Tijdens het kamperen eten wij vooral pasta en rijst. Dit jaar gaf de campingoven extra mogelijkheden. Ik heb een aardappelgratin gemaakt. In de supermarkten lagen nieuwe aardappels. Ik heb geen flauw idee wat voor ras het was, maar ze smaakten goed. In het gerecht is een halve liter crème fraîche gebruikt. Blijkbaar zijn de Denen grootverbruikers, want de kleine potjes die in Nederland de standaard zijn, zie je daar nauwelijks. En wij hebben geen stroom op de camping, dus ook geen koelkast, dus het moest in een keer op. Als alternatief kan je de helft vervangen door melk.
Aardappelgratin
(4 personen)
- 1 kg (nieuwe) aardappels
- 1/2 liter crème fraîche
- 1 teentje knoflook
- (versgemalen) zwarte peper
Verwarm de oven voor op 200 C.
Boen de aardappels goed schoon onder een stroompje water. Kook ze ongeveer 10 minuten in gezouten water. Snijd ze daarna in plakken.
Pers het teentje knoflook uit boven de crème fraîche. Draai er flink wat zwarte peper boven. Roer door elkaar.
Schep in een ovenschaal om en om lagen van aardappels en crème fraîche. Eindig met crème fraîche en smeer deze laag goed uit. Zet de aardappelgratin 30 minuten in de oven.
Wij aten er vissticks bij en wortels. Voor de wortels: verhit een klein scheutje olie in een pan (waar een deksel op past). Fruit hierin een teentje knoflook. Bak de wortels even mee. Voeg dan een scheut water, wat zout en een paar snufjes gemalen komijn toe. Laat met de deksel op de pan smoren totdat de wortels gaar zijn.
Het is een kampeervakantie geweest, dus daar hoort een kookuitrusting bij. Essentieel is natuurlijk het gasstel, en laat ik dat nu vergeten zijn. Wel de gasfles en de slangetjes, maar niet het gasstel zelf. Daar sta je dan, de eerste avond op de camping. Klaar om de thuis klaargemaakte en ingevroren saus op te warmen en pasta te koken. Kom je tot de ontdekking dat je niet kan koken. Gelukkig was er een oplossing. Dit jaar waren we voor het eerst in Denemarken. En daar is op heel veel campings een keukentje voor kampeerders, inclusief fornuis en oven. Dus lang leve het kamperen in Denemarken.
De eerste avond dus fusili met tomatengroentesaus. Hierin zijn de restjes groente verwerkt die nog op moesten worden gemaakt voordat we met vakantie gingen. De oven kwam daarna ook goed van pas om ´s ochtends afbakbroodjes in klaar te maken. En op een regenachtige dag hebben we ´s middags (diepvries)pizza gegeten. Dat troost.
Tomatengroentesaus
(4 personen)
- 200 gram gehakt
- 1 ui, gesnipperd
- 1 teentje knoflook
- 1 theelepel paprikapoeder
- 1 blikje tomatenpuree
- 750 gram groente, zoals wortel, bloemkoolroosjes, paprika, champignons, courgette, venkel, in kleine stukjes gesneden
- 1 blik gepelde tomaten
- 2 eetlepels verse kruiden zoals rozemarijn, oregano, basilicum, salie, tijm
- cayennepeper
- zout
Verhit een braadpan en bak daarin het gehakt rul. Voeg ui en knoflook toe en bak even mee. Voeg dan de tomatenpuree en het paprikapoeder toe. Laat even meebakken. Doe een scheut water erbij. Doe dan de groente erbij. Doe de hardere groente zoals wortel er eerder bij dan zachtere zoals courgette. Doe de gepelde tomaten en nog wat water erbij. Voeg ook de kruiden toe. Laat ongeveer 10 minuten sudderen totdat de groente gaar is. Breng op smaak met cayennepeper en zout.
Wanneer je de saus wilt invriezen, laat de saus dan niet te lang sudderen. Zorg ervoor dat de groente niet te gaar is. Laat de saus snel afkoelen.
Deze week weer een bloemkool in het pakket. Gelukkig niet zo´n heel erg grote, want manlief verkeert weer in het buitenland.
Verder ben ik mijn vriezer weer een beetje aan het opschonen. Vanavond leverde dat de volgende traditionele combinatie op: bloemkool met gehakt. Er zat ook nog een portie kokosmelk in de vriezer, dus de combinatie heeft een oosterse draai gekregen.
Wij aten er zilvervliesrijst (ook uit de vriezer) bij. Als ik rijst kook, kook ik altijd het hele pak in een keer. Wat er niet opgaat, vries ik in kleinere porties in. En dat moet je natuurlijk ook af en toe opmaken.
Bloemkoolcurry met gehaktballetjes
(2 personen)
- 200 gram gehakt
- 1 teentje knoflook
- 1/2 theelepel gemalen komijn
- 1/2 theelepel gemalen koriander
- 1/2 eetlepel zonnebloemolie
- 1/2 ui, gesnipperd
- 1 worteltje, in miniblokjes
- 350 gram bloemkool, in roosjes van ongeveer 1,5 cm doorsnee
- 1 cm gemberwortel, geraspt
- 1/2 theelepel sambal
- 1,5 - 2 deciliter kokosmelk
Kruid het gehakt met het uitgeperste teentje knoflook, de komijn en de koriander. Draai van het gehakt 20-25 ballletjes.
Verhit de olie in een braadpan. Bak de balletjes aan tot ze bruin zijn. Voorzichtig met roeren. Schuif ze opzij. Fruit ui en wortel een paar minuten in het vet. Bak gember en sambal even mee. Doe dan de bloemkoolroosjes erbij. Giet de kokosmelk erbij en nog 1 deciliter water. Doe een deksel op de pan en laat 5-10 minuten sudderen, afhankelijk van hoe gaar je de bloemkool wilt.
Proef of er nog zout bij moet.
Het begon heel leuk. Elke week een overzicht opschrijven van wat ik allemaal gemaakt heb met de verschillende groenten uit het pakket. Zoals aan het aantal postings te zien is, is de klad er een beetje ingekomen. Het bijhouden van het blog kost best wat tijd. Daarom heb ik besloten te stoppen met het item groenteoogst.
Een andere reden is dat, ook al eten wij zelden twee keer precies hetzelfde, ik tot de ontdekking kom dat sommige recepten toch wel erg op elkaar lijken. Nu vind ik dat wat het opeten betreft niet zo´n probleem. Blijkbaar is het lekker. Maar wat opschrijven aangaat, wil ik toch niet te snel in herhaling vallen. Het kan dus zijn dat er een aantal dagen achter elkaar niets te schrijven valt, en dan wil ik mij niet gedwongen voelen om toch een moetriedeltje onder het kopje groentepakket te schrijven.
Vorige week kwamen er 2 vrienden eten. Een lekker uitgebreid etentje dat de hele avond duurde. Zij (en wij) hebben een avond allemaal lekkers van thuis gegeten. Dit stond er op het menu:
Hierbij het recept van de salade.
Salade met coburgerham en nectarine
(4 personen)
- 100 gram coburgerham
- 1,5 eetlepel walnootolie
- 1,5 eetlepel neutrale olijfolie
- krap 1 eetlepel appelciderazijn
- peper en zout
- 100 gram lollo rosso
- 25 gram rucola
- 2 nectarines
Gril de plakken coburgerham in een grilpan bruin en iets knapperig. Laat afkoelen en scheur daarna in stukjes.
