woensdag 28 oktober 2020

Taart met rode bessen en witte chocolade botercrème

Of ze netjes 1 voor 1 met de hand in het bakje gelegd waren, zo strak en recht lagen de trosjes rode bessen in het doosje. Waarschijnlijk is dat ook gebeurd, want rode bessen zijn best kwetsbaar dus de vraag is of een machine het goed kan doen. De trosjes waren ook recht en lang. Kijk maar:

Eerlijk gezegd zijn rode bessen voor mij een zomerproduct. Dus ik was een beetje verbaasd dat ze in de herfsteditie van de #foodybox zaten. Natuurlijk weet ik wel dat je rode bessen het hele jaar door kunt kopen. Ik dacht eigenlijk dat ze dan gewoon van een andere plek op de wereld kwamen waar het dan oogsttijd was. Toen ik een beetje rondneusde op de site van de berrybrothers, de teler van deze rode bessen, stuitte ik op de term ULO. Een beetje zoeken op internet leerde mij dat dat een manier van bewaren is van onder andere rode bessen waardoor ze maanden goed kunnen blijven. Dus vandaar dat je met kerst ook ineens zoveel rode bessen ziet. In eerste instantie was mijn gedachte "dus vers is niet net geoogst". Maar waarom zou je met rode bessen dan niet hetzelfde doen dat met appels en peren al decennia gebeurt? En daar vind ik het niet vreemd van. 

Rode bessen kunnen heel zuur smaken. Wij aten ze vroeger gerist en omgeschept met een beetje witte basterdsuiker. Deze rode bessen waren ook wel friszuur, maar ook fruitig. Een echte rode bessensmaak. Dat zure in de bessen combineert dan met het (erg) zoete van de witte chocolade botercrème waar de taart mee bestreken is. Dat kwam uit een bakje dat in dezelfde foodybox zat. De crème smeerde goed uit na een paar (echt maar een paar) tellen in de magnetron, maar was voor mijn smaak toch een tikje te zoet. 


Taart met rode bessen en witte chocolade botercrème

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 2 springvormen van 14 centimeter doorsnee)

  • 150 gram boter (kamertemperatuur)
  • 150 gram suiker
  • 3 eieren
  • 1/2 flesje rumaroma
  • 150 gram bloem
  • 1 theelepel bakpoeder
  • 300 gram rode bessen
  • 15-20 gram witte basterdsuiker
  • 1,5 blaadje gelatine
  • 1 bakje witte chocolade botercrème
Klem een stuk bakpapier tussen de rand en de bodem van de springvormen. 
Klop de boter met de suiker in ± 5 minuten tot een romig mengsel. Klop er 1 voor 1 de eieren door. Klop het rumaroma erdoor. Zeef bloem en bakpoeder boven de kom en meng snel door het beslag. 
Verdeel het cakebeslag over de 2 vormen. Strijk de bovenkant zo glad dat het beslag naar de randen toe een iets dikkere laag vormt en in het midden iets meer een kuiltje is. Op die manier voorkom je dat de cake in het midden heel erg bol wordt. 
Bak de cakebodems op 175C in ± 30 minuten gaar. Laat in de vorm afkoelen.
Maak ondertussen de rode bessenvulling. Pureer hiervoor 200 gram van de rode bessen. Wrijf de puree door een zeef als je geen pitjes wilt. Roer de basterdsuiker door de rode bessenpuree. Week de gelatine ± 5 minuten in koud water. Verwarm een deel van de rode bessenpuree en los hierin de gelatine op. Roer dit door de rest van de puree. Laat nagenoeg opstijven. In de koelkast gaat dit een stuk sneller maar controleer af en toe hoe ver het is. 
Snijd beide cakes horizontaal in 2 plakken. Leg 1 plak op een plat bord (of rooster), veeg de ergste kruimels weg met een kwast en smeer een laagje (± 1/6 van het bakje) botercrème op de cake. Dek af met een cakebodem. Verdeel hier de rode bessenvulling over. Dek af met een laag cake. Smeer hier weer een laagje botercrème op en dek af met de laatste cake. Zet de rand van een springvorm om de cake en zet een uurtje in de koelkast zodat alles net wat steviger op elkaar zit. 
Bestrijk de taart dan rondom met de rest van de botercrème. Het beste kun je dit met een paletmes doen. Ik ben daar zelf niet zo handig in, dus zoek even op internet hoe je dit op een goede manier kunt doen. Verdeel de achtergehouden rode bessen in trosjes over de taart. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten