woensdag 30 december 2020

Roodlof met brie, pecannoten en balsamicostroop


Tweede kerstdag wisselden we sjoelen en eten af. Geen groot meergangendiner maar een combinatie van aangeklede borrel met kleine gerechtjes. Blokjes oude kaas met aalbessenchutney (blog ik binnenkort), gegrilde roodlof, gravad lax (manlief ging voor de zalm speciaal naar de Sligro die op de 24e om 8.15 gelukkig nog erg rustig was), bordje preirisotto, hartig taartje met pompoen waarvan het deeg weer lekker knapperig was geworden (de basis komt hier vandaan, maar ik gebruik bijvoorbeeld griesmeel in plaats van de polenta), een "troeptoetje" (met meringue die ik een hele week heb moeten verstoppen) en brownie met stoofpeertjes. Hier het recept voor de gegrilde roodlof. 



Roodlof met brie, pecannoten en balsamicostroop

(4 stuks)
  • 2 stronkjes roodlof
  • beetje (koolzaad)olie
  • peper, zout
  • 75 gram brie, in stukjes
  • 8 halve pecannoten, grof gebroken
  • balsamicostroop (crema di balsamico)
Verhit de grillpan. 
Snijd de roodlof over de lengte in tweeen. Bestrijk licht met olie. Grill de helften op de snijkant een paar minuten tot ze lichtbruin zijn. Draai om en zet het vuur laag. Bestrooi met peper en zout. Beleg met de stukjes brie. Laat die licht smelten. 
Leg de roodlof op een bordje. Bestrooi met de pecannoten en bedruppel met de balsamicostroop. 

woensdag 23 december 2020

Kerstige taartjes met rode bessen en mixed spice


Mooi hè, deze sterrentaartjes. Belangrijker is natuurlijk dat ze lekker smaken. En dat was het geval. Voor de vulling gebruikte ik de rode bessen die ik in de foodybox kreeg. Ik twijfelde wel een beetje of ik niet iets moest verzinnen waarin ze heel bleven. Want dat ziet er natuurlijk nog mooier uit. Ik was alleen bang dat dat minder in de smaak zou vallen. De mannen hier zijn niet zo'n fan van rode bessen. 

Van het ene eiwit dat overbleef van het deeg maakte ik deze keer snel meringueschotsen met wat rode kleurstof. Ongeveer zoals hier beschreven staat. Heb ik alvast een onderdeel voor een nog te verzinnen toetje voor kerst. Kerst met een heel wat kleiner gezelschap dan andere jaren. Ik wens jullie fijne kerstdagen toe, ondanks alle beperkingen dit er dit jaar gelden. 


Mixed spice

  • 3 kruidnagels
  • 2 pimentbessen
  • 1/8 muskaatnoot
  • 1/2 theelepel korianderzaad
  • 1/2 theelepel gemberpoeder
  • 1 theelepel kaneel
Maal alles in een specerijenmolen (ik heb een koffiebonenmolen speciaal voor dit doel) fijn.


Kerstige taartjes met rode bessen en mixed spice

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 12 stuks)
  • 150 gram bloem
  • de mixed spice van hierboven (of gebruik 2 theelepels uit een voorgemengd potje)
  • snuf zout
  • 45 gram poedersuiker
  • 100 gram boter, in blokjes
  • 1 eidooier
  • 175 gram rode bessen
  • 40 gram witte basterdsuiker
  • 10 gram maizena
Doe de bloem, mixed spice, zout, poedersuiker en boter in de kom van de keukenmachine en meng tot een kruimelig mengsel. Voeg de eidooier toe en meng nog kort tot het deeg samenkomt. Doe in een bakje en sluit af met een deksel en laat een uurtje rusten in de koelkast. 
Maak ondertussen de vulling door de bessen van hun takjes te rissen. Meng in een klein pannetje met de suiker en zet de staafmixer er kort in. Het moet redelijk grof blijven. Laat even staan en schep wat van het uitgelopen sap in een kommetje. Meng dat met de maizena. Breng de bessen aan de kook, roer het maizenapapje erdoor en laat nog 1 minuut doorkoken. Laat afkoelen. 
Leg rondjes bakpapier op de bodem van een muffinvorm (12 stuks). Rol het deeg uit tot een lap van 2 millimeter dik. Steek er rondjes uit met een diameter die 3 centimeter groter is dan bodem van de vormjes. Leg de deegrondjes in de vorm. Vul met de rode bessenvulling. Rol de rest van het deeg uit. Steek hier 6 rondjes uit met een diameter van de bovenkant van de vormpjes. Steek met een kleine stervorm sterretjes uit de rondjes. Dek de vormpjes af met de rondjes met uitgestoken ster (6 stuks) en met de sterretjes (6 stuks). Gebruik bij de laatste eventueel nog een klein beetje deeg om het sterretje aan de randen vast te maken. 
Bak de rode bessenkersttaartjes in ± 20 minuten op 180C gaar.

zaterdag 19 december 2020

Kerstkrans van zalm, sterretjes van biet, spinazie, avocado en granaatappel


Door deze salade in de vorm van een "kerstkrans" op het bord te leggen heb je meteen een wat kleinere portie. Fijn als je voor een meergangendiner gaat. Ook de sterretjes van biet leveren hun deel aan de kerstsfeer van dit gerechtje. Nu heb ik meteen een tip. Na het uitsteken van de sterretjes blijf je dus met de rest van de bietjes "zitten". Qua gewicht meer dan de helft van de verpakking. Gooi dat alsjeblieft niet weg. Als je de sterretjes al een dag van tevoren uitsteekt (planning!), doe dan simpel met eten. Maak een stamppot met de overgebleven bietjes en bij meer eters nog een extra pakje. In dit recept gebruik ik geitenkaas, maar uitgebakken spekjes kunnen natuurlijk ook goed. 

Kerstkrans van zalm, sterretjes van biet, spinazie, avocado en granaatappel

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 4-5 personen)
  • 1 rijpe avocado
  • drup citroensap
  • paar druppels tabasco
  • zout
  • 1 pakje gekookte bietjes (500 gram)
  • 300 gram zalmfilet
  • 1+1 eetlepel olijfolie
  • 2 theelepels sumak
  • ± 50 gram babyspinazie (of veldsla)
  • 2 eetlepels granaatappelpitten
  • 1-2 theelepels granaatappelmelasse
Pureer de avocado. Breng op smaak wat citroensap, tabasco en zout. Doe over in een spuitzak met een klein mondje. Een plastic zakje waar je straks een puntje van afknipt werkt in dit geval ook.
Snijd de bietjes in plakjes van 3 millimeter dik. Steek met een klein stervormpje sterretjes uit de plakjes biet. Bestrooi met wat zout en peper en bewaar zolang in een bakje. 
Snijd de zalmfilet in blokjes. Probeer op een oneven aantal blokjes per persoon uit te komen. Besprenkel met 1 lepel olie en bestrooi met de sumak en wat zout. Gaar op 175C in 7-10 minuten in de oven. De zalm moet net gaar zijn. 
Klop de andere lepel olie met de granaatappelmelasse en wat peper en zout tot een dressing. 
Spuit (of lepel) de avocadopuree in een cirkel (krans) langs de rand van de borden. Verdeel de blaadjes spinazie erover. Verdeel de zalm, bietsterretjes en granaatappelpitten over de krans. Bedruppel met de dressing. 

woensdag 16 december 2020

Tarbot met witlof, mosterd en spelt


Begin november waren we in het hoge noorden (voor ons was dit al best hoog, het kan natuurlijk nog best wat noordelijker) van Nederland. Een combinatie van schalen ophalen en een nachtje weg. Een van de gangen van die avond was gebakken tarbot met witlof, spelt en mosterdsaus. Als dit visgerecht op de menukaart had gestaan hadden we dit waarschijnlijk geen van beiden gekozen, maar wij vonden het allebei erg lekker. De vis was perfect gebakken. Ook zonder een extern korstje was de tarbot wel knapperig. 