Klop een dressing van de 2 soorten olie en de azijn en wat peper en zout.
Was de sla en rucola, slinger deze goed droog en scheur deze in stukjes. (ik koop altijd een krop sla, en gebruik zelden zakjes kant-en-klare sla)
Snijd de nectarines in dunne schijfjes.
Meng vlak voor het serveren de sla met de dressing. Schik de sla op 4 borden. Verdeel de nectarine en de ham erover.
In het groentenpakket zat een best wel grote koolrabi. Ik moet eerlijk zeggen dat dat niet mijn favoriete groente is. Als ik geen groentenpakket zou hebben, zou ik geen koolrabi kopen. Maar weggooien is tegen mijn principes. Dus wat heb ik er mee gemaakt? Een variant op de aardappeltortilla. Op deze manier kun je heel wat groentes een beetje verstoppen. Mannetje Q eet het op deze manier ook zonder al te veel zeuren op. Aardappel vindt hij lekker, en koolrabi valt niet zo op wat kleur aangaat. Ik eet er zelf nog wat rauwkost bij. En deze keer hadden wij er een visstick bij. Maar er zit ook al ei doorheen, dus echt nodig is dat niet. Alternatief is om de tortilla met wat kaas te bestrooien.
Koolrabitortilla
(2 personen en mannetje Q)
- 300 gram koolrabi
- 400 gram aardappels
- 2 el olijfolie
- klontje margarine of boter
- 2 eieren
- 4 el melk
- 1 teentje knoflook
- 3 blaadjes salie
- peper en zout
Schil de koolrabi en aardappels. Snijd ze in plakken van een cm dik. Kook de aardappelen en koolrabi in gezouten water in ongeveer 5 minuten bijna gaar. Giet af, en laat afkoelen.
Klop de eieren los met de melk, het uitgeperste teentje knoflook, de fijngeknipte salie en wat peper en zout.
Verhit in een koekenpan de olie met de boter/margarine. Doe een heel dun laagje ei erin en verdeel de plakjes koolrabi en aardappel erover. Giet het resterende ei erbij. Laat op laag vuur (eventueel met een deksel erop) in 15-20 minuten stollen en goed heet worden.
Ik schreef het al eerder, maar ik heb deze zomer eindelijk fruit rechtstreeks bij de "boomgaardenier" gekocht. Het helpt dus om 10 jaar lang een "te koop: aardbeien en kersen-bord" neer te zetten. Uiteindelijk gaat iemand toch overstag. Hierbij de recepten van 2 toetjes, de ene met kersen en de andere met aardbeien. Het zijn 2 variaties op hetzelfde idee. En natuurlijk kun je ook aardbeien met bitterkoekjes doen, of kersen met lange vingers.
Kersen met bitterkoekjes en mascarponecrème
(4 personen)
- 8 bitterkoekjes
- 1 eetlepel amaretto
- 40 kersen
- 200 gram mascarpone
- 4 eetlepels yoghurt
- 20 gram suiker
- 1 eetlepel kersenlikeur
- 1/2 theelepel citroenrasp (mag uit een potje)
Verkruimel in 4 schaaltjes elk 1 bitterkoekje. Besprenkel dit met wat amaretto. Halveer en ontpit (op 4 na) de kersen boven de schaaltjes. Verkruimel hierboven per schaaltje weer 1 bitterkoekje.
Roer in een kom de mascarpone, yoghurt, suiker, kersenlikeur en citroenrasp goed door elkaar.Verdeel dit mengsel over de kersen met bitterkoekjes en strijk de bovenkant mooi glad. Garneer met een kers.
Aardbeien met lange vingers en mascarponecrème
(4 personen)
- 8 lange vingers
- 1 eetlepel cointreau
- 300 gram aardbeien
- 200 gram mascarpone
- 4 eetlepels yoghurt
- 20 gram suiker
- nog 1 eetlepel cointreau
- 1/2 theelepel citroenrasp (mag uit een potje)
Breek boven 4 schaaltjes elk 1 lange vinger in kleine stukjes. Besprenkel dit met wat cointreau. Snijd (op 4 mooie kleintjes na) de aardbeien boven de schaaltjes in stukjes. Breek hierboven per schaaltje weer 1 lange vinger in stukjes.
Roer in een kom de mascarpone, yoghurt, suiker, cointreau en citroenrasp goed door elkaar.Verdeel dit mengsel over de aardbeien met lange vingers en strijk de bovenkant mooi glad. Garneer met een aardbei.
In het groentenpakket zaten een rode en een gele puntpaprika. Ik vind dat een mooie groente om te zien. En paprika is natuurlijk erg lekker. Een gevulde puntpaprika ziet er helemaal mooi uit. Het vullen is altijd wat lastig. Tenminste, mijn paprika wil nog weleens kapotgaan. Maar ik vind het ook zo jammer om de punten gewoon in stukjes te snijden. Dus toch een vulling. Van geitenkaas deze keer. Wij aten er verder couscous bij.
Gevulde puntpaprika
(bijgerecht, 2 personen)
- 2 puntpaprika´s
- 100 gram zachte geitenkaas
- een paar blaadjes basilicum, in ragfijne reepjes
- een klein teentje knoflook
- peper
- een klein schepje groentebouillonpoeder
Was de paprika´s. Snijd het kroontje uit de bovenkant, en haal voorzichtig de zaadlijsten met de zaadjes eruit.
Roer de kaas wat zachter met de basilicum, de uitgeperste knoflook en wat peper. Vul de paprika´s met de kaas.
Doe in een pannetje waar de paprika´s net in passen een bodempje water. Breng dit aan de kook. Los een klein beetje bouillonpoeder erin op. Leg de paprika´s erin. Doe het deksel op de pan. Laat in ongeveer 15 minuten gaar worden.
Couscous met tuttifrutti en tomaat
(2 personen)
- 100 gram couscous
- zout
- 1 el olijfolie
- 1/2 ui, gesnipperd
- 1 teentje knoflook
- 1/2 tl gemalen komijn
- 1/2 tl gemalen koriander
- 75 gram tutti frutti, in kleine stukjes geknipt
- 2 tomaten, in kleine blokjes
- eventueel een paar gesnipperde muntblaadjes
Doe de couscous met wat zout in een kom. Giet er ongeveer eenzelfde volume kokend water over. Laat het een paar minuten staan totdat het water is opgenomen. Roer de couscous met een vork tot losse korreltjes. (of volg de gebruiksaanwijzing van het pak)
Verhit in een klein pannetje de olijfolie. Fruit de ui met knoflook een paar minuten. Roer de specerijen erdoor. Voeg de tuttifrutti toe en een klein beetje water. Laat 5 minuten pruttelen.
Schep de tomatenblokjes erdoor en laat even meewarmen. Roer het mengsel door de couscous en bestrooi eventueel met de munt.
Op mijn bescheiden balkonnetje is een wonder gebeurd. Ik heb een courgette geoogst. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het eruit ziet dat het er (helaas) bij eentje blijft. Maar toch. Natuurlijk in een week dat er ook net courgette in het groentenpakket zat, maar dat maakt het er niet minder om.
