Deze maand stond in de Allerhande het verhaal van Awat die zijn tapsi deelde met zijn buren. Dat kende ik niet, tapsi.
Als ik een gerecht niet ken en het me wel lekker lijkt om zelf te maken, dan volg ik niet het eerste recept dat ik lees. Ik zoek andere recepten en vergelijk deze met elkaar en dan vormt zich een manier waarop ik het ga proberen. Met het zoeken op tapsi kwam ik inderdaad vooral op recepten met aubergine, aardappel, tomaat en gehakt. Soms werd de link gelegd met de Griekse moussaka. Verder kwam er een recept zonder gehakt maar met paprika tevoorschijn waarbij het gerecht in een pan op het fornuis werd gaargestoofd in plaats van in de oven.
Een derde bron van informatie voor de tapsi werd Nas, een van de Arnhemse Meisjes. Ik deed mee aan een intercultureel & culinair project dat uitmondde in een wijkdiner. Ik vroeg haar naar "haar" tapsi en welke kruiden of specerijen erin gaan. Aubergine is 1 van de belangrijke ingrediënten. Verder noemde ze kerriepoeder. Dat vind ik dan wel weer grappig omdat ik kerrie (een samengesteld specerijenmengsel) associeer met India of Suriname (maar dat komt daar weer door mensen met een Hindoestaanse achtergrond (uit Brits-Indië) die daar terecht zijn gekomen als contractarbeider) en niet met Irak. In de versie van Awat wordt ras-el-hanout gebruikt. Dat associeer ik met Marokko, dus ook een eind uit de richting.
Ik maakte de tapsi voor een lekkersvanthuis-bij-ons-thuis en hield het gerecht daarom vegetarisch.
Tapsi
(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - ovenschaal met inhoud van ± 5 liter)
- 1,2 kilo aardappels
- 2 eetlepels olie
- 2 uien, in dunne, halve ringen
- 2 teentjes knoflook, fijngehakt
- 1 kilo aubergine, in ronde plakjes van 1 centimeter dik
- 1 theelepel korianderzaad, grof gevijzeld (of neem gemalen koriander)
- 1 theelepel komijnzaad, grof gevijzeld (of neem gemalen koriander)
- zout
- 500 gram tomaten, in plakjes van 0,5 centimeter dik
- 100 gram tomatenpuree
- 2 theelepels kerriepoeder
- 1/2 theelepel pul biber (of iets anders dat pit geeft - naar smaak)
- 1/4 theelepel geraspte nootmuskaat
- ± 25 gram verse peterselie fijngehakt (mag inclusief de kleinere steeltjes)
- 200 gram (diepvries)tuinbonen
Schil de aardappels en snijd ze in plakken van 1 centimeter dik. Doe ze in een pan met zoveel water dat ze net onderstaan. Voeg zout naar smaak toe. Breng - met een deksel op de pan - aan de kook. Zet het vuur laag als de aardappelplakjes koken en laat ze in ± 5 minuten bijna gaar koken. Giet af en zet even opzij.
Verhit de helft van de olie in een grote braadpan en bak de ui een paar minuten tot deze begint te kleuren. Doe de rest van de olie erbij en zet het vuur hoog. Doe de knoflook en aubergine in de pan en bak de plakjes terwijl je ze blijft omscheppen. Voeg komijn en koriander en wat zout toe en een klein scheutje water. Doe een deksel op de pan en zet het vuur laag. Stoof 10-15 minuten en schep tussentijds 2-3 keer om zodat uiteindelijk alle plakjes een tijdje onderop hebben gelegen.
Meng de tomatenpuree met 4 deciliter water, kerrie, pul biber, nootmuskaat en de helft van de peterselie door elkaar.
Verdeel de helft van de aardappelplakjes over een ovenschaal. Leg hierop de helft van de aubergine en de helft van de tomatenplakjes. Maak zo nog 3 lagen met de rest van aardappel, aubergine en tomaat. Giet het tomatenpureemengsel over de groente. Verdeel de tuinbonen over de bovenkant van de tapsi en duw ze een beetje naar beneden. Bestrooi met de rest van de peterselie.
Zet de tapsi in een oven op 180C tot alles goed heet is. Dat duurt ± 30 minuten; een beetje afhankelijk van hoe warm alles nog was toen het de oven inging. De tapsi een dag van tevoren samenstellen (dan kun je het beste de aardappel en aubergine eerst af laten koelen voordat je gaat stapelen) en de volgende dag opwarmen in de oven kan ook. Dan is de oventijd natuurlijk een beetje langer.