Libelle kwamen daarin. Ook al heb ik daar niet veel van gemaakt en de kans is niet zo groot dat dat nog gebeurt, weg doe ik ze niet.


Je kunt wel zeggen dat door ondere andere het lezen van al die recepten ik mezelf heb leren koken. Voor mij zijn dit soort magazines dus echt leesvoer. Meestal bewaar ik ze tot ik er even goed voor kan zitten, maar deze kerstallerhande heb ik nu al doorgelezen om dit stukje te kunnen schrijven. Ik leid jullie er doorheen. Wat gaan Nederland koken met kerst? Nou ja, wat zou AH graag zien dat Nederland gaat koken met kerst?

Voorop de Allerhande staat hèt dessert: een mooi versierde meringuekrans, waarvoor je zelf de meringues maakt. Maar voor wie daar geen tijd voor heeft, heeft AH natuurlijk een kant-en-klaar alternatief. De krans is versierd met citroenyoghurt en fruit. Blijkbaar heeft AH geleerd van eerdere jaren. Toen stond er voorop een mooie taart met frambozen of aardbeien dacht ik. In elk geval met niet-seizoensfruit. Nu wordt er diepvriesfruit gebruikt. Overigens in heel veel van de toetjes. Dat doe ik zelf ook. Lekker makkelijk. Wat ik alleen niet snap is dat de meringuekrans bedoeld is voor 8 personen en er dan maar 6 macarons op gaan. Maak er daar gewoon 8 van, krijg je ook geen ruzie. Op de chocolade-karamelvariant gaan namelijk wel 8 pralines.

De indeling van de Allerhande is dit jaar niet op thema maar op soort gerecht. Eerst komen er wat hapjes voor een kerstdiner op school (blijkbaar is dat tegenwoordig ook een must aan het worden), wat tips en recepten voor restjes op 3e kerstdag, cocktails&mocktails voor oudejaarsavond en dan aangeland op bladzijde 102 beginnen de voorgerechten. Tien stuks, waarvan 2 vegetarisch. Dat valt me een beetje tegen, omdat je in het hoofdgerecht vaak al relatief veel vlees of vis hebt zitten. Dan kies ik ervoor om het voorgerecht vegetarisch te houden. Overigens zit daar wel een zoals dat heet showstopper bij: een hele avocado gevuld met geitenkaas en gerold in nootjes. Die eet je dan met z'n tweeën. Overigens komt deze avocado uit het kookboek Avocado van Colette Dike. 
In het recept voor ingelegde zalm gaat wel veel zout vind ik. In mijn versie gebruik ik een derde van die hoeveelheid. 

Vervolgens zijn de bladzijden 128 tot en met 152 bestemd voor de hoofd- en bijgerechten. Van de 12 hoofdgerechten zijn er 3 vegetarisch. Ook daar komt de showstopper uit een boek: Groente! van Niven Kunz. Een hele flespompoen wordt op de hasselbackmanier klaargemaakt, samen met onder andere quinoa en sinaasappel. Dat is een leuk idee om pompoen zo klaar te maken. Verder de beet Wellington die ik een paar jaar terug bij Masterchef Australia al oppikte en nog steeds op mijn te koken lijstje staat. Van de bijgerechten zijn 6 van de 9 vega.

Tot slot het belangrijkste: de toetjes. Negen stuks, waarvan geen 1 lactosevrij en bijna de helft glutenvrij. Dus voor mijn kerstmenu wordt het geen Allerhande kerstdessert. Een paar gasten die bij ons zullen aanschuiven willen namelijk lactose- en glutenvrij eten. En dat is best een uitdaging, vooral omdat ik eerder de vegetarische kant op wil en als er dan geen kaas kan.... Ik ben er zelf nog niet helemaal uit, maar deze Allerhande leverde wel weer een paar leuke en lekkere ideeën op - al dan niet voor kerst. 

donderdag 7 december 2017

Nostalgisch kerstmenu - pasteitje met champignonragout


Als dit geen nostalgie is, dan weet ik het ook niet meer. Toen ik klein was, kreeg mijn vader op zijn werk een kerstpakket. Dat is op zich al een stukje nostalgie, want tegenwoordig is zo'n ouderwets pakket met blikjes, zakjes en pakjes eetbare dingen zeldzaam. In dat kerstpakket zat vaak een blik ragout en een pak pasteibakjes. Ik weet niet meer of de ragoutbakjes direct met de kerstdagen op tafel kwamen, maar in mijn herinnering aten wij ze wel redelijk snel. Misschien op zondagavond als extra bij de broodmaaltijd?

Toen ik vorig jaar in december een thuisafgehaald-bij-mij-thuis met als thema "een nostalgisch kerstmenu" hield, moest er natuurlijk een pasteitje op tafel komen. Ik maakte zelf een ragout met champignons en prei. De pasteibakjes kwamen wel nog uit een pakje. 


Pasteitje met champignonragout

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis, 4-6 pasteitjes)
  • 10 gram gedroogde paddenstoelen
  • klontje boter
  • 500 gram kastanjechampignons
  • peper, zout
  • 1 deciliter witte vermouth
  • 30 gram boter
  • 40 gram bloem
  • 3,5 deciliter melk
  • 1 paddenstoelbouillonblokje
  • 100 gram crème fraîche
  • 1 prei, in dunne, halve ringen (±150 gram)
  • drupje citroensap
  • 4 pasteibakjes
Snijd (of knip) de gedroogde paddenstoelen in kleine stukje en doe ze in een kommetje met een paar lepels heet water. Laat minstens een uurtje weken, maar een stuk langer kan ook prima. 
Borstel de kastanjechampignons schoon en snijd ze in dunne plakjes. Verhit het klontje boter in een grote koekenpan en bak de champignons op hoog vuur tot ze beginnen te kleuren. Blus af met de vermouth en laat de helft hiervan verdampen. Maal er flink wat peper over en bestrooi met een klein beetje zout. Zet even opzij.
Smelt de 30 gram boter in een pan met een dikke bodem maar laat de boter niet bruin worden. Roer de bloem erdoor en laat deze op heel laag vuur 2 minuten garen. Roer dan beetje bij beetje de melk erdoor. Blijf goed roeren zodat je geen klontjes in je saus overhoudt. Doe het bouillonblokje erbij en laat op heel laag vuur 2 minuten pruttelen. 
Meng de crème fraîche door de ragout. Roer de paddenstoelen (de verse en de gedroogde, beiden met het vocht) en de prei erdoor. Laat de prei slinken door de pan op laag vuur te laten staan en geregeld te roeren om te voorkomen dat de ragout aanbrandt. 
Proef de champignonragout. Breng verder op smaak met nog wat peper en een drupje citroensap als dat nodig is. 
Verwarm de ragoutbakjes volgens de aanwijzing op de verpakking. 
Warm de ragout eventueel weer op. 
Zet de ragoutbakjes op de borden en schep er ragout in. Geef het eventuele restant van de ragout er apart bij. 

maandag 4 december 2017

Ovenschotel met bloemkool, chorizo, aardappelpuree en kaas

ovenschotel bloemkool chorizo

Gewoon een bordje eten. Niets ingewikkeld aan deze ovenschotel met bloemkool. Ik ga niet beweren dat het snel is zoals je zo vaak leest over ovenschotels. Ja de oven doet het werk, maar gekookte aardappels, gekookte bloemkool, kaassaus en een mengsel van chorizo en paprika is sneller. Of je moet de ovenschotel de avond ervoor maken, dan heb je alleen de oventijd als wachttijd. Maar ik heb zo het idee dat mensen die snel eten op tafel willen hebben niet de mensen zijn die na het eten nog een keer gaan koken voor de dag erna. Toen GZQ nog echt een mannetje was en ik werkte, deed ik dat wel. Dan schilde ik 's avonds aardappelen, deed een blok diepvriesboerenkool in een pan, en zette alles klaar en het eerste wat ik deed als ik thuiskwam - nog voordat ik mijn jas uitdeed - was het gas aanzetten. Tegen de tijd dat jas en tas opgeruimd waren, kookten de aardappels dan al. 

Ovenschotel met bloemkool, chorizo, aardappelpuree en kaas

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 4 personen)
  • 1 kilo aardappels
  • 1 teentje knoflook
  • scheut warme melk
  • 1 grote bloemkool (800-1000 gram roosjes)
  • 125 gram gedroogde chorizo, in hele kleine blokjes
  • eventueel 1 rode of gele paprika, in kleine blokjes
  • 100 gram geraspte belegen kaas
Doe de roosjes bloemkool in een pan met zoveel water dat ze net onderstaan. Breng aan de kook en kook 2-5 minuten tot de de bloemkool halfgaar is. Giet af, maak eventueel nog iets kleiner en verdeel over een grote ovenschaal. 
Bak de chorizo uit in eigen vet, bak de paprikablokjes 2 minuten mee en verdeel alles (inclusief het uitgelopen vet) over de bloemkool.
Schil de aardappels, snijd ze in plakjes, doe ze in een pan met water, roer even rond en giet af. Doe nu weer zoveel water in de pan dat de aardappelschijfjes net onderstaan, voeg het teentje knoflook en zout naar smaak toe, breng aan de kook en laat in 10 minuten gaar koken. Giet de aardappels af, stamp ze fijn met de warme melk en meng tot een mooie puree. 
Verdeel de puree over de bloemkool en chorizo in de ovenschaal. Bestrooi met de geraspte kaas. Bak de bloemkoolovenschotel ± 25 minuten in een oven van 180C tot alles goed heet is en de kaas een mooi goudbruin korstje heeft gekregen. 

donderdag 30 november 2017

Verse worst met appel, ui en cider uit de oven


Een tijdje terug las ik in 1 van de kookmagazines een recept met worst en appel en cider. Dat leek me lekker en heb ik ergens op een nog-te-koken-lijstje gezet. Vlak daarna kreeg ik culipost waarin onder andere een flesje cider zat. Dat maakte het gemakkelijk om met dat idee aan de slag te gaan.



Erbij aten we aardappelgratin en groente. Ik vermoed spruitjes, maar het kan ook goed broccoli zijn geweest. Gekookte aardappels zijn ook lekker. Het vocht in de braadslee is lekker als een soort jus.


Verse worst met appel, ui en cider uit de oven

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
  • klontje boter
  • 4 lekkere verse worsten (400 gram)
  • 3 (rode) uien, elk in 6 partjes
  • 3 appels, elk in 8 parten
  • 1 flesje cider
  • 1/2 theelepel venkelzaad
  • flink wat zwarte peper uit de molen
  • beetje zout 
Gebruik, als je hebt, een braadslee die zowel op het fornuis als in de oven kan. Anders moet je een extra koekenpan gebruiken. 
Verwarm de oven op 180C. 
Verhit de braadslee op het fornuis. Laat de boter smelten. Bak de worsten rondom op hoog vuur aan zodat ze een bruin korstje krijgen. Schep ze uit de pan en leg even op een bord. Doe dan de ui- en appelpartjes in de pan en bak 2-3 minuten aan. Blus af met de cider en zet het vuur uit. 
Leg de worst weer terug in de braadslee (of schep alles in een ovenschaal). Bestrooi met het venkelzaad, de peper en een beetje zout. Zet de braadslee 30 minuten in de oven zodat alles gaar wordt en de cider een beetje inkookt. Als je het braadvocht te dun vindt, kun je het ook nog even inkoken op het fornuis en eventueel binden met wat klontjes koude boter. 

maandag 27 november 2017

Banketletter met speculaaskruiden


Je hebt gevulde speculaas van ........ deeg met amandelspijs.

Je hebt een banketletter van bladerdeeg gevuld met amandelspijs.
En je hebt.....een banketletter van bladerdeeg met speculaassmaak. Daarvoor zul je wel even aan de slag moeten, want het bladerdeeg maak je zelf. En als je dan toch bezig bent, maak het spijs dan ook zelf.

Bladerdeeg zelf maken is niet heel erg moeilijk. Het kost wat tijd omdat je het verschillende keren moet rollen en vouwen en dat moet je inplannen. Zorg ervoor dat het deeg goed gekoeld is als het in de hete oven gaat. Anders loopt de boter er uit en wordt je deeg niet zo knapperig. De eerste keer had ik dat niet zo goed gepland, en bakte ik de letter direct na het vormen. Daardoor liep er best veel boter uit het deeg en smaakte het een tikje taai. Dat kun je ook wel zien op de foto. De tweede speculaasletter die ik bakte was al een stuk beter gelukt. Ik denk wel dat mijn deeg een tikje te bewerkt is geweest, want het had iets "bladeriger" kunnen zijn. 



Bladerdeeg met speculaaskruiden

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
  • 250 gram bloem
  • 10 gram (zelfgemaakte) speculaaskruiden 
  • snuf zout
  • paar druppels citroensap
  • 125-165 milliliter ijskoud water
  • 250 gram boter (koud, maar niet keihard)
Zorg dat het water ijskoud is. Ik meet af en zet het bakje dan 30-60 minuten in de vriezer. 
Doe bloem, speculaaskruiden en zout in een kom. Meng er met een vork 100 milliliter water en de paar druppels citroensap door. Doe er dan beetje bij beetje de rest van het water bij tot je een stijf deeg hebt. De hoeveelheid water is afhankelijk van het soort bloem dat je gebruikt. Het deeg moet straks uit te rollen zijn, en mag niet in stukjes uiteen breken, maar het mag niet plakkerig zijn. Dek af en zet een half uur in de koelkast. 
Laat de boter in de wikkel en sla de boter iets platter met de deegroller. Vouw de wikkel open en sla/rol nog iets platter. De boter moet 1,5-2 centimeter dik zijn. 
Rol het deeg uit tot een redelijk dikke lap die net groot genoeg is om om de boter te vouwen. Rol naar de hoeken toe iets verder uit - je krijgt dus niet een nette rechthoek, maar een beetje de vorm van een vloerkleedje van dierenvacht. 
Leg de boter in het midden van de deeglap en vouw de hoeken eromheen. Zorg dat de boter helemaal ingepakt is. 
Bestrooi je (koele) werkvlak met bloem en rol het pakket uit tot een lap van ± 25 bij 10 centimeter. Houd de zijkanten zo recht en netjes mogelijk. Vouw het deeg over de korte kant 2 keer om (in drieën) zodat je een pakje van ± 8 bij 10 krijgt. Strijk het teveel aan bloem weg met een kwastje. Duw de naden aan de zijkanten iets tegen elkaar aan en keer het pakketje een kwartslag. Er ligt nu als het ware een boek voor je met de open kanten boven en onder. Rol het deeg weer gelijkmatig uit tot een lap van ± 25 bij 10 centimeter en vouw dit weer in drieën zodat je weer een pakketje van ± 8 bij 10 krijgt. Pak in plastic folie en laat minimaal 30 minuten rusten in de koelkast. 
Deze stap - 1 keer uitrollen, tot een pakketje vouwen, een kwartslag draaien en de 2e keer uitrollen en weer opvouwen en in plastic verpakken - herhaal je nog 2 keer met minimaal 30 minuten rusttijd. In totaal heb je nu 3 * 2 toerbeurten gerold en gevouwen. Het bladerdeeg is nu klaar om verder verwerkt te worden, maar koel het wel minimaal 30 minuten voordat je er iets mee doet. Werk in een zo koel mogelijke omgeving. 

Van deze hoeveelheid kon ik 2 S'en van speculaasbladerdeeg maken. Dit zelfgemaakte bladerdeeg kun je invriezen. 



Amandelspijs

(voor ± 650 gram)

  • 300 gram fijngemalen amandelen
  • 300 gram suiker
  • 1 ei
  • 1/2 theelepel citroenrasp
Meng de amandelen, suiker, ei en citroenrasp door elkaar. Dit kan gewoon in een kom met een lepel maar je kunt ook een mixer met kneedhaken of je keukenmachine gebruiken. 
Doe het amandelspijs in een bakje (of verpak in plastic folie of een boterhamzakje) en laat minimaal een dag in de koelkast rusten. 


Banketletter met speculaaskruiden


  • 300-325 gram bladerdeeg met speculaaskruiden
  • 200 gram amandelspijs
  • klein beetje melk of losgeklopt ei

Bestuif een werkvlak licht met bloem.
Laat het bladerdeeg iets op kamertemperatuur komen zodat het gemakkelijker uitrolt. 
Rol het bladerdeeg uit tot een langwerpige lap van ± 15 bij 40 centimeter. Til de lap af en toe op om te voorkomen dat ie echt vastplakt aan je werkvlak. Rol het amandelspijs uit tot een worstje dat iets korter is dan de lengte van de deegplak. Leg het spijs op het deeg. Rol het deeg om het spijs en duw de naad voorzichtig dicht. 
Leg een stuk bakpapier op een bakplaat (een die in je koelkast past, of gebruik anders de onderkant van een taartvorm) en vorm van van de deegspijsrol een S. Leg de S nog zeker een half uur in de koelkast om de boter weer goed koud te laten worden. 
Verwarm de oven voor op 190C. Bestrijk het deeg met een beetje melk of losgeklopt ei. Bak de speculaasletter in ± 30 goudbruin en knapperig. Laat afkoelen tot lauwwarm (of koud) tot je de letter gaat eten. 

vrijdag 24 november 2017

Gembercake met biet en walnoot



Vanavond gebeurt er iets unieks. Ik denk dat ik TV ga kijken. Vanavond is de uitzending van College Tour waar Yotam Ottolenghi te gast is. Vorige week was hij in Nederland. Om zijn nieuwste boek, Sweet, te signeren, om de Johannes van Damprijs uitgereikt te krijgen en dus om bij College Tour te zijn. In mijn koken is Ottolenghi een bron van inspiratie. Toch zijn er mensen die nog nooit van Ottolenghi gehoord hebben. Dan is een thuisafgehaald-bij-mij-thuis een mooie gelegenheid om mensen met zijn eten kennis te laten maken. De laatste keer pakte ik Plenty er weer eens bij en maakte (min of meer) een salade met biet en sinaasappel (blz. 15), een witte bonendip met geroosterde paprika (dat was Masterchef Australië-inspiratie), wintergroente uit de oven met en kappertjesdressing (blz. 16), pompoen met citroen en kardemom (blz. 65), een bulgurgerecht met krenten erdoor (blz. 242) en gevulde koolrolletjes (blz. 95).