De tarbot werd dus geserveerd met spelt. Bij he mst opdienen werd dat toegelicht als meelspijs. Ik moest daar wel om lachen. Het begrip meelspijs vind ik nu niet iets wat veel mensen paraat hebben. Volgens mij is wat spelt is, beter bekend. 

Tarbot, witlof, spelt en mosterd waren ook de ingrediënten van mijn versie. De tarbot die ik kocht, was een heel stuk kleiner. Van een brutogewicht van 1 kilo hield ik na fileren 350 gram (dunne) filets over. 



Wij aten het als avondmaaltijd, dus ik was wat ruimer met de spelt en witlof. Als je dit gerecht als onderdeel van een meergangendiner maakt, zou ik daar wat minder van maken. 

Tarbot met witlof, mosterd en spelt

(recept voor 2-3 personen) 
  • 1 hele tarbot (± 1 kilo)
  • 500 gram witlof
  • 100 gram spelt
  • klont boter
  • 1 sjalotje, gesnipperd
  • 10 gram bloem
  • 1 volle eetlepel grove mosterd
  • 1,5 deciliter slagroom 
  • 1 eetlepel olijfolie
  • peper, zout
Fileer de tarbot. Ik gebruikte dit filmpje, maar er zijn ook andere te vinden. Leg de filets even opzij.
Maak de witlof schoon. Halveer over de lengt en snijd vervolgens in halve ringen van1,5-2 centimeter breed. Kook de witlof in een bodempje water met zout ± 5 minuten. De witlof moet nog een goede bite houden. Giet af en laat uitlekken in een zeef. 
Kook de spelt volgens de aanwijzing op de verpakking (eventueel in een lichte groentebouillon) gaar. 
Verhit een klontje boter en laat hierin de sjalot een paar minuten zacht smoren. Roer de bloem erdoor. Roer bijna alle mosterd erdoor. Giet er scheutje voor scheutje de slagroom bij en roer alle klontjes eruit. Laat heel zachtjes een paar minuten pruttelen. Roer de laatste mosterd erdoor en proef of je er peper of zout bij wilt. 
Laat een koekenpan warm worden. Doe de olie en een klontje boter in de pan en laat dat ook heet worden. Bak de tarbotfilets op niet al te hoog vuur gaar. Lepel de boter/olie uit de pan ook over de bovenkant van de vis. De dunne filets die ik had bakte ik ± 3 minuten aan elke kant. Bestrooi na het bakken met peper en zout. 
Terwijl de vis bakt, voeg je de witlof aan de mosterdsaus toe en laat weer even doorwarmen. Proef nogmaals. 
Verdeel de witlof en saus over (verwarmde) diepe borden, schep de spelt erbij en leg de vis op de spelt. 

woensdag 9 december 2020

Hazelnoot-kipferl met kaneelsuiker


Ooit bakte ik heel veel soorten kerstkoekjes. Afgelopen jaar hield ik het bij deze kipferl en Aachener Printen. Omdat ik vorig jaar mijn blogposten tot kerst al had ingevuld, heeft het recept van deze kerstkoekjes tot vandaag moeten wachten. Traditioneel worden kipferl met gemalen amandelen en vanille door het deeg gemaakt. Ik varieerde, zoals gewoonlijk, en gebruikte gemalen hazelnoten en wentelde de koekjes door kaneelsuiker.

Hazelnoot-kipferl met kaneelsuiker

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - ± 60 koekjes)
  • 280 gram bloem
  • 70 gram fijne kristalsuiker
  • snuf zout
  • 100 gram gemalen hazelnoten (oa af en toe te koop bij de Aldi)
  • 210 gram koude boter, in blokjes
  • 1 ei
  • 50 gram poedersuiker
  • 2 theelepels kaneel
Meng bloem, suiker, zout, hazelnoten, boter en ei in de keukenmachine tot een bal deeg. Je kunt ook het deeg zonder machine maken. Doe hiervoor bloem tot en met hazelnoten in een kom en meng alvast door elkaar. Doe de boter blokjes erbij en wrijf met je handen een deel van de boter door de bloem tot korrels. Voeg dan het ei toe en wrijf verder. Kneed op het eind met je handen verder door elkaar en vorm een bal van het deeg. Leg het deeg een uur in de koelkast. 
Bekleed een bakplaat met bakpapier. Rol het deeg uit tot een dikke worst van ± 3 centimer doorsnee. Snijd in plakjes van 1 centimer. Rol elk plakje tot een worstje en vouw krom tot een maantje. Leg de kipferl op de bakplaat. Waarschijnlijk heb je meer koekjes dan er op 1 bakplaat passen. Vorm dan de rest terwijl de eerste lading bakt. Bak de koekjes in 10-12 minuten op 175C gaar. Ze moeten vrij licht blijven. 
Meng ondertussen de poedersuiker met de kaneel in een diep bord. Rol de warme koekjes hierdoor. Laat dan verder afkoelen op een rooster. 

woensdag 2 december 2020

Pepermuntchocolaatjes met zwarte bessengelei


Wilhelmina pepermunt, dat was de chique pepermunt. Vroeger mee naar de kerk kregen wij altijd King pepermunt. Twee per dienst. Dat vond ik soms best flauw, want er waren vriendinnetjes die er 3 kregen. Om er langer mee te doen, brak ik ze in 4 stukjes over de rand van een stoel. Om de een of andere reden was ik blijer met Wilhelmina pepermunt, ook al kun je die moeilijker in stukjes breken. Misschien omdat als we Wilhelmina hadden die uit een doosje kwam en die zijn groter dan die in een rol. Of is het gewoon zo dat het anders was dan standaard en daardoor meer gewilder en had het net zo goed andersom kunnen zijn?

