dinsdag 30 november 2010

Stoofpeertjes


Lekker kruidige stoofpeertjes deze keer. Als je rodere peertjes wilt, kun je meer wijn toevoegen of perenrood (volgens mij suiker met kleurstof) gebruiken. En hoe rood de peertjes worden ligt ook aan het ras. Overigens zijn de peertjes op de foto nog ongestoofd.

De siroop die overblijft is ook lekker, om aangevuld met prikwater, als limonade te drinken.

Stoofpeertjes

  • 1-1,5 kg stoofpeertjes
  • 5 eetlepels bruine basterdsuiker
  • 1 theelepel kaneel
  • 1 steranijs
  • 6 kardemompeulen, gekneusd
  • 6 kruidnagels
  • ± 4 dl rode wijn
Schil de stoofpeertjes, snijd ze in vieren en verwijder het klokhuis. Doe ze in een pan en bestrooi met de basterdsuiker en kaneel. Voeg de overige specerijen toe. Giet de wijn erover. Vul verder aan met water tot de peertjes bijna onder het vocht staan. Breng aan de kook en laat een uur pruttelen. Laat afkoelen in het vocht. Verwijder dan de peertjes en breng het vocht nogmaals aan de kook. Laat een beetje inkoken tot een dikkere siroop. 

maandag 29 november 2010

Spruitjes

Eigenlijk alleen een foto van de spruitjes uit mijn tuin. Tot het moment dat ik ze ging klaarmaken, heb ik ze in een vaas gezet. En nadat ik alle spruitjes eraf had gehaald, heb ik de stam mooi schoon gesneden en de stammetjes met de mooie bovenste bladeren er nog aan terug in de vaas gezet. Weer eens wat anders dan een bosje bloemen. De spruitjes heb ik kort (± 5 minuten, ze waren mooi klein) gekookt, afgegoten en er toen nog was muskaatnoot boven geraspt.

vrijdag 26 november 2010

Tie guan yin

Wij drinken veel thee. Bij het ontbijt een zakje smaakjesthee, maar de rest van de dag meestal groene thee gezet van losse thee. En soms lapsang souchong.

Manlief heeft tijdens zijn laatste reis dan ook een mooi cadeau gekregen. Het is even uitpakken, maar dan heb je ook wat: "the guan yin tea, o nee, tie guan yin tea, ti kuanyin tea, cha zhi yun". Het blijft lastig, dat Chinees...

de buitenkant van de doos


het doosje


de binnenkant: 3 doosjes


Wat googelen levert de volgende informatie op. Allereerst via wikipedia dat tie guan yin één van de betere oolong-soorten is. Oolong is thee die tussen zwarte (gefermenteerde) en groene (nauwelijks gefermenteerde) thee in zit. Verder zoeken op oolong levert veel informatie op over die eigenschappen van oolongthee die zouden helpen bij afvallen. Dat is niet zo belangrijk. Verder dat het een bloemige thee is en de methode voor het zetten ervan: eerst bijna kokend water over de theebladeren gieten, dit direct afgieten (spoelt verontreiniging af), dan weer bijna kokend water opgieten. De thee is nagenoeg direct klaar om te worden gedronken, en je kan de theebladeren een aantal keer gebruiken, waarbij de trektijd wel langer wordt. Dus dan gaan we dat meer doen.

en deze zakjes zitten in de doosjes
Verder zoeken op tie guan yin is hilarisch; lang leve de vertaalfunctie van google:  http://tieguanyinchaye.com/tieguanyinthee/. Een klein citaatje: "“Tieguanyin” is de naam van een thee, maar ook thee soorten. Legend is dat zij voor het eerst werd gezien in Anxi Guanyinyan onder de Nanshan werd gevonden, dus, de zogenaamde “Nayan Tieguanyin” zei.
In de thee wereld, Anxi mensen Fujiazidi is absoluut berekend. Zittend in een thee geproduceerd in de blauwe bergen, thee en de smaak Nu, de hele dag tot dag leven. En Cha-xiang over de overvolle “Tieguanyin” was zelfs meer Anxi “emmer” uit de thee vertrouwen in iedereen."
Genoeg gegoogled, tijd voor een kopje thee. 

donderdag 25 november 2010

Aardappeltortilla met knolselderij en appel

Mannetje Q eet de laatste tijd goed en een behoorlijk bord vol. Je moet echt rekening met hem houden. De variant op deze tortilla die ik vandaag maakte, had dan ook wat meer vulling. Verder hadden we er ook nog een beetje palmkool bij. Dit was het laatste uit mijn tuin, de rest is door de konijnen opgegeten.