Als toetje koos ik voor een cake uit het nieuwe boek die ik de laatste tijd veel voorbij heb zien komen op internet. Sweet heb ik nog niet, dus ik heb het recept ook nog niet. Wel vond ik deze post van David Lebovitz. Dat las ik snel door, zag dat er ook walnoten ingingen en maakte toen mijn eigen cake met biet, gember en walnoot.

In het oorspronkelijke recept wordt een vitamine C-tablet toegevoegd. De idee hiervan is dat het sprankelend bietenrood beter bewaard wordt. Ik heb het niet uitgetest. Voor mij was de cake met de paarsrode sliertjes mooi genoeg.

Dit recept levert 15-20 stukken gembercake op. Ik denk dat je de cake (zonder glazuur) prima kunt invriezen, maar je kunt ook het recept halveren, en er een gewone cake van bakken.

Gembercake met biet en walnoot

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
  • 6 eieren
  • 150 gram boter
  • 150 gram zonnebloemolie
  • 300 gram suiker
  • 300 gram zelfrijzend bakmeel
  • 120 gram gehakte walnoten
  • 100 gram gemberbolletjes, fijngehakt (8-10 bolletjes)
  • 3 centimber verse gember, geraspt
  • 300 gram geraspte rauwe biet
  • 150 gram naturel roomkaas (zuivelspread)
  • 50 gram Griekse yoghurt
  • 1 eetlepel gembersiroop
  • poedersuiker naar smaak
Leg een stuk bakpapier op de bodem van een rechthoekige bakvorm (of grote ovenschaal) van ± 25 bij 35 centimeter. 
Splits 4 van de 6 eieren. Doe de eiwitten in een schone, vetvrije kom en klop deze stijf. Zet even opzij.
Verwarm de oven voor op 175C.
Doe de eidooiers en de 2 hele eieren in een andere kom en klop hier beetje bij beetje de zonnebloemolie door. Een beetje zoals je mayonaise maakt. Op deze manier heb je minder kans op schiften van je beslag dan als je in 1 keer de olie aan je boter-suiker-eimengsel zou toevoegen. 
Klop in een grote kom de boter met de suiker romig. Voeg hier het ei-zonnebloemmengsel aan toe en klop door elkaar. Zeef het zelfrijzend bakmeel boven de kom en meng snel door elkaar. Meng er de walnoten, gember en biet door. Meng er als laatste met een spatel het stijfgeklopte eiwit door. Echt luchtig spatelen lukt niet echt met dit vrij zware beslag, maar door handmatig te spatelen houd je toch nog enigszins de lucht in het eiwit.
Verdeel het beslag over de vorm. Bak de gemberbietcake in 50-60 minuten gaar. Laat de cake afkoelen voordat je 'm in stukken snijdt. 
Klop roomkaas, yoghurt, gembersiroop en poedersuiker door elkaar. Schep op elk stuk cake een lepel roomkaasglazuur.

inspiratie: recept uit Sweet van Yotam Ottolenghi en Helen Goh en de blog van David Lebowitz daarover

woensdag 22 november 2017

Spritsen met speculaassmaak (foodblogswap)


Een tikje te vroeg, want het is nog niet helemaal de laatste week van de maand, zijn deze spritsen die ik bakte voor de foodblogswap. Ik mocht koken van kookidee van Rik, een blog met veel inspiratie voor het avondeten: veel stamppotjes met vlees, pasta-ovenschotels, wokgerechten. Ook een handige  "zoeken-op-ingredient" optie heeft hij op zijn blog. Als je daar naar kijkt heeft Rik volgens mij een voorliefde voor de Italiaanse keuken: pijnboompitjes, parmezaanse kaas, tomaat, mozzarella zijn in een grote lettertype weergegeven. Toch koos ik niet iets voor het avondeten uit, maar bakte deze spritsen. Om er een Sinterklaasdraai aan te geven mengde ik speculaaskruiden door het deeg.

Spritsen vorm je door het zachte deeg in een spuitzak met kartelmondje te doen en dan de koekjes in hun vorm te spuiten. Mijn deeg was nog een tikje te stevig, dus ik moest veel kracht zetten om het deeg eruit te krijgen. Het zigzaggen lukte ook niet zo mooi. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik de koekjes in gebakken vorm best nog spritsachtig eruit vind zien. 