Pasta met courgette, salie en rauwe ham
(2 volwassen en 1 kind)
- 250 gram (gedroogde) fusilli
- 2 el olijfolie
- 1/2 ui, gesnipperd
- 1 courgette, in kleine blokjes
- 5 blaadjes salie, in ragfijne reepjes
- 1 teentje knoflook
- 2 tomaten, in blokjes
- 3 el crème fraîche
- peper en zout
- 100 gram rauwe ham (bijvoorbeeld Coburger ham), in reepjes
Breng gezouten water aan de kook voor de pasta.
Verhit in een hapjespan de olijfolie. Fruit de gesnipperde ui een paar minuten. Doe de courgette, de salie en de knoflook erbij.
Doe de pasta in het kokende water en kook de pasta volgens de kooktijd van de verpakking gaar. Zorg ervoor dat pasta en saus gelijk klaar zijn.
Bak de courgette etc. een paar minuten mee. Schep de tomaten en de crème fraîche erbij. Verdun met een klein scheutje kookwater van de pasta. Breng op smaak met peper en zout. Denk eraan dat de ham ook nog een zoute smaak geeft.
Schep de reepjes ham en gare pasta door het groentemengsel.
Wat de ham betreft: in reepjes snijden vind ik lastig. Ik knip alle hamplakken tegelijk in stukjes en haal daarna de stukjes van elkaar los.
De afgelopen tijd hebben we hier thuis geregeld aardbeien in huis. Ik lees op diverse blogs die ik af en toe lees aansprekende verhalen over verschillende rassen en dat Lambada´s erg bijzonder en lekker moeten zijn. Ik moet bekennen dat ik deze nog nooit geproefd heb, dus daar kan ik geen oordeel over geven. De meeste aardbeien koop ik bij een boerderij/boomgaard hier vlakbij. Naast aardbeien zijn daar nu ook kersen te koop. En in het najaar appels, peren en pruimen. Ik fiets daar al tien jaar langs, en heb er dit jaar pas voor het eerst fruit gekocht. En dat is goed bevallen. Om bij het kraampje te komen loop je langs de aardbeienbedden, en dat ruik je. Een heerlijk zoete geur. Mannetje Q is er ook helemaal weg van.
In onderstaand recept gebruik ik het liefst kleine aardbeien die ik halveer omdat je dan alleen maar buitenkanten van de aardbeien ziet. Maar grote aardbeien in plakjes gesneden kan natuurlijk ook.
Aardbeienkwarktaart
(springvorm met diameter 22 cm)
- 125 gram mariakaakjes
- 75 gram harde margarine of roomboter
- 4 blaadjes gelatine
- 2 deciliter slagroom
- 500 gram kwark
- 50 gram suiker
- 3 el aardbeienlimonadesiroop
- 300 gram aardbeien
Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier.
Verkruimel de mariakaakjes fijn. Smelt de margarine of boter op laag vuur. Zorg ervoor dat deze niet bruin wordt. Meng de margarine met de kruimels. Verdeel dit mengsel over de bodem van de springvorm en druk goed aan. Laat dit even opstijven in de koelkast.
Week 3,5 blaadje gelatine in wat koud water. Verwarm 2 eetlepels limonadesiroop en los de, goed uitgeknepen, gelatine hierin op. Klop de slagroom met de suiker stijf en klop daarna de kwark erdoor. Klop als laatste het gelatinemengsel er goed doorheen. Verdeel het kwarkmengsel over de kruimelbodem. Laat dit een paar opstijven in de koelkast.
Week het laatste halve blaadje gelatine in wat koud water. Verhit de laatste eetlepel limonadesiroop met 3 eetlepels water. Los de, goed uitgeknepen, gelatine hierin op. Maak de aardbeien schoon en halveer ze. Leg ze, met de bovenkant naar boven, op de taart. Bestrijk de aardbeien met het gelatinemengsel en laat de taart nog een uurtje in de koelkast opstijven.
Met mijn ijsmachine wilde ik wel eens wat anders maken dan ijs waarin slagroom en ei verwerkt zijn. Met vruchtensorbetijs heb ik niet zulke goede ervaringen en thuis wordt chocolade ook meer gewaardeerd dan fruit, tenminste in een toetje. Even googelen leverde chocoladesorbetijs op dat heel gemakkelijk te maken was. Het komt hier vandaan. Wat de bron van deze bloggers is, weet ik niet. Omdat de munt op het balkon behoorlijk woekert, heb ik de volgende variant gemaakt. Bij het uitlikken van de kom is het ijs goedgekeurd door manlief. Overigens wordt dit ijs in mijn ijsmachine niet stevig genoeg om bolletjes van te maken. Eigenlijk blijft het behoorlijk vla-achtig. De oplossing hiervoor is om het nog een aantal uur in de vriezer te zetten. Doorroeren hoeft niet, de structuur is wel goed.
Chocoladesorbetijs met munt
- 0,5 liter kokend water
- 2 takjes munt
- 260 gram suiker
- 85 gram cacao
- 65 gram extra pure chocolade
Laat de takjes munt 5 minuten trekken in het kokende water. Doe de suiker in een kom. Zeef hierboven de cacao. Haal de takjes munt uit het water. Breng het water eventueel nog weer aan de kook. Giet het water over het suiker-cacaomengsel en roer goed totdat er geen klontjes meer te zien zijn. Breek de chocolade in blokjes en laat deze oplossen in het hete mengsel. Laat het mengsel afkoelen. Eerst buiten de koelkast, en vervolgens in de koelkast. Roer het nog een keer door, totdat het weer egaal is. Laat het 45 minuten draaien in de ijsmachine. Schep het over in een diepvriesdoos, en laat nog een paar uur in de vriezer bevriezen totdat het hard is.
Een groente die ik één keer eerder heb klaargemaakt: toen had ik mooie roze, gele, rode en groene stengels. Volgens mij heb ik toen iets met pasta klaargemaakt.
Het lijkt niet op gewone bietjes, want er zitten geen knolletjes aan. Tegelijkertijd lijkt het er juist wel op: als je rode bietjes met loof en al koopt, weet je precies wat ik bedoel. En je ruikt het ook: de geur is licht zoetig.
Deze week zat het in groentepakket. Alleen groene stengels, maar wel fris en vers. Een deel is in de risotto beland, op dezelfde manier als vorige week. Het andere deel is verwerkt in een aardappeltortilla met daarbij gesmoorde snijbiet.
In het recept wordt ook rucola en verse oregano gebruikt. Voor mij een kwestie van naar de potten op het balkon lopen en knippen. Beide planten beginnen behoorlijk uit te dijen, dus de komende tijd zal het in veel recepten opduiken. Je kunt het ook weglaten, want om nu € 1,50 uit te geven aan een zak rucola om daar maar een handje van te gebruiken.
Overigens vond niet alleen ik het erg lekker. Ook mannetje Q heeft zonder zeuren zijn bord in een redelijk tempo leeg gegeten.
Aardappeltortilla met snijbiet en gesmoorde snijbiet
(1 volwassene en 1 kind)
- 3 vuistgrote aardappels
- halve ui in ringen
- 1 bosje snijbiet (ongeveer 200-250 gram)
- 3 el olijfolie
- 2 eieren
- 4 el melk
- peper, zout
- teentje knoflook
- 50-100 gram brie
- 1 el pijnboompitten
- 2 kleine tomaten (doorsnee ongeveer 4 cm), in stukjes
- handje rucola, in kleine stukjes
- de losgehaalde blaadjes van een paar takjes oregano
- 1 el crème fraîche
Schil de aardappels snijd ze in plakken van ongeveer 3/4 cm dik. Kook ze in gezouten water krap 5 minuten. Giet af en laat ze even afkoelen.