Gezien mijn pepermuntgeschiedenis wilde ik wel wat doen met de rol Wilhelmina pepermunt die ik kreeg toegestuurd.*) Maar wat? Want ja, een pepermuntje is gewoon een pepermuntje. Om inspiratie op te doen las ik het lemma munt in de smaakbijbel van Nikki Segnit. Ik citeer: "De Britten combineren zoethout graag met kokos of een suikerrijke naar-fruit-smakende-fondant in de vorm van Engelse drop, maar de Nederlanders combineren zoethout met munt of ammoniumcholoride - ook bekend als salmiak - in een sinister zwart snoepgoed dat in Nederland zoute drop en in Zweden lakrisal heet." Munt kan veel meer aan dan pepermunt en mijn enige associatie met pepermunt was chocolade. Gelukkig vond ik in het laatste stukje van Nikki - met de z - nog iets over zwarte bessen. Daar kon ik me wat bij voorstellen en raad eens - ik had nog een pot zwarte bessengelei ver weggestopt in de kast staan. 

Pepermuntchocolaatjes gevuld met zwarte bessengelei. Ik durf ze geen bonbons te noemen, want daarvoor zijn ze niet strak en chique genoeg. Maar ik moet zeggen dat de chocolade - dankzij de goede uitleg van Tessa - wel knapte en ook glom. Dus het tempereren was best goed gelukt. Ik gebruikte een siliconenvorm die eigenlijk bedoeld is voor mini baba's, en daar kwam de chocolade ook goed uit. Om eerlijk te zijn denk ik dat dit recept nog wel wat finetuning kan hebben, en is dit meer een vastlegging van de smaakcombinatie. 




Pepermuntchocolaatjes met zwarte bessengelei

(voor ± 12 stuks)
  • 120 gram pure chocolade
  • 4 Wilhelmina pepermunten
  • ± 75 gram zwarte bessengelei (of jam)
Doe 80 gram van de chocolade in een hittebestendige kom en hang deze boven een laag bijna kokend water om de chocolade te laten smelten. Hak de rest van de chocolade fijn. 
Verpulver de pepermunt in de vijzel. 
Haal de kom van de pan af. Roer de gehakte chocolade door de gesmolten chocolade. Op deze manier smelt de gehakte chocolade ook en daalt de temperatuur van de chocolade wat goed is voor de juiste kristalvorming. Lees verder maar bij Tessa voor meer uitleg. Roer ook het pepermuntpoeder door de chocolade.
Giet de chocolade in een bonbonvorm, zorg dat de vormpjes bedekt zijn en giet de overtollige chocolade weer terug in de kom. 
Zet de bonbonvorm even in de vriezer om de chocolade hard te laten worden. 
Verwarm de zwarte bessengelei ietsjepietsje zodat het iets vloeibaarder wordt. Maar niet te warm want dan smelt de chocolade. Als je alleen zwarte bessenjam kunt vinden, kun je die ook met de staafmixer glad pureren. 
Vul de bonbonvormpjes met de zwarte bessengelei. Zet in de vriezer om koud te laten worden. 
Herhaal het smelten van de chocolade en bedek de bovenkant (nou ja, eigenlijk de onderkant) van de chocolaatjes met de chocolade en strijk glad af. 
Laat verder opstijven in de koelkast. 

*) via Kroonophetwerk in de #foodybox. Volgens de vooraf toegezonden info had er ook  Zwart Witjes bij moeten zitten, maar dat was dus niet het geval. Vandaar mijn gekozen citaat. 

woensdag 25 november 2020

Speculaasslof met amandelspijs en mandarijn


Vorig jaar zag ik zo tegen Sinterklaas een mooie speculaasslof voorbij komen bij zoet&verleidelijk. Zo perfectionistisch ben ik niet met hoe iets lekkers voor bij de koffie eruit moet zien, maar de smaakcombinatie leek me wel erg lekker. Dus speculaaskruiden door het sloffendeeg en mandarijn in de vulling. Dat was een succes.

Speculaasslof met amandelspijs en mandarijn

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)
  • 180 boter, op kamertemperatuur
  • 200 gram witte basterdsuiker
  • 2 gram zout
  • 1 eidooier (wit niet weggooien hè)
  • 250 gram bloem
  • 10 gram bakpoeder
  • 4 theelepels speculaasspecerijen
  • 150 gram amandelspijs
  • 3 mandarijnen
  • 2 deciliter melk
  • 15 gram custardpoeder
  • 15 gram suiker
  • 125 gram mascarpone
  • 15 gram poedersuiker
Snijd de boter in blokjes en doe ze samen met de basterdsuiker, zout en eidooier in de kom van een keukenmachine. Meng door elkaar. Voeg bloem, bakpoeder en speculaaskruiden toe en meng tot een deeg bal. In plaats van een keukenmachine kun je ook een handmixer met deeghaken gebruiken. 
Leg een stuk bakpapier op een bakplaat (of bodem van een taartvorm) en zet hierop de sloffenvorm. Duw de helft van het deeg in de vorm en maak zo een bodem. Zet de vorm een uurtje (langer mag ook) in de koelkast. De andere helft van het deeg kun je invriezen en bewaren voor iets anders. 
Kneed het amandelspijs iets losser en verdeel over de deegbodem, waarbij je rondom 1 centimeter vrij laat. 
Bak de sloffenbodem op 165C in 30 minuten gaar. Laat afkoelen. 
Terwijl de slof bakt, kun je de vulling bereiden. 
Boen 1 mandarijn schoon en rasp de schil eraf. Doe deze bij de mascarpone en zet dit nog even weg. 
Schil de mandarijn dik zodat ook het wit meekomt en snijd de partjes tussen de vliezen uit. Vang sap op. Zet de partjes even opzij  voor de garnering. Pers de andere 2 mandarijnen uit en breng al het sap aan de kook. Laat inkoken tot er 4 eetlepels over zijn. 
Breng de melk aan de kook. Roer custardpoeder en suiker met een beetje melk tot een papje en roer dit door de kokende melk. Zet het vuur uit. Roer 3 eetlepels mandarijnsap door de pudding en laat afkoelen. Roer af en toe door. Roer de laatste lepel mandarijnsap samen met de poedersuiker door de mascarpone. Eventueel kun dit in een spuitzak doen om de slof iets mooier er uit te laten zien. 
Verdeel de dikke vla over de slof. Verdeel dan de mandarijncrème erover. Versier met de mandarijnpartjes. 

woensdag 18 november 2020

Witlofsalade met walnoot, brie, honing en croutons


Je kunt natuurlijk gewoon een broodje met brie, honing en walnoten klaarmaken voor de lunch. Dat is een stukje sneller en misschien net zo lekker. Maar met 1 ingrediënt (eigenlijk 2) extra  (en iets meer werk) heb je een salade voor je neus staan. Daarmee heb je het gevoel dat je "echt geluncht" hebt in plaats van "een boterham gegeten". 