Aardappeltortilla met knolselderij en appel



(2/3 personen)
  • 1 ui, in halve ringen gesneden
  • 3 el olijfolie
  • 250 gram knolselderij
  • 300 gram aardappels
  • 1 teentje knoflook
  • 1 appel
  • klontje margarine of boter
  • 3 eieren
  • 6 el melk
  • 1 eetlepel verse tijmblaadjes
  • (cayenne)peper en zout
Schil de knolselderij en aardappels. Snijd ze in plakken van een 0,5 cm dik. Kook de aardappelen en knolselderij in gezouten water in ongeveer 5 minuten bijna gaar. Giet af, en laat afkoelen.
Verhit 1 el olie in een koekenpan. Fruit de uiringen ± 10 zachtjes. Ze hoeven niet bruin te worden, maar wel lekker zoet. Bak het hele teentje knoflook mee.
Boor het klokhuis uit de appel en snijd deze in schijven van ± 3 mm dik. Bak de appelschijven in een klontje boter lichtbruin.  
Klop de eieren los met de melk. Pers het gare teentje knoflook erboven uit. Roer er ook de tijm door en wat peper en zout. 
Verhit in een koekenpan de rest van de olie met nog een klont boter/margarine. Doe een heel dun laagje ei in de pan en verdeel de ui, de knolselderij, de aardappel en de appel erover. Giet het resterende ei erbij. Laat op laag vuur (eventueel met een deksel erop) in 15-20 minuten stollen en goed heet worden.

woensdag 24 november 2010

Kwartel met granaatappelcouscous

Deze is al weer van een poosje geleden. Maar wie wat bewaart, die heeft wat. Nou niet die kwartel natuurlijk, want die was gewoon lekker en helemaal op. Maar nog wel een lekker recept met marokkaanse smaakmakers. Je kunt de kwartel vervangen door kippenbout. Die heeft wel wat meer tijd nodig.

Als dit gerecht je enige gang is, kun je overwegen om 3 of 4 kwartels te bereiden. Het blijft een klein vogeltje.

Kwartel met granaatappelcouscous

(2 personen)
  • 1/2 theelepel kaneel
  • 1/2 theelepel gemalen korianderzaad
  • 1/4 rode peper, heel fijn gehakt
  • 1 eetlepels olijfolie
  • 25 gram boter
  • 1/2 ui gesnipperd
  • drupje rozenwater
  • peper, zout
  • 100 gram couscous
  • 1 granaatappel
  • 1 eetlepel fijngehakte verse koriander
  • optioneel: garnering van gefrituurde pastinaaklinten
Meng kaneel, koriander, rode peper in een vijzel door elkaar tot een pasta. Meng de olijfolie erdoor en een snufje zout. Smeer de kwartels hiermee in. Probeer ook -voorzichtig- wat onder het vel te krijgen. Laat minimaal een half uur intrekken.
Verhit 2/3 deel van de boter in een braadpan. Braad de kwartels rondom bruin. Leg ze even op een bord en doe de rest van de boter in de pan. Fruit de uisnippers een paar minuten tot ze lichtbruin zijn. Doe dan de kwartels terug in de pan. Voeg een klein scheutje water toe. Doe een deksel op de pan. Laat de kwartels in 25 minuten gaar worden. Test de gaarheid door in het dikste deel van het pootje te prikken. Als het vocht dat eruit komt helder is, is de kwartel gaar. 
Haal de kwartels uit de pan en houd warm onder aluminiumfolie. Voeg nog wat water toe, zet het vuur hoog en schraap de aanbaksels los. Voeg een drupje rozenwater toe aan de jus en proef of er peper en/of zout bij moet. 
Terwijl de kwartel gaart, kun je de couscous bereiden. Breng ± 1,5 dl water aan de kook. Doe de couscous in een kom en meng wat zout er door. Overgiet met het kokende water en laat 5 minuten wellen. Roer dan de korrels van elkaar los. Haal de pitjes uit de granaatappel. Dit kun je op de volgende manieren doen: doormidden snijden, en handmatig de "partjes" uit elkaar breken en de vliesjes verwijderen. Of je snijdt de granaatappel doormidden, pakt een pollepel en slaat met de pollepel op de bolle kant van de granaatappel boven een kom de pitjes eruit. 
Meng vlak voor het serveren de granaatappelpitjes en de verse koriander door de couscous. 
Schep de couscous op een bord en leg de kwartel erboven op.  

dinsdag 23 november 2010

Walnootijs met kaneelmeringue en gepocheerde peer

En dan nu het toetje van het etentje van vrijdag. Of moet ik dessert zeggen?

De methode om de kaneelmeringue te maken kwam ook uit het boek van Gordon Ramsay. Hij combineerde magnetron en oven, maar dat werkte niet helemaal goed uit. Uiteindelijk heb ik het een stuk langer in de oven gehad, en bleef het erg kleverig. De binnenkant hoort wel een beetje kleverig te zijn, maar de buitenkant hoort wel droog en krokant te zijn. Dus maak een meringue naar je eigen recept en voeg een halve theelepel kaneel toe. De gepocheerde peren worden hier beschreven (als onderdeel van een taart).



Walnootijs 

  • 100 gram gedopte walnoten
  • 4 dl volle melk
  • 3 eidooiers
  • 150 gram suiker
  • 2 dl slagroom
Rooster de walnoten even in een droge koekenpan. Laat afkoelen en maal ze fijn. 
Klop de eidooiers met de suiker in ± 5 minuten tot een lichtgeel mengsel. Verwarm de melk tot net onder het kookpunt. Giet de hete melk in een straaltje bij het eisuikermengsel. Blijf kloppen. Doe het dan over in een schone pan en zet op laag vuur. Blijf goed roeren totdat het mengsel dikker wordt. Als je een beetje over een lepel laat lopen en er een streep in zet, moet de streep zichtbaar blijven. Laat het niet koken want dan schift het. Laat de vla afkoelen. 
Schep de gemalen walnoten door de vla. Klop de slagroom lobbig en meng dit voorzichtig door de afgekoelde vla. Draai in zo´n 30-40 minuten van het koude mengsel ijs in de ijsmachine. Laat eventueel nog wat navriezen in de diepvries. 
Maak een mooi bord met daarop een bolletje ijs, een kaneelmeringue en een gepocheerde peer. Lepel een klein beetje van het pocheervocht erover. 

maandag 22 november 2010

Paprika grillen

Bij het gerecht van gisteren hadden wij gegrilde paprika. Nu zijn er diverse methodes om een paprika te grillen en te ontvellen. De methode van een paprika aan een vork prikken en dan in een gasvlam blakeren klinkt leuk, maar ik vind dat niets. Sowieso niet als je meer dan 1 paprika moet grillen, en de ene keer dat ik het probeerde was het gasfornuis behoorlijk vies geworden.
Ik leg de paprika´s onder de gril. Nu heb ik het geluk dat in mijn oven een grote en hete gril zit die je nauwelijks hoeft voor te verwarmen. Ik halveer de paprika´s, verwijder zaadlijsten en zaadjes en wrijf ze met mijn handen in met olie. En dan leg ik ze met de bolle kant naar boven zo dicht mogelijk bij de gril. Na zo´n 10-15 minuten zijn ze goed geblakerd. Dan gaan ze in een plastic broodzak die ik dichtknoop. Daar laat ik ze een kwartiertje in liggen en dan ga ik het vel eraf peuteren. Het blijft een rotklusje, maar soms is het wel de moeite waard.

zondag 21 november 2010

Zeebaars met zoetzure paprikasaus

Het hoofdgerecht van het etentje van vrijdag bestond uit gebakken zeebaars met zoetzure paprikasaus. Erbij gegrilde paprika en gebakken opperdoezen.

De saus komt uit het genoemde boek "Gordon Ramsay ***-chef". Erg lekker. Je kan makkelijk een dubbele hoeveelheid maken en een deel invriezen. Er was bij ons nog een restje over wat wij gisteren als saus bij pasta aten. Eventueel kun je hem dan iets meer binden. En als je dat dan combineert met wat pijnboompitjes en geitenkaas, en eventueel groene salade, dan heb je een heerlijk bordje eten.