Verhit 0,5 el olie in een (kleine) koekenpan en laat de uiringen in een paar minuten op laag vuur garen. Snijd ondertussen de stengels van de snijbiet in kleine stukjes. Houd het blad even apart.
Klop de eieren met peper, zout, een uitgeperst teentje knoflook en de melk los.
Schep de uien uit de pan.
Verhit vervolgens 1,5 el olie in de koekenpan. Giet een klein laagje ei in de pan. Verdeel dan de aardappelschijfjes, de uiringen en de snijbietstukjes erover. Giet af en toe een klein beetje ei erbij. Beleg de bovenkant van de tortilla met stukjes brie. Laat de tortilla (afgedekt) op laag vuur gaar worden. Dit duurt ongeveer 20 minuten.
Verhit een hapjespan zonder olie en rooster hierin de pijnboompitten goudbruin. Laat ze afkoelen op een bordje. Verhit nu in de hapjespan de laatste el olie. Laat snijbiet, rucola en oregano al omscheppend slinken. Bak de tomaat even mee. Roer de crème fraîche erdoor en bestrooi met de pijnboompitten.
Dit voorjaar heb ik weer een nieuwe muntplant gekocht voor op het balkon. De afgelopen winter is toch te koud geweest. De plant die dood was gegaan was een pepermuntvariant, en volgens mij niet supersterk van smaak. Dus voordat ik naar het tuincentrum ging eerst maar eens even gegoogled op welke muntsoort voor thee wordt gebruikt. Dat blijkt de mentha spicata te zijn. Het was maar goed dat ik even wat uitgezocht had, want als ik op het zicht had moeten kiezen was ik toch weer voor de pepermunt gegaan. Ik vraag me overigens af welke muntsoort gebruikt wordt de " verse muntthee" die je overal kunt drinken, want die ziet er anders uit dan wat ik nu op het balkon heb staan.
De plant doet het erg goed, dus er worden liters thee gedronken. De ene keer van alleen muntblad de andere keer van wat losse groene thee en een blaadje munt. Als je de Marokkanen echt na doet, dan moet je er natuurlijk (veel!) suiker in doen. Af en toe is dat best lekker (verder gruw ik van suiker in de thee) maar niet zo goed voor mijn tanden, dus dat laten we maar voor wat het is. Een vriendin van mij die in Marokko is geweest, noemt muntthee overigens "tandpastathee" en vindt het echt vies.
Wat is dat nu weer? Het zat afgelopen week in het groentepakket. Ik las de naam en had geen flauw idee. Dus deze keer was het pakket echt een verrassing. Voor mensen die meer informatie willen, hierbij een link.
Natuurlijk zat er een recept bij en met googelen vind je ook de nodige recepten. Wat me opvalt, is dat er in de recepten bijna altijd aan het groentepakket gerefereerd wordt. Dus blijkbaar is dat de enige manier om aan komatsuna te komen. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik de recepten die je bij het pakket krijgt, nooit zo inspirerend vind. Dus heb ik het volgende ermee verzonnen. Niet echt origineel/traditioneel, want de groente groeit in Azië. Wel smakelijk.
Wat smaak aangaat, vond ik het wel wat weg hebben van paksoi. Fris, groen, een tikje bitter, ook een tikje zoet.
Risotto met komatsuna
(2 personen, voor- of tussengerecht)
- 2 el olijfolie
- 1/2 kleine ui, gesnipperd
- 1 teentje knoflook
- 80 gram risottorijst
- ong 4 dl lichte groentebouillon
- 6 stengels komatsuna, in stukjes gesneden; blad en steel apart van elkaar houden
- 50 gram geraspte pecorino
- versgemalen zwarte peper
Breng de bouillon in een kleine pan aan de kook, en houdt deze op een klein pitje goed heet.
Verhit in een kleine braadpan de olijfolie. Fruit ui en knoflook hierin. Voeg de rijst toe en schep deze om totdat alle korrels met een filmpje olie bedekt zijn. Blus af met een lepel bouillon. Roer voortdurend. Schep de volgende lepel bouillon erbij, als de voorgaande bijna is opgenomen. Schep na 15 minuten de stengelstukjes komatsuna erbij. Ga dan nog ongeveer 5 minuten door met roeren en bouillon toevoegen. Proef of de rijst goed is. Schep op het laatst het blad en de pecorino erdoor. Geef nog een draai van de pepermolen erboven. Serveer in diepe borden.
Nadat we andijviestamppot hadden gegeten was er nog een restje andijvie over. De andijvie had een bittere bijt (lekker) en als tegenhanger daarvoor heb ik in onderstaand recept wat zoets toegevoegd. Het idee van de rozijnen komt volgens mij uit de Italiaanse keuken. Ik kan me een recept herinneren van andijvie (of snijbiet of spinazie) met rozijnen en pijnboompitten. Maar ik kon in mijn kookboeken zo snel niet iets terug vinden, dus heb ik mijn geheugen en improvisatietalent gebruikt. Nadat het taartje op was, bedacht ik mij dat er ook een ansjovisje in voor kwam. Dus als je naast het bitter en het zoet ook het zout wilt, ga je gang.
Andijvietaartje
(voorgerecht, 2 personen)
- 2 plakjes deeg voor hartige taart
- margarine om de vormpjes in te vetten
- 2 el pijnboompitten
- 1 el olijfolie
- 1/2 kleine ui, gesnipperd
- 200 gram andijvie, in dunne reepjes
- 1 teentje knoflook
- een heel klein stukje rode peper, gesnipperd
- 2 el rozijnen
- 1 ei
Laat het deeg ontdooien. Vet 2 kleine taartvormpjes (diameter ong 8/9 cm) en bekleed ze met het deeg.
Verwarm de oven voor op 190 C.
Verhit een droge koekenpan en rooster de pijnboompitten goudbruin. Laat ze afkoelen op een bord.
Verhit in de pan de olijfolie en fruit de ui even aan. Bak de andijvie even mee. Pers het teentje knoflook erboven uit. Voeg de peper en de rozijnen toe. Laat op een laag vuur een paar minuten smoren totdat het vocht van de andijvie voor een groot deel verdampt is.
Klop het ei los met een lepel water. Verdeel de andijvie over de 2 vormpjes. Giet het ei erbij. Bak de taartjes in 25-30 minuten gaar.
Een waar kunstwerkje. Dat vond ik van de koolrabi die deze week in het groentepakket zat. Hij was niet lichtgroen zoals de koolrabi die ik tot nu toe kende, maar deze had een paarse buitenkant. De binnenkant was wel witgroen. Alleen wat moet je daar nu mee maken? In de geijkte combinatie met kaassaus, of in een salade had ik geen zin. Zo tegen de tijd dat het eten klaar gemaakt moest worden kreeg ik deze ingeving. En het smaakte goed.