Witlofsalade met walnoot, brie, honing en croutons

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis)

  • 1-2 (oudbakken) harde broodjes (ik gebruikte een kampioentje)
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 2-3 stronkjes witlof (± 300 gram)
  • 1 sinaasappel
  • peper, zout
  • 2 theelepels (noten)azijn
  • 2 eetlepels honing
  • 50 gram walnoten, grof gehakt
  • 125 gram brie, in stukjes
Snijd het brood in blokjes. Doe in een ovenschaal en besprenkel met 1 eetlepel olie. Schep even om. Zet het brood een paar minuten onder de grill, schep om en rooster ook de andere kant goudbruin. Houd het wel goed in de gaten, want anders heb je zwart brood. 
Was de witlof. Snijd in de lengte in reepjes. Verdeel over een grote schaal. 
Schil de sinaasappel dik en snijd de partjes tussen de vliezen uit. Vang het sap op. Knijp ook het laatste sap uit de vliezen. Snijd de partjes doormidden en verdeel over de witlof. 
Klop het sinaasappelsap met de andere lepel olie, peper, zout, azijn en 1 lepel honing tot een dressing. Lepel deze over de witlof. Verdeel de brie hierover. 
Rooster de walnoten in een klein pannetje zonder olie 2 minuten. Meng dan de rest van de honing erdoor en laat karamelliseren. Pas wel op voor verbranden. Bestrooi de salade met de croutons en walnoten. 

woensdag 11 november 2020

Rode linzen-tomatensoep


Deze keer zat er ook een bekend product in de foodybox: de rode linzen van valle del sole. Die gebruik ik heel geregeld. Vaak als basis voor een soep of curry. Hier een lijstje van een aantal favorieten van mij met rode linzen:

Vandaag dus ook weer een soep op basis van rode linzen en tomaat. Ottolenghi heeft ook een erg lekkere linzen-tomatensoep, die ik al een aantal keer gemaakt heb. Deze keer hield ik 'm wat simpeler. Ik nam de soep mee naar vrienden waar we eerst mee gingen wandelen en daarna weer opwarmden met soep en brood met smeersels.

Alleen dat plastic bovenkantje op het bakje tomatenbasis, dat mag anders. Je trekt het niet gemakkelijk los en als je iets meer kracht zet, scheurt het en spettert je tomatenbasis door de keuken als je niet oppast. 


Rode linzen-tomatensoep

(recept van bijnanetzolekkersalsthuis - ± 2 liter)

  • 1 eetlepel zonnebloemolie
  • 1 ui, gesnipperd
  • 1-2 groene pepers, fijngehakt
  • 3 centimeter gember, fijngehakt
  • 1 eetlepel lekker kerriepoeder
  • 1/2 bosje koriander
  • 350 gram rode linzen
  • 1,5 liter water
  • 2 groentebouillonblokjes
  • 1 bakje tomatenbasis (550 gram)*)
  • handje cherrytomaatjes of 1-2 tomaten, in kleine stukjes
  • 1 limoen, in partjes
Verhit de olie in een grote soeppan. Fruit de ui een paar minuten. 
Hak de koriander (inclusief steeltjes) fijn. Voeg dan 2/3 van de pepers, de gember, de koriandersteeltjes en het kerriepoeder toe. Fruit een minuutje mee. Roer dan de linzen erdoor. Voeg 1,5 liter water toe en breng aan de kook. Laat op laag vuur 15 minuten koken tot de linzen gaar zijn. 
Verkruimel de bouillonblokjes boven de pan en voeg de tomatenbasis toe. Breng aan de kook en laat nog 5 minuten doorpruttelen. Proef of je er nog extra zout door wilt. 
Meng de korianderblaadjes, de achtergehouden peper en stukjes tomaat door elkaar. Schep de soep in kommen en lepel er een beetje van het tomaat-koriandermengsel op. Serveer met een partje limoen om in de soep uit te knijpen. 

*) pak gezeefde tomaten (500 ml) of 1,5 blik gepelde tomaten kan ook prima

woensdag 4 november 2020

Honingparfait met moerbeien


Dit was voor ons een lokaal toetje. Iemand uit onze buurt heeft bijenkasten in zijn tuin en verkoopt de - erg lekkere -honing. De moerbeien kwamen uit de kantoortuin aan de overkant van ons huis. Maar die mag je ook door bramen vervangen of ander fruit. En de eieren hadden ook nog van kippen uit de buurt kunnen komen, want er is ook iemand die af en toe eieren te koop heeft. 

Honingparfait met moerbeien

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 4-6 personen)
  • 2 deciliter slagroom
  • 2 eieren
  • 70 gram honing
  • 20-30 moerbeien 
Bekleed een (rechthoekige) vorm van ± 0,75 liter inhoud met plastic folie. Zorg dat je stuk folie zo groot is dat je het straks over de bovenkant kan omslaan. Mijn vorm was iets groter zodat de plakken parfait niet zo heel hoog zijn uitgevallen. 
Klop de koude slagroom net stijf en zet nog even koud weg. 
Doe de eieren met de honing in een hittebestendige kom. Hang deze op een pan met daarin een laagje bijna kokend water. Klop de eieren met de honing minstens 5 minuten met de handmixer tot je een dikke, bleekgele crème hebt. Haal de kom van de pan af en klop dan nog 1-2 minuten door om het mengsel iets af te laten koelen. Spatel de slagroom door het honingmengsel. Verdeel over de vorm en dek af met het overhangende folie. Zet de parfait minstens 3 uur in de vriezer om hard te worden. 
Als je parfait een dag van tevoren maakt, haal 'm dan een minuut of 10 voor het aansnijden uit de vriezer. Parfait wordt geen keihard ijs, maar net iets zachter maakt het gemakkelijker om de parfait (met eventueel een warm mes) in plakken te snijden. 
Leg een plak honingparfait op een bordje en garneer met de moerbeien.

Het idee van de parfait is gebaseerd op een recept van Nigella Lawson

woensdag 28 oktober 2020

Taart met rode bessen en witte chocolade botercrème

Of ze netjes 1 voor 1 met de hand in het bakje gelegd waren, zo strak en recht lagen de trosjes rode bessen in het doosje. Waarschijnlijk is dat ook gebeurd, want rode bessen zijn best kwetsbaar dus de vraag is of een machine het goed kan doen. De trosjes waren ook recht en lang. Kijk maar:

Eerlijk gezegd zijn rode bessen voor mij een zomerproduct. Dus ik was een beetje verbaasd dat ze in de herfsteditie van de #foodybox zaten. Natuurlijk weet ik wel dat je rode bessen het hele jaar door kunt kopen. Ik dacht eigenlijk dat ze dan gewoon van een andere plek op de wereld kwamen waar het dan oogsttijd was. Toen ik een beetje rondneusde op de site van de berrybrothers, de teler van deze rode bessen, stuitte ik op de term ULO. Een beetje zoeken op internet leerde mij dat dat een manier van bewaren is van onder andere rode bessen waardoor ze maanden goed kunnen blijven. Dus vandaar dat je met kerst ook ineens zoveel rode bessen ziet. In eerste instantie was mijn gedachte "dus vers is niet net geoogst". Maar waarom zou je met rode bessen dan niet hetzelfde doen dat met appels en peren al decennia gebeurt? En daar vind ik het niet vreemd van. 

Rode bessen kunnen heel zuur smaken. Wij aten ze vroeger gerist en omgeschept met een beetje witte basterdsuiker. Deze rode bessen waren ook wel friszuur, maar ook fruitig. Een echte rode bessensmaak. Dat zure in de bessen combineert dan met het (erg) zoete van de witte chocolade botercrème waar de taart mee bestreken is. Dat kwam uit een bakje dat in dezelfde foodybox zat. De crème smeerde goed uit na een paar (echt maar een paar) tellen in de magnetron, maar was voor mijn smaak toch een tikje te zoet. 