Spritsen met speculaassmaak

(6-8 stuks)
  • 100 gram zachte boter
  • 60 gram witte basterdsuiker
  • 1/2 eidooier
  • 1 theelepel speculaaskruiden
  • 130 gram bloem
  • 1/2 theelepel bakpoeder
  • snuf zout
Om de boter goed luchtig te kunnen kloppen, moet de boter zacht, maar niet gesmolten zijn. Het is handig om de boter in blokjes te snijden en dan op kamertemperatuur te laten komen. 
Bekleed een bakplaat met een stuk bakpapier of gebruik siliconen bakfolie. 
Klop de boter met de basterdsuiker tot een wit, romig mengsel. 
Klop de eidooier en de speculaaskruiden erdoor. 
Mix er bloem en bakpoeder door. 
Verwarm de oven voor op 160C.
Het deeg dat je krijgt, moet vrij zacht zijn omdat je het deeg met behulp van een spuitzak in vorm spuit. Je kunt het eventueel met de hand nog extra kneden op een iets bebloemd werkvlak; door de warmte van je handen wordt het zachter. Of je stopt het deeg al in de spuitzak (met gekarteld spuitmondje) en kneed het daarin voorzichtig door. 
Spuit zigzagstrepen of ronde spritsen op de bakplaat. Bak de spritsen ± 20 minuten tot ze mooie goudbruine randjes krijgen. Laat afkoelen op een rooster. 

maandag 20 november 2017

Sambalspruitjes en snelle atjar


Toen waren er weer spruitjes. Lekker. Maar om er een hartige taart mee te maken kwam niet zo handig uit. Wat dan wel? Ineens kreeg ik de ingeving om de spruitjes op de manier van sambalboontjes klaar te maken. Met sambal en kokosmelk dus. Dat werkte goed uit. Deze manier van spruitjes klaarmaken gaat zeker in de herhaling. 


Sambalspruitjes

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 4 personen)
  • 1 eetlepel zonnebloemolie
  • 1 kleine ui, gesnipperd
  • 750 gram spruitjes
  • ± 1 eetlepel sambal oelek
  • 250 milliliter kokosmelk
Verhit de olie in een hapjespan waar je een deksel voor hebt. Fruit de ui een paar minuten. Maak ondertussen de spruitjes schoon. Halveer ze. Doe de sambal bij de ui en bak even mee. Schep de spruitjes erbij en roer goed door elkaar. Giet de kokosmelk erbij, breng aan de kook en laat dan met het deksel op de pan op laag vuur in ± 15 minuten gaar pruttelen. Voeg eventueel een klein beetje water toe als er erg weinig vocht in de pan zit en controleer na 10 minuten hoe ver de spruitjes zijn. Proef en voeg eventueel nog wat zout naar smaak toe.

Serveer met rijst en een omeletje. 

Snelle atjar

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
  • 1 deciliter azijn
  • 1 deciliter water
  • 20 gram suiker
  • 1/4 theelepel zout
  • 1/2 theelepel kurkuma
  • 1 theelepel korianderzaad, grof gevijzeld
  • 3 plakjes gember
  • 1 wortel (± 100 gram), in dunne plakjes
  • 1/2 komkommer
  • 1 kleine rode paprika (± 125 gram), in dunne reepjes
Giet een glazen (weck)pot vol met kokend water, giet leeg en laat omgekeerd staan tot de atjar klaar is. 
Breng azijn, water, suiker, zout, kurkuma, korianderzaad en gember aan de kook en roer tot suiker en zout zijn opgelost. Voeg de wortel toe en laat 3 minuten meekoken. 
Bereid ondertussen de komkommer voor: Halveer in de lengte, schraap de zaadjes eruit en snijd in dunne plakjes. Doe de komkommer en paprika bij de wortel in de pan. Schep om en laat 1 minuut mee koken. Doe dan alles in de pot, sluit de pot en laat afkoelen. 
Maak de atjar het liefst 1 dag van tevoren, maar een paar uur kan ook. Vis de groente er met een schone vork of lepel uit en bewaar een eventueel restant in de pot in de koelkast. Dat blijft zeker 2-3 weken goed. 

zaterdag 18 november 2017

Speculaascake met appel

Sinterklaas zal vandaag in Dokkum aankomen. Daarom een extra blog met het recept voor een speculaascake met appel. Voor als je nu al de pepernoten en taaitaai zat bent. 