Couscous met koolrabi en paprika
(2 personen)
- 1 el olie
- 150-200 gram merquezworstjes
- 1 grote koolrabi, in blokjes
- 1 rode paprika, in blokjes
- 1 teentje knoflook
- 1 tl gemalen koriander
- 1 tl gemalen komijn
- 120 gram couscous
- zout
- 1 el olijfolie
- 1 el citroensap
- 1 el gehakte munt
- 1 el gehakte peterselie
Verhit de olie in eenh hapjespan en braad de merquezworstjes bruin. Zet het vuur laag en laat ze in 5-10 minuten gaar worden.
Breng ondertussen ongeveer 2 dl water aan de kook. Doe de couscous in een (serveer)schaal, doe een snuf zout erbij en giet daarna het water erbij totdat de couscous net onder staat. Je gebruikt waarschijnlijk niet al het water. Laat de couscous even wellen en roer hem daarna los met een vork. Roer de olie en het citroensap door elkaar. Schep dit door de couscous samen met de munt en peterselie.
Haal de worstjes uit de pan en bak in het vet de koolrabi even aan. Doe de paprika en knoflook erbij en bak even mee. Doe dan de koriander en komijn erbij met een scheutje water en laat 10 minuten stoven. Snijd ondertussen de worstjes in kleine stukjes en doe ze daarna in de pan erbij om weer warm te laten worden.
Schep het groente-vleesmengsel door de couscous. Serveer lauwwarm.
Wij aten er nog wat in blokjes gesneden komkommer in 2 el yoghurt met nog wat gehakte munt erdoor bij.
Gisteren zijn we een eind wezen fietsen. Over de dijk en met het pontje overvaren, en langs de andere dijk weer terug. Terug was flink trappen, want toen hadden we de wind tegen. Onderweg lekker gepicknickt met een pastasalade, krentenbollen en aardbeien uit de muur.
De aardbeien hadden we spontaan onderweg gekocht. We fietsten langs een teler en daar stond een heuse automatiek. Dit keer niet met warme kroketten maar met koele aardbeien. Omdat we het zo´n leuk idee vonden maar een bak gekocht. Een munt van 2 euro erin, en een bak met rode aardbeien eruit. Ze bleken lekker zoet te zijn. Een stuk lekkerder dan de aardbeien die ik tot nu toe bij de supermarkt en op de markt heb gekocht.
Deze week zat in het groentepakket:
- rode kool
- groenselderij
- andijvie
- paksoi
- knoflook
Ik heb er dit mee gedaan:
- roerbakmie met oa paksoi en en stengel groenselderij
- een stengel groenselderij door nasi
- een stengel groenselderij door macaronisaus
- gesmoorde rode kool (voor in de vriezer)
- andijvieovenschotel met aardappelpuree en kaas
Het begint eindelijk lente te worden. Deze week voor het eerst weer op het balkon in het zonnetje gezeten. Wel nog met een trui aan, maar toch. Ondanks het mooie weer, nog wel een winters gerecht op tafel: zuurkoolschotel.
Zuurkoolschotel met rijst
(2 personen)
- 500 gram (kruiden)zuurkool
- 50 gram spekjes
- 2 uien, in ringen
- 1 teentje knoflook
- 1 tl karwijzaad
- 1 rode paprika, in stukjes
- gare zilvervliesrijst (150 gram ongekookt gewicht)
- 4 el kwark/creme fraiche/yoghurt
- 1 tl paprikapoeder
- snuf cayennepeper
- 100 gram geraspte (geiten)kaas
Doe de zuurkool in een ovenschaal. Snijd eventueel iets fijner. Verwarm 3 minuten op vol vermogen in de magnetron.
Bak de spekjes uit. Bak de uien en knoflook een paar minuten mee. Schep het karwijzaad erdoor. Verdeel het uimengsel over de zuurkool. Verdeel ook de paprika hierover.
Roer 2 eetlepels kwark met paprikapoeder en cayennepeper door de rijst. Verdeel dit over de zuurkool en uien.
Meng de rest van de kwark met de kaas. Verdeel dit over de bovenkant van de rijst. Laat in de oven op 180 C in 30-35 minuten heet worden en een korstje krijgen.
(ik gebruik de combimagnetron: 20 minuten op 180 Watt en 180 C hetelucht-bovengril)
Natuurlijk mag dit toetje geen tiramisu heten. Maar om het nu langevinger-chocoladepudding-amarenenmascarpone-toetje te noemen; dat bekt niet zo lekker. Het smaakte overigens wel lekker.
Chocolade-amarenen"tiramisu"
(6 personen)
- 5 dl melk
- 35 gram custardpoeder
- 35 gram suiker
- 20 gram cacao
- 100 - 150 gram lange vingers
- 2 el kersenlikeur
- 3 el siroop van amarenen
- 250 gram mascarpone
- 50 gram amarenekersen
Breng de melk aan de kook. Meng in een kopje custardpoeder, suiker en cacao met een paar lepels melk tot een papje. Roer dit door de melk als deze kookt. Laat in een paar minuten op een laag vuur onder voortdurend roeren dik worden. Schep in een kom en laat de chocoladepudding afkoelen.
Meng kersenlikeur en amarenensiroop in een diep bord. Voeg nog 1 el water toe. Dep de lange vingers met de onderkant hierin en schik de lange vingers naast elkaar in een platte schaal (ik gebruik een glazen schaal die ik ook voor lasagne gebruik).
Verdeel de chocoladepudding over de lange vingers. Dit kun je het beste doen als de pudding nog niet ijskoud is.
Snijd de amarenekersen in kleine stukjes. Roer ze door de mascarpone, samen met siroop die vrij is gekomen. Strijk dit mengsel in een dun laagje over de (nu wel echt koude) chocoladepudding.
Het begon met de wortel in het groentepakket. Dat werd uitgebreid met kikkererwten en op smaak gebracht met knoflook. Daarbij couscous met olijfolie, citroensap, munt en peterselie. En daarbij lamsschenkel. Manlief was helemaal enthousiast. Ik heb geprobeerd de smaken terug te krijgen die ik geproefd heb toen ik vorig jaar in Marokko was. En ik moet zeggen dat dat best goed gelukt is.
Lamsschenkel met abrikozen
(2 personen)
- 2 el olijfolie
- 2 lamsschenkels
- 1 gesnipperde ui
- 1 teen knoflook
- 1 tl gemalen kaneel
- 1 tl gemalen korianderzaad
- 1 tl gemalen komijn
- 1/4 rode peper, heel fijn gehakt
- zout
- 150 gr gedroogde abrikozen, in stukjes
Verhit de olie in een braadpan. Braad de schenkels rondom bruin aan. Haal ze uit de pan en leg ze even apart. Fruit in het vet de ui en knoflook. Bak de specerijen even mee. Voeg ongeveer 2 dl water en de abrikozen toe. Leg de schenkels weer terug in de pan. Laat, met het deksel op de pan, op een laag pitje tenminste een uur sudderen. Proef de saus, en breng op smaak met zout.
Mannetje Q houdt van macaroni met gekleurde saus en kaas. In grote lijnen komt dit neer op: ui en knoflook fruiten in wat olie, groenten op kleur erbij doen, kruiden of specerijen die erbij passen erbij, een scheut water erbij en dan een tijdje laten sudderen. Vervolgens met de staafmixer pureren. Ik vries een deel in in een ijsblokjesvorm zodat ik kan afwisselen.