Zeebaars met zoetzure paprikasaus

(4 personen)
  • 1 eetlepel olijfolie
  • 1 sjalotje, gehakt
  • 5 teentjes knoflook, ongepeld, wel gehalveerd
  • 1/2 theelepel korianderzaad
  • 2 rode paprika´s, zonder zaadlijsten en zaadjes, gehakt
  • 1/2 gele paprika, zonder zaadlijst en zaadjes, gehakt
  • enkele takjes dragon, grof gehakt
  • 60 ml witte wijnazijn
  • 250 ml Noilly Prat (of andere droge vermout)
  • 250 ml groentebouillon
  • 20 gram koude boter, in blokjes
  • 4 zeebaarsfilets met vel
  • peper en zout
  • 20 gram boter
  • 3 eetlepels olijfolie 
Verhit de olijfolie in een pan en fruit sjalotjes, knoflook en korianderzaad 5 minuten. Voeg de paprika en dragon toe en bak 3-4 minuten op hoog vuur. Schenk de wijnazijn erbij, schraap de aanbaksels los en laat volledig verdampen. Schenk de vermout erbij en laat tot 1/3 inkoken. Schenk de bouillon erbij en kook tot de helft in. Verwijder de knoflook en pureer de rest. Leg een zeef boven een kom en bekleed deze met een stukje kaasdoek. Schenk de puree in de zeef en laat uitlekken. De prut gooi je weg. Proef de saus op peper, zout en suiker. 
Bestrooi de zeebaarsfilet met zout en peper. Verhit de olie en boter in een grote (of 2) koekenpan. Bak de vis   2-3 minuten op de velkant. Keer voorzichtig om en bak dan nog 1-1,5 minuut. 
Verwarm ondertussen de saus en klop de klontjes boter erdoor om de saus te monteren. 
Schep een klein beetje saus op een voorverwarmd bord. Schep de vis erop. Schep desgewenst de groente naar keuze eromheen en serveer de rest van de saus er apart bij. 

zaterdag 20 november 2010

Pompoenvelouté met paddestoeltortellini

Het was even een paar dagen wat stiller, maar dat wordt de komende paar dagen gecompenseerd met een paar uitdagende gerechten. Gisteren hadden we vrienden te eten en daar heb ik een paar erg lekkere dingen voor gekookt. Vorige week had ik uit de bibliotheek "Gordon Ramsay ***chef" geleend. Dat boek bevat erg mooie foto´s en receptuur van in totaal zo´n 50 voor-, hoofd- en nagerechten. Het zijn gerechten die in zijn sterrenrestaurants gekookt worden, dus ze bevatten vaak een aantal elementen. Dus dat kost tijd. Maar echt heel erg ingewikkeld vind ik het op de meeste plaatsen niet worden. De nagerechten zijn denk ik het meest arbeidsintensief. Jammer is wel dat het boek niet optimaal geredigeerd is. In één recept mist bijvoorbeeld een hele kolom, dus mis je het laatste gedeelte van het recept. Afgezien daarvan vond ik het wel een leuk boek om helemaal door te lezen, en werd ik wel geïnspireerd om er uit te koken. En voor deze keer heb ik me ook redelijk aan het volgen van de recepten gehouden.

We aten die avond:

pompoenvelouté met paddestoeltortellini
***
gebakken zeebaars met zoetzure paprikasaus
***
walnootijs met gepocheerde peer en kaneelmeringue

Vandaag het recept voor de pompoenvelouté met paddestoeltortellini. De pompoenvelouté komt rechtstreeks uit het eerdergenoemde boek van Gordon Ramsay. Voor de tortellini gebruikt Gordon Ramsay een pastadeeg met saffraan. Ik gebruikte standaardpastadeeg. Verder heb ik in de vulling het door hem gebruikte  afsnijdsel van witte truffel vervangen door gedroogde paddestoelen. Als garnering is in zijn recept een wafeltje van parmezaanse kaas gebruikt. Dat was ik eerst ook van plan, maar ik kwam tot de ontdekking dat ik geen brood had en het was te laat om nog te bakken of naar de winkel te gaan. Dus heb ik bladerdeegvierkantjes bestrooid met parmezaanse kaas gemaakt. Zo had ik wel de parmezaanse kaas, maar met net iets meer body. En ik heb bouillon van een blokje gebruikt, waarbij Ramsay naar alle waarschijnlijkheid zijn bouillon zelf maakt.

In het recept wordt (een dikke) aardappelpuree gebruikt om de vulling voor de tortellini te binden. Ik heb dat speciaal gemaakt maar als je van te voren bedenkt dat je dit gaat maken, kun je ook een paar dagen eerder iets met aardappelpuree eten en een paar lepels apart houden en eventueel invriezen.

Voor mij een verrassing was de smaak van het eekhoorntjesbrood. Ik had dit nog nooit eerder geproefd. Ik twijfelde wel een beetje want ze waren erg duur (€ 50 per kilo). Maar ik heb toch een paddestoel gekocht. En ik moet zeggen dat er heel veel smaak in zit. Dus het was het wel waard. 

Pompoenvelouté met paddestoeltortellini

(4 personen)

tortellini:
  • 150-200 gram pastadeeg
  • 5 gram gedroogde champignons
  • 30 gram boter
  • 250 gram kastanjechampignons
  • zout en peper
  • 2-3 eetlepels gepureerde aardappels
  • 1 eidooier, geklopt met een snufje zout en 2 theelepels water 
pompoenvelouté:
  • 1 flespompoen (± 750 gram)
  • 3 eetlepel olijfolie
  • 2 grote sjalotjes, fijngehakt
  • 25 gram boter
  • 600 ml hete groentebouillon
  • 75 ml room 
garnering:
  • wafeltjes van parmezaanse kaas
  • eekhoorntjesbrood, in plakjes gesneden en 2-3 minuten gebakken in wat boter
  • eventueel truffelolie
Voorbereiding - tortellini:
Week de gedroogde paddestoelen in een klein beetje heet water en hak ze fijn. Als je nog aardappels moet pureren kun je het weekwater gebruiken om de puree te maken. Het weekwater bevat namelijk veel smaak. 
Hak de kastanjechampignons fijn. Het liefst met de hand, want je wilt geen puree hebben. 
Verhit de boter in een brede koeken- of braadpan. Bak de kastanjechampignongs 5-7 minuten. Schep ze geregeld om en laat het vocht verdampen. Voeg de geweekte paddestoelen toe en schep nog even om om het laatste vocht te laten verdamppen. Voeg peper en zout toe. Schep over in een kom en meng met net genoeg aardappelpuree om het geheel te binden. Proef. 
Bewaar de vulling in de koelkast tot gebruik. 
Rol het pastadeeg uit tot dunne vellen. Als je een pastamachine hebt, gebruik die dan. Leg de vellen op een bebloemd werkvlak. Steek er cirkels van ongeveer 15 cm doorsnee uit. Leg een klein balletje vulling op de helft van de cirkel. Bestrijk de rand met losgeklopt eigeel. Vouw dubbel zodat je een maantje hebt. Zorg ervoor dat je alle lucht uit de "tortellini" drukt. Vouw dan dit maantje om je pink heen: steek je pink omhoog, wikkel de halvemaan met de rechte kant onder eromheen en plak de punten op elkaar.Een deel van de ronde bovenrand krult om. 
Ik maakte 12 tortellini en hield nog wat vulling over. Je kan er eventueel 1 of 2 extra maken voor het geval je er een kapot kookt, maar daar had ik geen zin meer in. 
Blancheer de tortellini 2 minuten in kokend water. Dompel ze in een kom met koud water en leg ze op een met olie ingevette schaal. Bewaar ze tot gebruik in de koelkast. 

Pompoenvelouté:
Schil de pompoen, verwijder zaad en snijd in stukjes. Verhit de olijfolie in een grote pan en fruit hierin de sjalotjes een paar minuten. Voeg de pompoen, boter en wat peper en zout toe en bak 8-10 minuten op hoog vuur tot de pompoen lichtbruin aan de randen begint te worden. Voeg dan de hete bouillon toe en laat nog 5 minuten koken totdat de pompoen goed zacht is.  Zet het vuur uit en roer de room erdoor. Schep de pompoen met een schuimspaan in een blender. Voeg ± 1/3 deel van de bouillon toe en pureer tot een glad mengsel. Schenk door een fijne zeef in een schone pan. Roer (nagenoeg) de rest van de bouillon erdoor tot de velouté net iets dikker is dan room. Breng op smaak en houd warm. 