Speculaascake met appel

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)

  • 100 gram zachte boter
  • 175 gram suiker
  • 100 gram volle yoghurt
  • 3 eieren
  • 2 theelepels speculaasspecerijen
  • 1/2 theelepel bakpoeder
  • 200 gram zelfrijzend bakmeel
  • 1 appel, de helft in dunne schijfjes, de helft in kleine stukjes
Leg een stukje bakpapier op de bodem van een cakevorm en vet de zijkanten in. 
Zet de oven aan op 175C.
Klop de boter met de suiker romig. Meng de yoghurt erdoor. Klop er 1 voor 1 de eieren door. Meng dan speculaaskruiden, bakpoeder en zelfrijzend bakmeel door het beslag. Schep de appelstukjes erdoor en schep in de cakevorm. Duw de appelschijfjes in de bovenkant van de cake. 
Bak de cake in ± 55 minuten op 175C gaar. Laat een kwartiertje in de vorm afkoelen en daarna op een rooster.

donderdag 16 november 2017

Slof met kersen, amandel en limoen


Nu, in november, een recept met kersen? Ja, ik gebruikte in deze slof kersen uit de diepvries. Die smaken net iets anders dan kersen uit een pot, die je ook kunt gebruiken. Met verse kersen is deze kersenslof natuurlijk het allerlekkerst. Maar die zijn er nu even niet. Nou ja, even. Een hele tijd eigenlijk. Verse Nederlandse kersen zijn maar kort verkrijgbaar, in juni/juli. Deze kersenslof was zo lekker dat ik geen zin had om het recept pas dan te bloggen. In de kersenperiode maak je 'm natuurlijk wel met verse kersen. 

Deze hoeveelheid deeg is voor 2 sloffen. Je kunt het deeg goed invriezen. Dan is het een andere keer nog gemakkelijker. Inspiratie nodig voor een andere slof? Dit zijn er een paar die ik eerder gemaakt heb:

Slof met kersen, amandel en een tikje limoen

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - slof van ± 25 centimer lang)


  • 180 gram boter (kamertemperatuur)
  • 200 gram witte basterdsuiker
  • 2 gram zout 
  • 1 eidooier (wit kun je invriezen, of samen met het halve ei van de frangipane in een omelet verwerken)
  • 250 gram bloem
  • 10 gram bakpoeder
  • 100 gram gemalen amandelen
  • 75 gram boter
  • 75 gram suiker
  • 1/2 losgeklopt ei
  • 25 gram bloem
  • sap van 2-3 limoenen (± 75 milliliter)
  • 15 gram suiker
  • 5 gram custardpoeder
  • 150 gram (diepvries)kersen, ontdooid


  • Snijd de boter in blokjes en doe ze samen met basterdsuiker, eidooier en zout in de kom van de keukenmachine. Meng door elkaar. Voeg bloem en bakpoeder toe en meng tot een deegbal. Je kunt ook een handmixer met kneedhaken gebruiken. Stop het deeg in een boterhamzakje en leg een uurtje in de koelkast. 
    Verdeel het deeg in tweeën. Je hebt 1 deel nodig. Het andere deel kun je invriezen, nog een paar dagen in de koelkast bewaren of je maakt 2 sloffen.
    Klop de amandelen, boter, suiker, ei door elkaar. Meng de bloem erdoor.
    Warm de oven voor op 170C.
    Rol het deeg op een stuk bakpapier uit in de vorm van de bakvorm. Leg dit op de bakplaat. Verdeel het amandelmengsel (=frangipane) over het deeg en laat rondom een centimeter vrij. Zet de vorm om het deeg. Bak de sloffenbodem in 30-35 minuten gaar en goudbruin. Laat afkoelen.
    Maak de limoencrème terwijl de bodem gebakken wordt. Roer hiervoor de suiker en het custardpoeder met een scheutje water tot een papje. Breng het limoensap aan de kook. Roer het custardpapje door het limoensap en laat 1 minuut op laag vuur pruttelen. Laat de pudding afkoelen terwijl je af en toe roert. 

    Verdeel de limoencrème over de slof. Verdeel hierover de kersen.
    De kleurige meringuetoefjes maakte ik voor een andere taart waarbij ik heel wat overhield. Dus die versieren nu een heleboel taarten. 

    maandag 13 november 2017

    Geroosterde bospeen met harissa, muntyoghurt en pistachenootjes

    in zijn geheel geroosterde bospeen

    Ergens is iets misgegaan. Als gevolg van het reizen van manlief is hij steeds pittiger eten lekker gaan vinden. Dat betekent dat hij thuis af en toe klaagt over het gebrek aan pit in bepaalde gerechten. Ik vind een beetje pit wel lekker, maar er zijn ook genoeg gerechten te verzinnen waar gewoon geen pit in hoort. Dan wil hij nog wel eens naar een potje uit de koelkast grijpen. Ik heb verschillende pittige smaakmakers op voorraad. 

    Een paar pepersauzen die ik geregeld gebruik heb ik op een rijtje gezet:

    Sambal (oelek)

    Dit is een pittige smaakmaker uit de Indonesische keuken die in de basis bestaat uit fijngestampte Spaanse pepers. Er bestaan veel verschillende varianten. Vers of gebakken, met gedroogde garnalen erdoor, met tomaat erdoor, milde en pittige varianten. 