Taart met rode bessen en witte chocolade botercrème

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 2 springvormen van 14 centimeter doorsnee)

  • 150 gram boter (kamertemperatuur)
  • 150 gram suiker
  • 3 eieren
  • 1/2 flesje rumaroma
  • 150 gram bloem
  • 1 theelepel bakpoeder
  • 300 gram rode bessen
  • 15-20 gram witte basterdsuiker
  • 1,5 blaadje gelatine
  • 1 bakje witte chocolade botercrème
Klem een stuk bakpapier tussen de rand en de bodem van de springvormen. 
Klop de boter met de suiker in ± 5 minuten tot een romig mengsel. Klop er 1 voor 1 de eieren door. Klop het rumaroma erdoor. Zeef bloem en bakpoeder boven de kom en meng snel door het beslag. 
Verdeel het cakebeslag over de 2 vormen. Strijk de bovenkant zo glad dat het beslag naar de randen toe een iets dikkere laag vormt en in het midden iets meer een kuiltje is. Op die manier voorkom je dat de cake in het midden heel erg bol wordt. 
Bak de cakebodems op 175C in ± 30 minuten gaar. Laat in de vorm afkoelen.
Maak ondertussen de rode bessenvulling. Pureer hiervoor 200 gram van de rode bessen. Wrijf de puree door een zeef als je geen pitjes wilt. Roer de basterdsuiker door de rode bessenpuree. Week de gelatine ± 5 minuten in koud water. Verwarm een deel van de rode bessenpuree en los hierin de gelatine op. Roer dit door de rest van de puree. Laat nagenoeg opstijven. In de koelkast gaat dit een stuk sneller maar controleer af en toe hoe ver het is. 
Snijd beide cakes horizontaal in 2 plakken. Leg 1 plak op een plat bord (of rooster), veeg de ergste kruimels weg met een kwast en smeer een laagje (± 1/6 van het bakje) botercrème op de cake. Dek af met een cakebodem. Verdeel hier de rode bessenvulling over. Dek af met een laag cake. Smeer hier weer een laagje botercrème op en dek af met de laatste cake. Zet de rand van een springvorm om de cake en zet een uurtje in de koelkast zodat alles net wat steviger op elkaar zit. 
Bestrijk de taart dan rondom met de rest van de botercrème. Het beste kun je dit met een paletmes doen. Ik ben daar zelf niet zo handig in, dus zoek even op internet hoe je dit op een goede manier kunt doen. Verdeel de achtergehouden rode bessen in trosjes over de taart. 

woensdag 21 oktober 2020

Bramenketchup & bramenbarbecuesaus


Natuurlijk zijn er meer dingen aan te wijzen die onze zomer van 2020 kunnen karakteriseren maar als ik 2 dingen mag noemen zijn dat spareribs en bramen. En die 2 dingen kun je zelfs combineren. Manlief had heel enthousiast bramen geplukt dus wat maak je daar dan mee als je geen bramenjam of bramensap wilt maken? Ik brainstormde een beetje en kwam uit op bramenketchup. Bij het noemen van dat idee werd er niet echt enthousiast gereageerd, maar ik deed het lekker toch. Eerst maakte ik ketchup van de bramen en daarna gebruikte ik die ketchup weer in een bbq-saus. Misschien een beetje omslachtig om het in 2 stappen te doen. Maar de ketchup is nu eenmaal een ingrediënt in de bbq-saus die ik als basis nam

Je kunt de bbq-saus in brandschone potten bewaren en dan blijft het wel een tijdje goed. Maar omdat ik wat kleinere porties dan een jampot wilde hebben en geen kleine potjes meer had vroor ik de bbq-saus in kleinere porties in. 

Bij het bbq'en van de laatste 2 racks gebruikte ik deze bramenbbq-saus en daar werd erg enthousiast op gereageerd. Dus de bramenketchup (en bbq-saus) was dus best een goed idee. 

Bramenketchup

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - ± 700 milliliter)
  • 600 gram bramen
  • 1 rode ui, gesnipperd (100 gram)
  • een scheutje water
  • 3 centimeter gember, geraspt
  • 15 witte peperkorrels
  • 15 zwarte peperkorrels
  • 1 theelepel korianderzaad
  • 4 kruidnagels
  • 3 pimentbessen
  • 2 jeneverbessen
  • 1/2 theelepel zout
  • 60 milliliter azijn
  • 60 gram suiker
Doe de bramen, ui en een scheutje water in een pan. Breng aan de kook, prak een paar bramen iets fijner zodat je wat meer vocht krijgt en laat op laag vuur met een deksel op de pan 30 minuten pruttelen tot de ui zacht is. Controleer af en toe of het niet aanbrandt. 
Maal peperkorrels, korianderzaad, kruidnagel, piment in een specerijenmolen fijn. Maal op het eind de jeneverbessen nog even mee. 
Pureer de bramen, voeg de gember, specerijen, zout, azijn en suiker toe en laat op laag vuur nog 20 minuten pruttelen. Roer af en toe. 
Giet de ketchup in brandschone potten of flessen als je de ketchup langer wilt bewaren. Als je de ketchup verder wil verwerken tot bbq-saus is een gewone pot of bak die je in de koelkast zet prima. 

Bbq-saus van bramen

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis) 
  • 100 milliliter witte wijnazijn
  • 80 gram bruine basterdsuiker
  • 50 gram stroop 
  • 50 gram honing
  • 3 eetlepels rum
  • 2 eetlepels worcestershiresaus
  • 1 theelepel gemalen piment 
  • 1/4 theelepel gemalen kruidnagel
  • 2 theelepel gemalen zwarte peper
  • 1/2 theelepel gerookt paprikapoeder
  • 1/2 theelepel cayennepeper
  • 2 theelepels mosterdpoeder
  • 1/2 theelepel zout
  • 700 milliliter bramenketchup
Doe alle ingrediënten, behalve de ketchup, in een pan. Breng langzaam aan de kook en roer zodat alles goed mengt en de suiker oplost. Voeg de ketchup toe. Breng langzaam aan de kook en roer geregeld. Pas op voor spetters. Laat op laag vuur ± 20 minuten pruttelen. Giet in gesteriliseerde potten of flessen of vries in. Als je van plan bent de bbq-saus binnen 2 weken op te maken is een gewone goed schone pot die je in de koelkast zet ook goed. De bbq-saus is wel het lekkerst als je 'm in elk geval een dagje de tijd geeft zodat de smaken goed op elkaar inwerken. 

woensdag 14 oktober 2020

Ricotta cheesecakejes met limoen en framboos


Misschien is de limoenmarmelade in deze kleine cheesecakejes een reden om ze niet te maken. Ik snap dat je dat niet perse in huis hebt. Of dat je geen zin hebt om dit te gebruiken omdat je dan weer met een aangebroken pot zit. In dit recept voegt het smaak (de limoen) en zoet (de suiker in de marmelade) toe. Je kunt eventueel een ander soort jam gebruiken. Dan krijg je wel gekleurde cakejes. Of je gebruikt geen jam. Voeg dan wel ± 30 gram extra suiker en eventueel wat citroen- of limoenrasp toe; je cakejes zullen ook iets kleiner zijn. 