Serveren:
Blancheer de tortellini nogmaals 2 minuten in kokend water met wat zout totdat ze weer door en door warm zijn. Schep de velouté in voorverwarmde diepe borden. Schep er 3 tortellini in. Verdeel de plakjes eekhoorntjesbrood erover. Zet er een parmezaanwafeltje in en bedruppel eventueel met wat truffelolie. 

woensdag 17 november 2010

Chocoladesinaasappeltaart

Iedereen heeft ze wel in zijn of haar koelkast staan. Potjes met dingen waarvan je één keer een beetje hebt gebruikt of iets dat toch niet zo´n succes was. Maar het blijft toch eten, dus zolang het goed is vind ik weggooien niet echt een optie. Zo stond er in mijn koelkast nog een halve pot zelfgemaakte marmelade. De smaak was prima, maar hij was een beetje dun gebleven dus als broodbeleg niet echt handig. En elke keer als ik die pot zag dacht ik: "daar moet ik iets mee doen". En dit is het geworden.

Chocoladesinaasappeltaart
(quichevorm met losse bodem, doorsnee 23 cm)
  • 175 gram bloem
  • 100 gram boter, in blokjes
  • 1 eetlepel witte basterdsuiker 
  • 1-2 eetlepels ijskoud water
  • 150 ml slagroom
  • 4 eetlepels melk
  • 130 gram pure chocolade (grof gehakt)
  • 50 gram suiker
  • 2 eieren
  • ± 175 ml (fijne) marmelade
  • 1 blaadje witte gelatine
Doe de bloem, basterdsuiker en de blokjes boter in de kom van een keukenmachine en meng totdat het mengsel op broodkruim lijkt. Voeg dan het water toe. Meng - zo kort mogelijk - totdat het deeg een bal vormt. Laat het deeg 15 minuten rusten in de koelkast. Rol het met een deegroller op een met bloem bestoven werkvlak uit tot een cirkel met een iets grotere diameter dan de vorm. Bekleed de vorm met het deeg. Zet de beklede vorm tot gebruik in de koelkast.
Verhit de slagroom met de melk tot net onder het kookpunt. Giet dit over de chocolade en laat deze al roerend smelten. Klop in een andere kom de eieren los met de suiker. Als de chocolade afgekoeld is tot ongeveer handwarm kun je de eieren door de chocolade mengen. Roer goed zodat je een egaal mengsel krijgt.
Verwarm de oven voor op 180C. Bak de taart 15 minuten met een steunvulling op 180C. (eerst bakpapier over de taartbodem en daarop bijvoorbeeld overjarige peulvruchten). Haal de bodem uit de oven en verlaag de temperatuur naar 150C. Verwijder de steunvulling en giet de chocoladevulling in de bodem. Zet de taart nog 40 minuten in de oven totdat de vulling gestold is. 
Laat de taart afkoelen. 
Week het blaadje gelatine een paar minuten in wat koud water. Verwarm de marmelade tot heet. Het hoeft niet te koken, maar de gelatine moet wel makkelijk oplossen. Zeef eventueel de grote schilletjes uit de marmelade. Knijp het blaadje gelatine uit en los op in de hete jam. Laat afkoelen tot het mengsel lobbig wordt en bestrijk daarna de taart met de gelei. Laat nog een paar uur opstijven. Bewaar de taart in de koelkast. 

maandag 15 november 2010

Pasta met spinazie, champignons, roomkaas en cashewnoten

Dit blijft een lekker en simpel klaar te maken gerecht. Ook erg gemakkelijk om te zetten naar eten voor grote groepen. Eventueel geef je er dan nog een groene of tomatensalade bij.

Ben je nieuw op het vegetarische pad? Of krijg je iemand te eten die graag vegetarisch eet en je wilt diegene geen groenteburger voorschotelen? Met dit gerecht ben je net iets creatiever. Een courgette of een prei erdoor zijn lekkere variaties. 


Pasta met spinazie, champignons, roomkaas en cashewnoten

(2 personen)
  • 1 eetlepel olijfolie
  • 1/2 ui, gesnipperd
  • 1 teentje knoflook
  • 125 gram champignons, in kwarten
  • 300 gram diepvriesspinazie, ontdooid
  • 100 gram kruidenroomkaas
  • (cayenne)peper, zout
  • 50 gram cashewnoten
  • 200 gram gedroogde pasta (bijvoorbeeld penne)
Breng water aan de kook voor de pasta en kook de pasta gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking terwijl je ondertussen de saus maakt.
Verhit de olie in een hapjespan. Fruit de ui eventjes aan en pers het teentje knoflook erboven uit. Voeg de champignons toe en bak een paar minuten. Doe dan de spinazie erbij. Doe een deksel op de pan en laat de spinazie warm worden. Roer dan de kruidenroomkaas erdoor. Breng op smaak met (cayenne)peper en eventueel wat zout. 
Giet de pasta af. Roer de pasta door de spinaziekaassaus en meng als laatste de cashewnoten erdoor. 

zondag 14 november 2010

Mihoen met paksoi, kip en wortel

We hadden kip gegeten. En met kip bedoel ik een hele kip uit de oven. Er was nog een klein beetje van het borstvlees over. Precies genoeg om in onderstaand gerecht te gebruiken. Natuurlijk kun je ook een kipfilet nemen en die in stukjes snijden. Begin dan met het bakken van de kip in plaats van de wortel. Laat de kip helemaal gaar worden, schep even uit de pan en volg verder het recept.

Mihoen met paksoi, kip en wortel

(2 personen)
  • 125 gram mihoen
  • restje gare kip, in kleine blokjes (±150 gram)
  • 1/2 + 1/2 theelepel sambal
  • 1 + 1 eetlepel ketjap
  • 1 teentje knoflook
  • 2 cm verse gemberwortel, geraspt
  • 1 theelepel komijn
  • 1 theelepel ketoembar (gemalen korianderzaad)
  • 1 eetlepel zonnebloemolie
  • 1 wortel (± 150 gram)
  • 1/2 struik paksoi
  • eventueel klein handje cashewnoten
Meng de helft van de sambal, de helft van de ketjap, geperste knoflook, gember, komijn en ketoembar door elkaar. Meng de kip hierdoor en laat minimaal 30 minuten staan. 
Snijd de wortel in de lengte in vieren en vervolgens in dunne plakjes. Was de paksoi en snijd de stelen in stukjes en het blad in reepjes. Houd stelen en blad van elkaar gescheiden. 
Breng gezouten water aan de kook voor de mihoen. Doe als het water kookt de mihoen erin, zet het gas uit en laat 2 minuten staan. Giet de mihoen af in een zeef en spoel even af met koud water.  
Verhit de olie in een wok. Bak hierin de wortel een paar minuten. Voeg dan de paksoistelen toe en roerbak nog een paar minuten. Voeg een heel klein scheutje water en de rest van de sambal en ketjap toe en laat nog even sudderen totdat de groente bijna gaar is. Schep dan de kipstukjes erdoor en laat deze warm worden. Bak als laatste het paksoiblad mee en laat 1 minuut slinken. Schep als laatste de mihoen en de cashewnoten erdoor. Het is handig om de mihoen vlak voor het mengen alvast wat kleiner te snijden en nog even af te spoelen. Daarmee voorkom je dat één grote klont mihoen krijgt die nauwelijks mengt met de rest van de ingrediënten. 

zaterdag 13 november 2010

Boeuf bourguignon

Op het moment dat ik dit schrijf is de eerste herfststorm aan het naderen. En op het moment dat je dit leest, weet je of het een echte storm is geweest. Het regent in elk geval al behoorlijk en af en toe hoor ik een windvlaag. Gelukkig was het vanochtend bij het boodschappen doen nog droog. Er lagen magere runderlappen met een 35%-kortingsticker en toen kreeg ik ineens zin om een stoofpot te maken. Dat past wel bij het weer.

Ik maakte een dubbele portie. Eén om in te vriezen, en één om op direct op te eten. Het recept is gebaseerd op dat wat er in de Larousse gastronomique staat. Eén afwijking zit in elk geval in de uitjes. Eigenlijk moet je verse, kleine uitjes nemen en geen zilveruitjes. Maar daar kom ik niet zo snel aan, en ik vind zilveruitjes eigenlijk wel lekker. Oorspronkelijk wordt in dit gerecht een rode, volle wijn uit de Bourgogne gebruikt. Maar in de Larousse staat dat de toevoeging (à la) bourguignonne betekent dat het gerecht klaar is gemaakt met rode wijn. Dus niet per definitie uit de Bourgogne.