    Harissa

    Deze pittige saus komt uit de Noord-Afrikaanse keuken. In Tunesië en Marokko wordt er veel gebruik van gemaakt. Naast pepers en tomaat gaan er ook specerijen als komijn en koriander door. Ook bestaat er harissa met rozenblaadjes. 

    Sriracha

    Dit is een Aziatische dunnere chilisaus met naast de pepers ook azijn, suiker, knoflook en zout. Populair geworden door het broodje buikspek van Momofuku. 

    Gochujang

    Deze chilipasta komt uit Korea. Spaanse pepers worden met sojabonen en rijst gefermenteerd tot een pittige pasta. 

    Gebruik jij een andere pittige smaakmaker die ik ook zou moeten gebruiken? Laat dat weten via het commentaar. 

    Ondanks dat deze pittige smaakmakers elk hun eigen oorsprong hebben, ben ik niet zo trouw. Ik gooi rustig sambal door een Marokkaanse tajine, en sriracha door een Mexicaanse chili. Alleen de gochujang doe ik niet zo snel ergens anders door omdat het gefermenteerde toch net een andere touch geeft dan alleen maar pit. In die zin ben ik dus best een luie kok. 

    Daarentegen was ik bij dit recept met geroosterde wortels niet lui: ik maakte de harissa zelf. In een foodybox zat een pakketje van Westlandpeppers om zelf chilisaus te maken. Die chilisaus vond ik een beetje saai, dus ik gebruikte de peper (en nog eentje extra) en paprikaatjes met nog wat extra ingrediënten. Wie weet ben ik bij de volgende lading geroosterde worteltjes wel lui: in diezelfde foodybox zat ook een potje harissa. 


    harissa



    Geroosterde bospeen met harissa, muntyoghurt en pistachenootjes

    (recept van bijnanetzolekkeralsthuis)

    • 2 bossen peen 
    • 3 eetlepels (koolzaad)olie
    • 1 theelepel gemalen komijn
    • 1 (of 2) rode Spaanse pepers
    • 6 rode snackpaprikaatjes (of 1 grote rode)
    • 2 teentjes knoflook (ongepeld)
    • 150 gram Griekse yoghurt
    • blaadjes munt van 4-5 takjes
    • 20 gram ongedopte pistachenootjes
    • 1 theelepel komijnzaad
    • 1 theelepel korianderzaad
    • 1 theelepel karwijzaad
    • 2-3 eetlepels (kool)zaadolie
    Haal het loof van de bospeen, boen de worteltjes schoon onder de kraan en dep ze droog met een theedoek. Meng de gemalen komijn met 2 eetlepels olie en schep de bospeen hier mee om. Schep alles op een bakplaat. 
    Zet de grill aan. Mijn oven kan op een circulatiegrillstand (gril en oven tegelijk en ik zette 'm op 180C). 
    Wrijf met de laatste lepel olie de peper en paprika in en leg deze, samen met de knoflook, op de bospeen. Zet de bakplaat met de groente ± 10 minuten onder de grill. Schep alles om en leg de peper en paprika weer bovenop zodat de andere kant ook kan blakeren. Gril nog 10 minuten. Haal de paprika en peper en knoflook uit de oven. Afhankelijk van hoe dik de bospeen was, en hoe zacht deze nu is, rooster je de peen nog een tijdje op 180C (zonder grill). Zet anders de oven uit en laat de bakplaat met worteltjes in de oven staan. 
    Maak ondertussen de muntyoghurt door de blaadjes munt fijn te hakken en deze door de yoghurt te roeren. 
    Rooster ook de pistachenootjes even in een droge koekenpan en hak ze daarna grof. 
    Rooster ondertussen het komijn-, koriander- en karwijzaad in een droge koekenpan en vijzel middelgrof. Het is de bedoeling dat het deels poeder is, maar dat je ook nog halve zaadjes ziet. 
    Peuter het zwarte vel van de paprika en pepers. Pers de knoflook uit het velletje. Als je de harissa minder pittig wilt, verwijder je ook de zaadjes uit de peper. In de snackpaprika's zitten nauwelijks zaadjes. Als je een grote paprika hebt gebruikt, moet je wel even de zaadjes daaruit halen. Pureer in een kleine keukenmachine peper en paprika met de knoflook, de zaadjes en 2-3 lepels olie tot een pittige puree. Voeg naar smaak wat zout toe. 
    Smeer wat yoghurt uit over een platte schaal en druppel er wat harissa op. Schep hierop de geroosterde bospeen. Verdeel de rest van de yoghurt en harissa er in dotjes over. Bestrooi met de pistachenootjes.