Bij groen, geel, rood en oranje kun je je nog wat voorstellen. Maar blauw? Wat voor groente is er nu (turkoois)blauw? Nou eigenlijk niet één. Dus gaan er fijngestampte smurfen in de saus, hebben we bedacht. Maar dat gelooft zelfs mannetje Q niet.
Blauwe saus
- 1 el olijfolie
- 1 ui, gesnipperd
- 1 teentje knoflook
- snuf nootmuskaat
- 1 laurierblad
- bloemkool
- knolselderij
- peper, zout
- scheutje melk
- drupje blauwe levensmiddelenkleurstof
Fruit ui en knoflook aan in de olijfolie. Voeg de bloemkool en de knolselderij toe. Bak even mee. Voeg een scheutje melk, wat water, nootmuskaat en laurierblad toe. Laat ongeveer 20 minuten smoren totdat de groente zacht is. Pureer. Breng op smaak met zout en peper. Voeg kleurstof toe tot de saus de gewenste kleur heeft.
Deze week zat in het pakket:
- bloemkool
- gemengde kiemen
- winterpeen
- witlof
Dit heb ik er mee gemaakt:
- bloemkool in de blauwe saus voor mannetje Q (met de rest knolselderij van vorige week)
- witlof met ham en kaas
- bloemkoolcurry
- gebakken aardappels, wortels anders en vissticks
- couscous met wortel en kikkererwten
Manlief zat deze week weer in verwegistan. Dus dat betekent met eten af en toe een restje uit de diepvries. Maar om nu een hele week zuurkool en boerenkool en dergelijke te eten, daar word ik ook niet echt blij van. Alhoewel, als je naar buiten kijkt, blijft het daar nog wel weer voor. En ik heb natuurlijk ook mijn groentepakket waar wat mee gedaan moet worden. Eén voordeel van het alleen zijn, is dat ik heerlijk alle witlof uit het pakket heb ingepikt. Er zitten drie (redelijk grote) stronken in, maar dat is voor ons tweeen te weinig. Dus heb ik vanavond lekker witlof met ham en kaas (en aardappelpuree) gegeten. Hiervan geen recept, maar van iets anders dat ik van de week voor mezelf gemaakt heb.
Ben je juist op zoek naar een lasagne met zalm voor heel veel mensen? Kijk dan hier voor een recept.
Lasagne met zalm en spinazie
(1 persoon)
- 1 el olijfolie
- 1/2 ui, gesnipperd
- 1 teentje knoflook
- 200 gram diepvriesspinazie
- zout, (cayenne)peper
- ± 75 gram lasagnebladen
- 125 gram zalmfilet
- 3 el creme fraiche
- scheutje citroensap
- 1/2 paprika, in stukjes (kleur naar keuze)
- 50 gram geraspte kaas
Verhit in een hapjespan de olijfolie. Fruit ui en knoflook hierin en doe de spinazie erbij. Laat de spinazie net ontdooien. Breng op smaak met zout en (cayenne)peper.
Snijd de zalmfilet in kleine blokjes. Schep om met twee lepels creme fraiche, peper, zout en citroensap.
Leg een laagje spinazie in een ovenschaaltje. Leg hierop lasagnebladen. Schep hierop de zalm en de paprikastukjes. Leg hierop weer een laag lasagnebladen. Verdeel de rest van de spinazie hierover. Bedek weer met lasagnebladen. Smeer de laatste lepel creme fraiche hierover uit. Bestrooi met geraspte kaas. Zet 15 minuten in de combimagnetron op: 360 Watt en 175 C hetelucht+grill.
Een favoriete tante van mannetje Q en haar vriend (bouwen met de lego) waren langs. De tante is een beetje kieskeurig met eten, maar daar passen we ons gewoon aan aan. Lekker tiramisu gemaakt als toetje. Ik maak dat geregeld, maar heb nog niet één vast recept ontdekt wat echt mijn manier gaat worden. Dat betekent soms dat het nogal vloeibaar blijft, maar deze keer was die weer echt goed gelukt. Mannetje Q werkt dat nog sneller weg dan zijn moeder.
En als hoofdgerecht vallen bij deze tante aardappels/wortels/vis meestal wel in de smaak. Deze keer kibbeling uit de diepvries (en dan in de frituurpan). Uit een pakje dus, maar deze valt wel in de smaak. En door de aardappelpuree had ik stiekem ook knolselderij gestampt. En de wortels had ik net iets anders gemaakt dan alleen maar gekookt. Anders krijgen we commentaar van manlief. En die verdient natuurlijk ook dat er naar hem geluisterd wordt.
Gekookte wortels net iets anders
(4 personen)
- 1 el (zonnebloem)olie
- 2 cm verse gemberwortel, geschild
- 1 teentje knoflook
- 750 gram winterpeen, geschild en in kwartstukjes
- zout
Verhit in een pan de olie. Pers (ik heb een stevige knoflookpers, gebruik anders een rasp) hierboven de gember en knoflook uit. Laat even zachtjes fruiten. Doe dan de wortels erbij en schep een paar minuten op hoog vuur om. Giet een theekopje water erbij. Breng aan de kook en doe een deksel op de pan. Laat ongeveer 10 minuten smoren. Giet het vocht af, of gebruik dit eventueel om de puree mee te maken.
Tijdens het werken kreeg ik een mailtje van manlief: of (schoon)moeder en (schoon)zus ook mee konden eten vanavond. Dus dat werd een klein beetje delen: 1 courgette met z´n vieren is een beetje weinig. Eén courgette met z´n tweeën is ook niet heel veel, dus ik had al wel bedacht om er couscous bij te eten. Maar niet zo´n gevulde als het uiteindelijk is geworden: met ui, wortel, pompoen, broccoli en kikkererwten. Hier het recept voor de gevulde courgette.
Courgette met gehakt met marokkaanse invloeden
(2 personen)
- 1 grote courgette
- 1 el olijfolie
- 200 gram (lams)gehakt
- 1/2 ui, gesnipperd
- 2 teentjes knoflook
- 1/4 rode peper, heel fijn gesnipperd
- 1/2 tl kaneel
- 1 tl gemalen koriander
- 1 tl gemalen komijn
- 2 dl groentebouillon (van een blokje)
Verwarm de oven voor op 180 C.
Snijd de courgette in de lengte doormidden en hol hem uit zodat een soort bootje ontstaat. Ik gebruik hiervoor een meloenbolletjeslepel. Snijd het vruchtvlees in kleine stukjes.
Verhit in een hapjespan de olijfolie en bak hierin het gehakt rul. Bak ui, knoflook en peper even mee. Voeg dan de specerijen toe en bak deze ook even mee. Voeg dan het fijngehakte courgettevruchtvlees toe en schep om. Voeg een klein scheutje water toe en laat even stoven. Proef of er nog zout of peper bij moet.
Doe de bouillon in een magnetronschaal en leg de courgettehelften erin. Verhit 4 minuten op vol vermogen. Vul de courgettes met het gehaktmengsel. Laat in ongeveer 20-25 minuten in de oven gaar worden.
Wat zat er deze week in het pakket?
- knolselderij
- 2 courgettes
- 2 stronken broccolli
- een citroen
- een krop sla
En wat heb ik er mee gemaakt?
- pasta met zalm en courgette en citroen
- roerbakmie met broccoli, cashewnoten en sesamolie
- sla (bij gebakken aardappels en een tartaartje)
- gevulde courgette met couscous en groenten
- aardappelknolselderijpuree (bij wortels en kibbeling)
Mannetje Q had voorjaarsvakantie, en is een paar dagen uit logeren geweest. Daarvan hebben manlief en ik maar geprofiteerd en zijn gezellig uit eten geweest. Bij Cafe Verheyden. We hebben heerlijk gegeten. Ik had onder andere rollade van Baambrugger big. Een lekker stukje sappig varkensvlees, met nog een randje vet. Ik ben niet zo van de grote stukken vlees, maar dit gaat er bij mij altijd wel in. Zeker met wat lekkere groente (in dit geval koolraappuree en wat sla) erbij.
Mannetje Q werd teruggebracht door zijn oma. De andere opa en oma kwamen ook langs, en toen heb ik thuisrestaurantje gespeeld. Het menu bestond uit:
- salade van winterpostelein, kiemen, geitenkaas en portdressing
- pompoenrisotto
- lamsschouder met citroensaus en koolraappuree
- pruimentaart met chocoladesorbetijs
Hierbij het recept van het ijs. Ik heb het een keer op internet gevonden. De bron weet ik niet meer. Dus als ik iemand tekort doe, ik hoor het graag. Ik vind het heerlijk ijs. Het is echt puur. En het blijft goed schepbaar, ook als het 2 weken in de vriezer staat. Dus ook handig om wat langer van te voren. Dat heb ik afgelopen kerst dan ook gedaan.
Chocoladesorbetijs
- 260 gram suiker
- 85 gram cacao
- 0,5 l kokend water
- 65 gram extra pure chocolade
- evt. 1 el cointreau
Roer suiker en cacao in een grote kom door elkaar. Zeef eventueel de cacao om klontjes wat gemakkelijker fijn te roeren. Giet het kokende water erop en roer goed door elkaar zodat de suiker oplost en er geen klontjes meer zijn. Breek de chocolade in stukjes en roer deze er ook doorheen zodat de chocolade smelt. Laat het mengsel afkoelen. Roer eventueel de cointreau erdoor.
Bereid hiervan ijs in een ijsmachine. Bij mij wordt het niet zo hard dat het direct uit de ijsmachine te serveren is. Ik moet het zeker nog een uur in de vriezer laten naharden.
Vandaag hadden we een eter. En ik had nog spruitjes over, die echt op moesten. Een beetje een riskante relatie: spruitjes en een gast, maar ik heb het erop gewaagd. En de eerste reactie was ook: spruitjes? Maar achteraf was de conclusie dat op deze manier spruitjes toch wel lekker zijn. Vooraf had ik lekker vers brood bij de Turkse bakker gehaald. Hierbij gemarineerde paprika, een stukje kaas, wat olijven en wat knoflooksaus. Daarom was deze taart vandaag genoeg voor 3 personen.
Spruitjestaart
(2 personen, quichevorm 24 cm doorsnede)
- 6 plakjes deeg voor hartige taart (of bladerdeeg)
- 100 gram spekjes
- 1 kleine ui, gesnipperd
- 1 teentje knoflook
- 400 gram spruitjes
- 100 gram geraspte kaas
- 2 eieren
- 3 eetlepels melk
- cayennepeper, zout
- eventueel 1 tl (gedroogde) tijm
Verwarm de oven voor op 180 C.
Laat de plakjes deeg ontdooien en bekleed hiermee de (ingevette) vorm.
Bak de spekjes uit in eigen vet. Fruit ui en knoflook een paar minuten mee.
Maak de spruitjes schoon. Als ze erg groot zijn, halveer ze dan. Kook ze in een bodempje gezouten water vijf minuten voor. Giet ze af.
Klop ondertussen het ei los met de melk, een snuf cayennepeper, tijm en eventueel wat zout. Ik gebruik geen zout omdat het spek al behoorlijk zout is.
Schep de spruitjes in de vorm. Verdeel hierover de spekjes. Giet het eimengsel eroverheen. Verdeel de kaas erover. Bak de taart in een oven in ongeveer 30 minuten gaar.
Lekkere groene blaadjes zaten er in het pakket. Omdat ze erg kwetsbaar zijn, heb ik ze maar direct gebruikt in een lekkere salade. Ik maak deze geregeld, maar elke keer net even anders. Deze keer met winterpostelein, maar ook wel met eikebladsla, met kropsla, met romainesla. En deze keer met zachte geitenkaas, maar soms met harde geitenkaas, en soms met feta. En deze keer met pijnboompitten, maar soms met hazelnoten, en soms met walnoten.
En om de oma van bijna net zo lekker als thuis eer aan te doen heb ik het woord krootjes gebruikt. Voor degenen die niet weten wat dat zijn: krootjes wordt in Rotterdam en omgeving gebruikt voor rode bietjes.
Salade van winterpostelein en krootjes
(2 personen)
- 500 gram krootjes
- 100 gram winterpostelein
- 1 el zonnebloemolie
- 1 el walnootolie
- 0,5 el appelciderazijn
- peper, zout
- 75 gram zachte geitenkaas
- 2 el pijnboompitten
Kook de ongeschilde krootjes in gezouten water - afhankelijk van de grootte - in ongeveer 1 uur gaar. Laat ze afkoelen en pel ze (eventueel met handschoenen aan). Snijd ze in dunne plakjes.
Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan goudbruin. Laat even afkoelen op een bord.
Maak een dressing van beide soorten olie, de azijn, peper en zout. Maak hiermee de winterpostelein aan.
Leg de winterpostelein op een grote, ondiep schaal. Leg hierop de plakjes krootjes. Verkruimel hierboven de geitenkaas. Bestrooi met pijnboompitten. Besprenkel eventueel nog met een paar drupjes walnootolie.
Ik maak hierbij altijd een sausje van yoghurt, knoflooksaus en fritessaus (ja, ik weet het, uit een potje, maar heel soms is dat wel handig) en soms nog wat verse kruiden. En we eten er altijd brood bij. Vaak zelfgebakken, soms een boulogne-afbakbol.
Afgelopen week zat in het pakket:
- winterpostelein
- rode bietjes
- spruitjes
- kruidenzuurkool
En wat heb ik er mee gedaan?
- salade van winterpostelein en biet
- spruitjestaart
- gekookte spruitjes als bijgerecht
- de zuurkool ligt nog in de groentela
Van de winter heb ik al een paar keer een grote pan erwtensoep gemaakt. Een groot deel daarvan verdwijnt in de vriezer voor een keer gemakkelijk eten, een kop op zondagmiddag, en een bakje voor opa en oma. Altijd geslaagd, dus vond ik het tijd om eens wat anders te proberen.
Witte bonensoep
- 250 gram gedroogde witte bonen
- 1 el olijfolie
- 1 rode ui, gesnipperd
- een takje rozemarijn van ongeveer 5 cm
- een paar blaadjes salie
- 1 teen knoflook, in vieren
- 1/4 rode peper, fijngesneden
- 1 groentebouillonblokje
- 2 rode paprika´s, in dunne reepjes
- 1 el olijfolie
- 1 teentje knoflook
- 1 tl balsamico-azijn
Week de gedroogde bonen minstens 8 uur in ruim koud water.
Verhit één lepel olie in soeppan. Fruit de ui even aan. Schenk hier een liter water bij. Doe de bonen, rozemarijn, salie, knoflook en rode peper bij. Breng aan de kook en laat in één tot anderhalf uur de bonen gaar koken.
