woensdag 18 maart 2020

Hartige cakejes met zoete aardappel, spinazie, kaas en pompoenpitten


In een Delicious die ik laatst van de bieb leende stonden een aantal recepten uit het boek Little Green Kitchen. Een daarvan was een recept voor hartige muffins met onder andere spinazie door het beslag zodat ze mooi groen werden. Ik paste het recept enigszins aan en mijn cakejes werden wat minder groen, maar ze waren wel lekker. De pompoenpitten bovenop zijn wel mooi groen.

Hartige cakejes met zoete aardappel, spinazie, kaas en pompoenpitten

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 12 cakejes)
  • 115 gram volkorenmeel
  • 110 gram boekweitmeel
  • 25 gram havermout
  • 1 theelepel gemberpoeder
  • 1/4 theelepel cayennepeper
  • 1/4 theelepel zout
  • 2 theelepels bakpoeder
  • 60 gram diepvriesspinazie, ontdooid (4 blokjes)
  • 2 eieren
  • 200 milliliter yoghurt
  • 100 milliliter zonnebloemolie
  • 175 gram geraspte zoete aardappel
  • 60 gram oude kaas, geraspt (ik sneed 2 plakken in kleine stukjes)
  • 25 gram pompoenpitten
Vet een muffinvorm met 12 holtes in, of zet 12 (siliconen) cupcakevormpjes klaar. 
Meng in een kom volkorenmeel, boekweitmeel, havermout, gemberpoeder, cayennepeper, zout en bakpoeder door elkaar. 
Klop in een andere kom (of gebruik een hoge kom en gebruik de staafmixer) spinazie, eieren, yoghurt en olie door elkaar. 
Zet de oven aan op 175C. 
Meng met een spatel de natte ingrediënten door de droge ingrediënten. 
Meng zoete aardappelrasp en kaas door het beslag. 
Verdeel het deeg over de vormpjes. Verdeel de pompoenpitten over de bovenkant van de hartige cakejes. Bak de cakejes in ± 30 minuten gaar en goudbruin. 

woensdag 11 maart 2020

Kersenkwarktaart


Al weer 2,5 jaar geleden verscheen het zoete bakboek van Ottolenghi, Sweet. Hoewel ik best wel een Ottolenghi-fan ben, staat dit boek (nog?) niet op mijn boekenplank. Ik heb het zelfs nog niet eens proberen te lenen van de bieb. Wel heb ik een flink aantal recepten in diverse kookbladen en blogs voorbij zien komen. En foto's van de eindresultaten. De gestreepte taart met zwarte bessen is een echte blikvanger. Dat leek me wel wat voor kerst, ook al had ik wel een beetje mijn twijfels over de meringue-botercrème. Daar ben ik niet zo'n fan van. Ik liet me vooral inspireren door het Ottolenghi-recept, het idee van de opgerolde cakestroken is natuurlijk breed toepasbaar. Zo'n hoge taart is natuurlijk gaaf om te zien, maar niet zo handig om te snijden, dus ik maakte 'm wat lager en breder. Superstrak werd ie niet, dat is niet mijn sterke kant. En om eerlijk te zijn, vond ik 'm wat zwaar op de maag. Mijn botercrème was iets geschift, maar ook al was die dat niet geweest, dan proefde het nog niet als een frisse vulling. De cake was een tikje massief, maar rolde gelukkig nog wel goed op. Dus al met al is het uiterlijk een goed idee maar over een wat minder zware vulling (die natuurlijk wel verticaal blijft staan) moet ik nog maar eens nadenken. Hoe die versie van de Ottolenghi-stripecake eruit zag kan ik niet meer laten zien. De foto kan ik nergens meer terugvinden. Dat is ook de reden dat deze post heel lang in concept heeft gestaan. 
Omdat ik toch een eigen foto van de streepjescake in deze blogpost wilde hebben, bakte ik nog een keer een gestreepte cake. Ik halveerde voor de cake het oorspronkelijke Ottolenghi-recept en dat leverde voor mij genoeg cake op om een kleine stripecake te maken. Voor de vulling maakte ik een frambozenmousse en ik werkte de buitenkant af met roze chocolade. Ook over deze cake ben ik nog niet enthousiast. We hebben 'm wel opgegeten hoor, maar de zoektocht naar een blikvanger, want dat blijven de streepjes natuurlijk wel, die ook erg lekker is, is nog niet klaar. 



Waarom vertel ik dit verhaal? De streeptaart had ik gemaakt met een kersenpuree uit de diepvries van de Sligro. Dat werkte wel heel handig. Met het restant moest ik altijd nog wat doen. En dat werd deze kersenkwarktaart. Die vond ik beter geslaagd dan de gestreepte taart.