Ricotta cheesecakejes met limoen en framboos

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 12 stuks)
  • 250 gram ricotta
  • 100 gram limoenmarmelade
  • 20 gram suiker
  • 20 gram maizena
  • 2 eieren
  • 2 eetlepels (frambozen)jam
  • 150 gram (diepvries)frambozen
Zet 12 cupcakevormpjes klaar. De door mij gebruikte zijn van siliconen en hoef je niet in te vetten. Voor deze cheesecakejes gebruik ik liever geen metalen vormpjes omdat die een metalig smaakje achterlaten. 
Mix ricotta, limoenmarmelade, suiker, maizena en eieren door elkaar. Verdeel het cheesecakemengsel over de vormpjes. Bak de cakejes in 25-30 minuten op 175C gaar. Laat afkoelen. 
Verwarm de jam met de frambozen en prak een beetje fijn. Verdeel dit over de cheesecakejes. 


woensdag 7 oktober 2020

Orzo met sperzieboontjes, paprika, feta en pesto

Recepten precies volgen, daar ben ik niet zo goed in. Maar ik lees wel veel recepten of zie gerechten voorbij komen waar ik dan weer inspiratie door opdoe. Het idee voor deze variant van een orzo-ovenschotel komt van een maaltijdpakket van de AH. Volgens mij is er iets met orzo, boontjes en pesto. Tenminste, dat is wat ik zo in een oogopslag zag. Dat was voor mij voldoende om dit te koken. Het resultaat mocht er zijn. Wij hebben allemaal hier lekker van gegeten. 

Ovenschotel met orzo met sperzieboontjes, paprika, feta en pesto

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 6 personen)

  • 500 gram sperzieboontjes, afgehaald en in 1,5 centimeter korte stukjes
  • 1 eetlepel koolzaadolie
  • 1 ui, gesnipperd
  • 1 theelepel sambal
  • 500 gram (rode) paprika, in kleine stukjes
  • 1 groot pakje (140 gram) tomatenpuree
  • 1,5 groentebouillonblokje
  • 500 gram orzo
  • 8 deciliter heet water
  • 200-250 gram feta, in blokjes
  • 2 tomaten, in plakken
  • 1 bakje verse pesto (125 gram)
Kook de sperziebonen in een bodempje water 3 minuten. Giet af. 
Verhit in een grote pan de olie. Fruit hierin de ui tot deze begint te kleuren. Roer de sambal erdoor. Bak de stukjes paprika een paar minuten mee. Schep uit de pan in de ovenschaal die je zo gaat gebruiken. 
Doe de tomatenpuree in de pan waar je de ui uit hebt geschept. Roer de orzo erdoor. Giet het water erbij, verkruimel het bouillonblokje erboven en roer door. Meng de boontjes en paprika door de orzo. Schep alles in de ovenschaal. Roer de helft van de feta door het orzomengsel. Verdeel de plakken tomaat, schepjes pesto en de rest van de feta over de bovenkant van de orzo. Bak de ovenschotel op 180C in ± 30 minuten gaar. 

woensdag 30 september 2020

Sushibowl met sperzieboontjes, omelet, komkommer, avocado en zeewierstrooisel


Helemaal hip, eten uit een kommetje. Maar ik vind het soms wel veel rijst of bonen of andere basis en weinig topping. Verder eindig je vaak met vooral het basisingrediënt terwijl juist de combinatie met de andere ingrediënten het lekker maakt. Dus in mijn opbouw van de kom doe ik ook een deel van de groente onderin. 
Deze sushibowl is lauwwarm het lekkerst vind ik, maar koud eten kan ook. Als laatste wordt de bowl bestrooid met furikake. Dat is een mengsel van fijngehakt zeewier, bonitovlokken (gedroogde tonijn) en sesamzaad en geeft een umamiboost aan deze bowl. Ik kreeg dit potje van Lima in de #foodybox. Omdat Lima zich richt op plantaardig voedsel zijn in dit potje de bonitovlokken natuurlijk weggelaten. Ook zonder de bonito is dit een hartig, smaakvol strooisel.



Sushibowl met sperzieboontjes, omelet, komkommer, avocado en furikake

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 2 personen)
  • 150 gram sushirijst
  • 2 eetlepels rijstazijn
  • 2 theelepels suiker
  • 3/4 theelepel zout
  • 1 ei
  • 150 gram sperzieboontjes
  • 1 eetlepel tahin
  • 150 gram komkommer
  • 1 avocado
  • 2-3 eetlepels furikake
Meng rijstazijn, suiker en zout in een klein pannetje en breng aan de kook. Zet het vuur uit en roer zodat suiker en zout oplost. 
Kook de sushirijst volgens de verpakking gaar. Meng het rijstazijnmengsel door de rijst. 
Bak ondertussen van het met een druppel water en snuf zout losgeklopte ei een dunne omelet. Rol deze op en snijd in stukjes. 
Haal de sperzieboontjes af, halveer ze eventueel en kook ze in krap water met wat zout in ± 5 minuten beetgaar. Giet af maar vang een beetje kookwater op. Gebruik dit om de de tahin wat losser te roeren. Meng de boontjes met de tahin. 
Snijd de komkommer in halve maantjes. 
Halveer de avocado, verwijder de schil en snijd het vruchtvlees in plakken. 
Verdeel 1/3 van de boontjes, komkommer en avocado over de bodem van 2 kommen. Schep hierop de  lauwe rijst. Verdeel de rest van de boontjes, komkommer, avocado en de omelet over de rijst. Bestrooi met de furikake. 


woensdag 23 september 2020

Courgette, aubergine, tomaat en paprika gevuld met pulled oats en freekeh


Als je mijn blog een beetje volgt ben je tot de ontdekking gekomen dat ik niet zo vaak een zakje specerijenmix of -pasta gebruik. Geen nasikruiden of currypasta dus. Mijn la vol potjes specerijen, een vriezerlade met een aantal ingrediënten als kerrieblaadjes en laos, een aantal potjes in de koelkast en een plank met azijn en sojasaus zijn mijn basis. Maar soms heb ik niet zoveel zin om na te denken wat ik ga koken. Dan is teruggrijpen op een kant-en-klaar iets wel handig. Voor mij is dat de groene curry (of de madrascurry) van de Lidl uit de verspakketten. Als ik zo'n pakket zie liggen met een 50%-korting sticker dan koop ik 'm. Het zakje currypasta en de kokosmelk zijn voor een snelle kooksessie en de groente uit het pakket gebruik ik in iets anders. Zo ook in dit recept. Vandaar dat het om gevulde courgette, aubergine, paprika en tomaat gaat. Natuurlijk lekker ter afwisseling maar een groentesoort minder kan heel goed. 