Verhit ondertussen in een ander pannetje de andere lepel olie. Bak op hoog vuur de paprikareepjes tot ze iets verschroeid zijn. Zet het vuur laag. Laat de knoflook even meebakken. Voeg de azijn en een scheut water toe. Doe een deksel op de pan en laat de paprika 30 minuten smoren. Zet het vuur uit.
Vis de rozemarijn en salie uit de pan als de bonen gaar zijn. Voeg het bouillonblokje toe. Pureer de soep. Voeg de paprikareepjes met vocht toe. Proef of er peper, zout of azijn bij moet.
Deze week zat in het pakket:
- winterwortel
- veldsla
- aardperen
- witlof
- sjalotjes
Wat heb ik er mee gedaan?
- de sjalotjes gaan in diverse gerechten en zijn nog niet op
- salade van veldsla, gerookte kip en 2 net gare aardperen met een notenoliedressing
- aardpeer-risotto
- witlof met ham en kaas
- gegrilde wortel en paprika bij couscous en lamsworstjes
- wortel in het niet zo geslaagde zoetzure kipprutje
Weer een beetje een vergeten groente in het pakket. Ik had ze in een krant gerold en in de groentela van de koelkast gelegd. Zo bleven ze zeker 4 dagen goed. Ik gebruik in mijn risotto´s bijna altijd witte vermouth (oftewel martini). Wij drinken eigenlijk geen wijn, en een fles vermouth blijft langer redelijk goed. Het is natuurlijk niet helemaal volgens de regels, maar wel goed te eten. Verder gebruik ik meestal groentebouillon van een blokje. Hierbij gebruik ik 1 blokje (normaal voor een halve liter bouillon) op 750 ml water. Dat vind ik zout genoeg. De kaas geeft ook nog een zoute smaak aan het geheel.
Aardpeer-risotto
(2 personen)
- 1/2 ui
- 1 teentje knoflook
- 2 el olijfolie
- 140 gram risottorijst
- scheut witte vermouth
- 300 gram aardpeer in kleine blokjes
- 750 ml hete groentebouillon
- peper
- 50 gram fijngeraspte parmezaanse kaas
Snipper de ui fijn. Verhit 1 el olie in een braadpan. Fruit de ui aan, en laat even op laag vuur smoren. Pers het teentje knoflook erboven uit en laat even meebakken. Voeg dan de andere lepel olie toe. Voeg de rijst toe en schep goed om zodat elke korrel bedekt is met een filmpje olie. Giet dan de scheut vermouth erbij en laat deze verdampen. Schep de aardpeer erbij.
Doe de bouillon in een pan en laat deze op het kleinste pitje goed heet blijven.
Voeg dan, onder heel geregeld roeren, beetje bij beetje de bouillon toe. Laat de rijst op deze manier gaar worden. Misschien heb je niet alles nodig. Dat duurt - afhankelijk van de soort rijst die je gebruikt - zeker 20 minuten. Schep dan de kaas erdoor. De risotto moet smeuiig blijven.
Een hartig taartje deze avond. Ook mannetje Q vond het wel lekker, maar dan wel zonder de nootjes. Voor de bodem speel ik wel een beetje vals. Die komt gewoon uit de diepvries. Wel zo makkelijk om achter de hand te hebben. Ik denk erover om binnenkort eens deeg voor hartige taart te maken en dan meteen wat meer, en dat in te vriezen. De aardpeer die erdoor heen zit, is optioneel. Ik vond de smaak wel wat toevoegen, maar om hier nu 1 aardpeer voor te gaan kopen, dat is waarschijnlijk een beetje veel gevraagd. Ze zaten deze week in het groentepakket, en ik ga er morgen risotto mee maken, en dan heb ik ze niet allemaal nodig.
Spinazietaart
(1 persoon)
- 2 plakjes deeg voor hartige taart
- 200 gram diepvriesspinazie
- 1 el pijnboompitjes
- 1 teentje knoflook
- 1 ei
- 50 gram zachte geitenkaas
- 1 aardpeer in miniblokjes
- peper en zout naar smaak
Laat de plakjes deeg ontdooien. Leg ze op elkaar en rol ze samen uit tot een wat groter plakje. Bekleed hiermee een quiche/taartvorm met een diameter van 10 cm.
Laat de spinazie ontdooien en knijp het meeste vocht eruit.
Rooster de pijnboompitjes in een droge koekenpan goudbruin.
Klop het ei los in een kom. Pers het teentje knoflook hierboven uit. Roer de spinazie hierdoor. Meng de aardpeer erdoor. Voeg peper en zout naar smaak toe. Verdeel het mengsel over de deegbodem. Verkruimel de geitenkaas hierboven. Bestrooi met de pijnboompitjes. Bak de taart 25 minuten in een op 190 C voorverwarmde oven.
Mannetje Q en ik zijn al ruim een week heel gezond bezig. De winkel waar wij vorige week dinsdag nog een preitje kochten voor door de pasta verkocht 5 kg sinaasappels voor 3 euro. Dus we eten elke dag sinaasappels. Ze zijn trouwens erg lekker. En ik heb bedacht dat ik er ook maar wat mee moest bakken. En dit is het geworden. Ik ben benieuwd hoe het smaakt, want ik heb niet meer in een bakboek gekeken, maar puur op ervaring en gevoel iets in elkaar gezet.
Natuurlijk kun je ook boter in plaats van margarine gebruiken. Dit doe ik in een appeltaart wel, maar bij een kruimeltjesbodem gebruik ik eigenlijk bijna altijd margarine.
Cheesecake met sinaasappel en witte chocolade
(springvorm van 24 cm doorsnede)
- 75 gram almond cookies
- 75 gram mariabiscuitjes
- 100 gram (harde) margarine
- 1 tl oranjebloesemwater
- 2 eieren, gesplitst
- 500 gram kwark
- 200 gram roomkaas naturel
- 75 gram suiker
- 2 sinaasappels
- 100 gram witte chocolade
Beleg de bodem van de springvorm met bakpapier.
Verkruimel de koekjes in een keukenmachine tot hele fijne kruimeltjes. Smelt de margarine in een pannetje. Zorg dat deze niet bruin wordt. Roer de kruimels en boter door elkaar en roer het oranjebloesemwater erdoor. Verdeel deze massa over de bodem van de vorm en druk goed aan. Zet de vorm zolang in de koelkast. (dit deel kun je ook al wat eerder doen)
Verwarm de oven voor op 180 C
Klop het eiwit stijf in een schone, vetvrije kom.
Boen de sinaasappels goed schoon en rasp de schil eraf.
Mix in een andere kom de kwark, roomkaas, suiker, sinaasappelrasp en eidooiers door elkaar.
Schil de sinaasappels dik zodat ook het wit eraf is. Snijd de partjes los. Vang het sap op (wordt niet gebruikt, maar is zonde om weg te gooien). Snijd de partjes elk in 3 stukjes.
Hak de chocolade grof in stukjes van ongeveer 3 bij 3 millimeter.
Schep de chocolade en sinaasappel door het kwarkmengsel. Spatel als laatste het stijve eiwit er doorheen. Verdeel het mengsel over de bodem. Bak de taart in ongeveer 35 minuten gaar.
Laat afkoelen voor het in stukken snijden.