Kersenkwarktaart

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - springvorm 22 centimeter doorsnee)
  • 75 gram boter
  • 75 gram suiker
  • 1 ei
  • 75 gram bloem
  • 500 gram (gezoete) kersenpuree
  • 3 theelepels gelatinepoeder
  • 2 deciliter slagroom
  • 500 gram kwark
  • 35-50 gram suiker
Klem een stuk bakpapier tussen de bodem en rand van de springvorm. 
Klop de boter met de suiker romig. Klop het ei erdoor. Meng de bloem erdoor. Verdeel het beslag over de springvorm en strijk glad. Bak de cakebodem in ± 25 minuten op 175°C gaar. Laat afkoelen. 
Doe het gelatinepoeder met 3 lepels kersenpuree in een kommetje en laat een kwartiertje staan. Breng de rest van de kersenpuree tegen de kook aan. Roer telkens wat hete kersenpuree door het gelatinemengsel tot je het idee hebt dat de gelatine goed is opgelost. Dan kun je alles door elkaar mengen. 
Klop de slagroom stijf. 
Roer kwark en suiker door elkaar. Roer de kersenpuree door de de kwark. Proef of het zoet genoeg is, waarbij je bedenkt dat de (ongezoete) slagroom er nog door moet. Meng eventueel een klein beetje extra suiker door de kwark. Spatel de slagroom erdoor. Verdeel de kersenkwark over de taartbodem en laat minimaal 4 uur opstijven in de koelkast. 

woensdag 4 maart 2020

Kue lapis


Vorig jaar bezocht ik de Tong Tong Fair in Den Haag. Met een groepje andere culinair geïnteresseerden kreeg ik een tour langs allerlei stands. Grote vraag was allereerst wie er verse doerian - de stinkvrucht - durfde te proeven. Ik vond de doerian een beetje boterig smaken en aanvoelen. Verder heel veel soorten sambal, tjendol, erg lekkere sate, en kue lapis. Dat had ik nog nooit eerder geproefd. Natuurlijk heb ik het wel bij de toko zien liggen; het valt wel op met dat knalroze en knalgroen. Omdat het er zo leuk uitziet, zette ik op het mijn "ooit-een-keer-zelf-maken-lijstje". Rijstmeel en tapioacameel kocht ik al een keer bij de toko, kokosmelk en suiker heb ik standaard in huis, en ik heb ook nog een bakje kleurstoffen & smaakstoffen staan. Voor een recept googelde ik een aantal recepten bij elkaar en zette deze onder elkaar. Dat is handig bij recepten met maar een paar ingrediënten. Dan kun je makkelijk vergelijken en doe ik wel vaker als ik iets wil maken waar ik een recept voor nodig heb. De verhouding tussen meel:suiker:vocht varieerde nogal. Ik was dus lekker eigenwijs en maakte mijn eigen recept.



Omdat elk laagje 5 minuten moet stomen, is het maken van kue lapis tijdrovend, maar niet heel moeilijk. En 5 minuten is ook weer niet zo kort dat op het moment dat je net iets anders aan het doen bent je alweer geroepen wordt door de kookwekker. Terwijl de kue lapis stoomde werkte ik ondertussen aan de gerechten van de rijsttafel die deze thuisafgehaald-bij-mij-thuis op tafel kwamen. De kue lapis was het toetje. 





Kue lapis

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - voor ± 5 deciliter beslag - 2 kleine puddingvormen halfvol)

  • 80 gram tapiocameel
  • 80 gram rijstemeel
  • 120 gram suiker
  • 4 deciliter kokosmelk
  • snuf zout
  • roze kleurstof + rozenwater (of al gekleurde rozensmaakstof uit de toko)
  • groene kleurstof + pandanessence (of al gekleurde pandansmaakstof)
  • stoompan
Meng tapiocameel, rijstemeel, suiker, zout in een kom en meng er met een garde beetje bij beetje de kokosmelk door. Vergelijk het met pannenkoekenbeslag maken. 
Doe 1/4 van het beslag in een kleine kom en meng er de rozensmaakstof door. Elk merk is anders dus probeer een beetje uit. Begin echt met een klein beetje. 
Doe 1/4 van het beslag in een kleine kom en meng er de pandansmaakstof door. Hier geldt hetzelfde voor: proef. 
Breng een laag water aan de kook in een stoompan. Wikkel een theedoek om het deksel zodat de condens niet op de kue lapis drupt. 
Wrijf de puddingvorm in met een heel klein beetje olie. Giet een laagje wit beslag in de vorm en stoom 5 minuten. Giet er een laagje groen op en stoom 5 minuten. Maak zo telkens een nieuw laagje tot je groene beslag en de helft van je witte beslag op zijn. Haal de vorm uit de stoompan en laat 5 minuten afkoelen. Begin ondertussen aan je roze kue lapis. 
Wiebel na het afkoelen de kue lapis los uit de vorm en keer om op een bord zodat hij verder kan afkoelen. Serveer in dunne plakjes.