De groente wordt gevuld met een mengsel van freekeh (kun je ook vervangen door (zilvervlies)rijst, quinoa, spelt, boekweit en dergelijke) en pulled oats. De laatste kreeg ik in de #foodybox zomer om te proberen. Het is een 100% plantaardige eiwitbron gemaakt van haver en peulvruchten. De versie die ik had was naturel, dus daar kun je zelf elke draai aan geven die je wilt. Omdat in dit gerecht de groente nog een tijdje de oven in gaat, waren de pulled oats lekker knapperig geworden. Dat laatste was wel van belang wilde Q er zijn goedkeuring aan geven. 

Met pulled oats gevulde courgette, aubergine, paprika en tomaat

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 3 personen)
  • 1 niet te grote aubergine (± 250 gram)
  • 1 courgette (± 300 gram)
  • 1 rode paprika (± 200 gram)
  • 1 tomaat (± 125 gram)
  • 2 eetlepels koolzaadolie
  • 150 gram freekeh
  • 1 groentebouillonblokje
  • 1 kleine ui, gesnipperd (± 100 gram)
  • 1 teentje knoflook, fijngehakt
  • 2 theelepels gemalen koriander
  • 2 theelepel gemalen komijn
  • 1 theelepel paprikapoeder
  • ± 1 theelepel harissa (sambal is ook goed)
  • 1 bakje pulled oats naturel (Gold&Green - 175 gram)
Was de groente. Snijd de aubergine en courgette in 2 helften. Hol ze iets uit met een scherpe theelepel. Hak het vruchtvlees fijn. Halveer de paprika en verwijder de zaadjes. 
Doe de aubergine in een ovenschaal, besprenkel met een drupje olie en wat zout en giet een klein beetje water in de ovenschaal. Zet in de oven die je op 180C zet. Doe er na 10 minuten de courgette en paprika, ook besprenkeld met een drupje olie en een snuf zout, bij. 
Maak ondertussen de vulling. Breng 6 deciliter water aan de kook met het bouillonblokje en kook de freekeh 15-25 minuten. Giet af als de freekeh de gewenste gaarheid heeft, maar vang de bouillon op. 
Snijd een kapje van de tomaat en hol deze uit. 
Fruit in een hapjespan in de rest van de olie de ui tot deze begint te kleuren. Bak op hoog vuur, terwijl je alles geregeld omschept, het gehakte vruchtvlees van de aubergine en courgette mee. Voeg eventueel nog een beetje olie toe en fruit knoflook, specerijen, harissa, het binnenste uit de tomaat en pulled oats mee. 
Meng de gare freekeh met het pulled oatsmengsel. Voeg een beetje van de bouillon toe en eventueel nog wat zout naar smaak. Hiermee voorkom je dat het te droog wordt in de oven. Vul de aubergine, courgette, paprika en tomaat met het freekeh-pulled oatsmengsel en doe (terug) in de ovenschaal. Giet de rest van de bouillon in de schaal. Zet de gevulde groente nog ± 20 minuten in de oven tot ze gaar zijn. Hoe lang ze nog moeten ligt een beetje aan hoe lang ze al in de oven hebben gezeten terwijl je de vulling maakte. 

woensdag 16 september 2020

Vakantie-eten 2020-3 - Steak


Het steak eten in de meivakantie in Texas ging dus niet door. Dat vonden de heren wel balen. De steak van zo'n anderhalf jaar geleden was een goede herinnering. Zo'n goede herinnering dat deze zelfs de basis vormde voor een CKV-foto-opdracht voor GZQ. De uitvoering van die opdracht leidde zelfs tot een goede steak hier op ons bord tot verbazing van manlief. En dat zelfs meerdere keren, want ik kocht een stuk rib-eye van 2,4 kilo bij de Sligro, herkomst Zuid-Amerika. Dat was natuurlijk niet in 1 keer op. 


De dag van de fotosessie aten we elk een steak van zo'n 175-200 gram. Dat vind ik veel vlees, maar valt in het niet bij de steaks die de mannen in de VS aten. Medium-rare in de grillpan klaargemaakt. Mèt friet en een lekkere salade. Later in de zomer maakte ik de steaks op de bbq klaar. Een verhaal over de perfecte steak ga je hier niet vinden. Ik wrijf ze in met peper/zout of een bbq-rub en daarna wat olie. De grillpan moet goed heeft zijn en de bbq natuurlijk ook. En dan haal ik ze er redelijk snel af, want manlief heeft zijn steak liever te rood dan te gaar. Daarom zorg ik er wel voor dat het vlees al op kamertemperatuur is, want anders blijft het te koud van binnen. Vervolgens moet je het vlees laten rusten, maar op de een of andere manier gaart het dan toch vaak nog door. Dus daar ben ik nog niet over uit. Te lang laten rusten is ook niet lekker omdat het vlees dan toch te ver afkoelt. Zeker bij rib-eye, met het vet erdoor geaderd, dat wil je niet te koud eten. Want dan stolt het vet weer, en dat is niet lekker. Dus ook uit dat oogpunt kun je beter een niet te grote steak eten. Twee kleintjes is dan een beter idee. 

Helaas kan ik geen foto van een eindresultaat meer terug vinden. 

woensdag 9 september 2020

Bramenkoek


En nog een recept met de geplukte bramen. Voor de snelle jam die je gebruikt in deze koek met bramen en chocolade kun je ook diepvriesbramen gebruiken. Dus als je ze geplukt hebt en tijdelijk in de vriezer geparkeerd hebt, is dit ook een verwerkingsmogelijkheid. Als je er direct jam van hebt gemaakt, kun je die natuurlijk ook gebruiken mits de jam niet al te dun is uitgevallen. 

Bramenkoek

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - vorm van ± 15 bij 15 centimeter)

  • 250 gram bramen
  • 100 gram geleisuiker 1:2
  • 70 gram boter
  • 50 gram witte basterdsuiker
  • 1 ei
  • 140 gram zelfrijzend bakmeel
  • 100 gram pure chocolade (grofgehakt of callets)
  • 1 eetlepel gehakte hazelnoten

Meng de bramen met de geleisuiker en laat ze een paar uur staan als je tijd hebt. Pureer grof. Het hoeft geen gladde bramensaus te worden. Breng aan de kook en kook de grove jam 3 minuten (of volg de aanwijzingen van het pak geleisuiker). Laat de jam afkoelen. Leg een stuk bakpapier op de bodem van de vorm. 
Meng de boter en de basterdsuiker met de mixer met kneedhaken door elkaar. Omdat het een kleine hoeveelheid is, is dit misschien een beetje lastig, dus gebruik een relatief kleine kom. Klop het ei erdoor. Meng als laatste het zelfrijzend bakmeel door het deeg. Verdeel het deeg over de vorm en druk plat. Prik met een vork over de hele bodem ondiepe gaatjes. Bak de koekbodem op 160C in ± 25 minuten gaar. 
Verdeel de afgekoelde jam over de koek.
Doe de chocolade in een hittebestendige kom. Hang deze op een pan met daarin een laagje bijna kokend water. Laat de chocolade rustig smelten. Verdeel de gesmolten chocolade over de jam. Bestrooi met de gehakte hazelnoten. 

woensdag 2 september 2020

Bramenkwarktaart


We zijn nog niet aan het einde van de bramenrecepten hoor. En deze kwarktaart met bramen is ook nog niet de laatste. Begin augustus is hier iemand jarig. Favoriet van de jarige is de aardbeienkwarktaart. Daarvan heb ik er verschillende geblogd, maar de manier waarop ik 'm de laatste tijd maak is toch weer anders. Dus dat komt volgend jaar wel weer een keer. Omdat de verjaardag in het weekend viel, en ik ook taart voor het weekend wilde maken was 1 taart een beetje weinig voor weekend + bezoek. Naast de aardbeienkwarktaart, maakte ik dus ook een bramenkwarktaart. Want al die geplukte bramen moesten natuurlijk wel gebruikt worden. 



Bramenkwarktaart

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - springvorm 20 centimeter)

  • 200 gram bastognekoeken (of 150 gram + 50 gram simpele biscuitjes)
  • 100 gram boter
  • 75 gram witte chocolade, grof gehakt (of callets)
  • 100 + 150 gram bramen 
  • 2 deciliter slagroom
  • 500 gram (magere) kwark
  • 1 pakje vanille saroma (kloppudding)
  • 1/2 zakje taartgelei
  • 75 milliliter ongezoet bramensap + 50 milliliter water of
  • 1 eetlepel frambozenlimonadesiroop aangevuld met water tot 125 milliliter of
  • 125 milliliter water + 1 theelepel suiker
Klem een stuk bakpapier tussen de rand en de bodem van de springvorm. 
Smelt de boter op laag vuur. Laat de boter niet bruin worden. Zodra de boter is gesmolten kan het vuur uit.  Verkruimel ondertussen de koekjes in de keukenmachine tot fijne kruimels. Meng de kruimels door de gesmolten boter en verdeel dit over de bodem van de springvorm. Druk aan met de bolle kant van een lepel. Laat even hard worden in de koelkast. 
Doe de chocolade in een hittebestendige kom. Hang deze op een pan met daarin een laagje bijna kokend water en laat de chocolade rustig smelten. Bestrijk de koekjesbodem met de gesmolten chocolade en laat even hard worden in de koelkast. 
Pureer de 100 gram bramen. 
Klop de slagroom (zonder suiker) stijf. 
Meng de kwark en het puddingpoeder door elkaar. Meng de bramenpuree erdoor en tot slot de stijfgeklopte room. Als het goed is, is het zoet genoeg. Verdeel de vulling over de bodem en zet een uur in de koelkast. 
Roer het taartgeleipoeder met een beetje van het gekozen vocht tot een papje. Breng de rest van het vocht aan de kook. Roer het papje erdoor en laat 1 minuut doorkoken. Roer de 150 gram bramen erdoor. Verdeel dit over de bovenkant van de taart. Laat de gelei opstijven in de koelkast. 

woensdag 26 augustus 2020

Salade met venkel, bramen en pecannoten


Niet alleen bij Doorwerth plukten we bramen, maar ook in de uiterwaarden en bermen vlakbij ons huis. Niet eerder zagen we zulke paarse struiken. Misschien was het een goed bramenjaar dit jaar, of misschien waren we eerdere jaren wel weg als de bramen rijp zijn. Het rare is dat wij nu vooral begin augustus heel veel bramen plukten, terwijl mijn herinnering aan vroeger is dat het toch eerder eind augustus/begin september was dat we bramen plukten. Maakt ook verder niet uit. Een flinke handvol van de bramen gebruikte ik in deze salade. 

Salade met venkel, bramen en pecannoten

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 2 personen)

  • 1 eetlepel koolzaadolie
  • 1 theelepel witte wijnazijn
  • 2 theelepels pesto
  • 200 gram venkel (heel dun geschaafd)
  • 100 gram babyspinazie
  • 125 gram bramen
  • 1 lente-uitje (in schuine, dunne ringetjes)
  • 75 gram pecannoten
Meng olie, azijn en pesto tot een dressing. 
Meng venkel en spinazie door elkaar en verdeel over een wijde schaal. 
Verdeel de bramen, lente-ui en pecannoten erover. 
Besprenkel met de dressing. 

woensdag 19 augustus 2020

Dorenweertse bramentaartjes


Met zelfgeplukte bramen! Net als half Nederland zijn wij ook aan het wandelen geslagen. Best bijzonder dat je al 20 jaar in een omgeving woont en nu pas ontdekt dat er zoveel mooie plekken dichtbij zijn. Een paar zaterdagen geleden liepen we het Dorenweertse pad, één van de vele klompenpaden. Vlakbij kasteel Doorwerth stonden struiken vol dikke, paarse bramen. We plukten een bakje vol en met deze bramen maakte ik een chique toetje: de Dorenweertse bramentaartjes. 

Bramentaartjes met hazelnoot en chocolade

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 4 stuks)
  • 60 gram boter, koud - in kleine blokjes
  • 60 gram bloem
  • 60 gram gemalen hazelnoten
  • ± 1 theelepel ijskoud water
  • 40 gram pure chocolade, grofgehakt
  • 1 deciliter melk
  • 12 gram custardpoeder
  • 15 gram suiker
  • 200 gram bramen
  • eventueel 1 eetlepel bramenlikeur
  • eventueel een beetje gehakte hazelnoten
Meng de boter, bloem, hazelnoten door elkaar in een kleine keukenmachine (of wrijf met je vingers de boter en het meel tot kruimels). Voeg een beetje koud water toe en meng nog kort tot het deeg samenkomt. Laat het deeg even rusten in de koelkast. 
Leg op de bodem van de vormpjes een stukje bakpapier en vet de zijkanten in. 
Verdeel het deeg in 4 stukken en rol elk stuk uit tot een cirkel. Bekleed elk vormpje met een cirkel deeg. Prik wat gaatjes in de bodem. Leg een stuk bakpapier (of bakfolie) in de vormpjes en vul met een steunvulling (bijv. gedroogde peulvruchten). Bak de deegbodems op 170C 20 minuten. Verwijder dan steunvulling en bakpapier en bak nog ± 10 minuten tot de deegbodems goudbruin zijn. Laat afkoelen. 
Smelt de chocolade door deze in een hittebestendige kom te doen die je op een pan met daarin een laagje bijna kokend water hangt. Bestrijk de deegbodems met de gesmolten chocolade. Voorzichtig, want het deeg is kruimelig. Laat de chocolade hard worden.
Maak ondertussen de bramenvulling. Breng hiervoor de melk aan de kook. Roer custardpoeder en suiker met een klein beetje melk tot een papje. Roer dit door de kokende melk. Pureer 150 gram van de bramen met de custardpudding. Laat afkoelen. Roer er eventueel de bramenlikeur door. 
Vul de deegbodems met de bramenvulling. Verdeel de overgehouden bramen over de bovenkant van de taartjes en bestrooi eventueel met de gehakte hazelnoot.