Boeuf bourguignon
met regendruppels op de achtergrond

  • 100 gram gerookt spek, in reepjes
  • eventueel wat olie of boter
  • 600 gram rundvlees om te stoven, in blokjes
  • peper
  • 1 ui, in halve ringen
  • ± 200 gram wortel, in dikke kwartplakken
  • 1 eetlepel tomatenpuree
  • 2 takjes tijm
  • 2 laurierblaadjes
  • 350 ml rode wijn (uit de Bourgogne)
  • 1 runderbouillonblokje
  • klontje boter
  • 200 gram champignons, in kwarten
  • 4 eetlepels zilveruitjes
  • eventueel maizena of roux om te binden
Verhit een (gietijzeren) braadpan. Bak het spek in ± 5 minuten lichtbruin. Haal uit de pan. Bak in het achtergebleven spekvet, eventueel aangevuld met wat boter of olie, het vlees (in porties) bruin. Maal er wat peper boven en schep even uit de pan. Bak dan de uien en wortel een paar minuten. Voeg de tomatenpuree, tijm en laurierblaadjes en de wijn toe. Schraap goed over de bodem zodat de aanbaksels los komen. Doe dan het vlees weer in de pan. Verkruimel het bouillonblokje erboven. Breng aan de kook en doe het deksel op de pan. Laat op het laagste pitje (eventueel met sudderplaatje) ± 2 uur sudderen totdat het vlees heel gaar is. 
Bak de champignons in een aparte pan in wat boter bruin. 
Voeg de champignons, de zilveruitjes en het spek aan het vlees toe. Proef of er nog zout of peper bij moet. Bind de boeuf bourguignon eventueel met wat maizena. 

vrijdag 12 november 2010

Palmkool met wortel en chorizo

Ik had palmkool uit mijn tuin meegenomen, en ik had ook nog wortel liggen. Maar wat ging ik daar nu mee maken? Ik wou er het hoofdelement van de maaltijd van maken. Maar wat erbij? Om de een of andere reden vielen aardappels, rijst, couscous en pasta allemaal af. Uiteindelijk heb ik focaccia gebakken en onderstaand gerecht gemaakt. En het viel heel erg in de smaak. Mannetje Q reageerde heel enthousiast en maakte een soort sandwich. Volgens mij heeft hij meer brood gegeten dan ik.

Het restje brood dat over was, heb ik de dag erna met wat tomatensaus bestreken en bestrooid met geraspte kaas en wat blokjes paprika en nog even opgepiept in de oven. Ook erg lekker.

Volgende keer moet ik alleen niet boven een dampende pan een foto maken. Lijkt me niet zo goed voor het fototoestel.

Palmkool met wortel en chorizo

(3 personen, als hoofdgerecht met brood erbij)
  • 1/2 eetlepel olijfolie
  • 75 gram chorizo, in kleine blokjes
  • 1 ui, in halve ringen
  • ± 400 gram palmkool (vuil gewicht)
  • 300 gram wortel, in plakjes
  • 1/2 theelepel gerookt paprikapoeder
  • peper, zout
Stroop het blad van de nerf van de palmkool en was dit. Scheur in grove stukken. Breng ruim water aan de kook met wat zout. Kook hierin de palmkool in ± 15 minuten beetgaar. Giet af en snijd eventueel wat kleiner.
Kook de plakjes wortel in een andere pan in een bodempje water in ± 5 minuten beetgaar.
Verhit de olie in een grote wok of hapjespan en bak de chorizo hierin een paar minuten tot de blokjes lichtbruin zien. Schep ze met een schuimspaan uit de pan en leg even apart. Fruit de ui in dezelfde pan tot de ui goudbruin is. Voeg dan de chorizo weer toe. Roer de wortel en palmkool erdoor en breng op smaak met het paprikapoeder en peper en eventueel nog wat zout. 

donderdag 11 november 2010

Focaccia met gedroogde tomaat en ui

Ik zat door de eetfoto´s op mijn computer te bladeren en kwam tot de ontdekking dat ik een aantal recepten nog helemaal niet had opgeschreven. Dus daar wordt het hoognodig tijd voor.

Dit recept voor focaccia is een Ballymaloerecept. De topping is een eigen variant. Met het brooddeeg als basis kun je alle kanten op voor de topping. Elke keer krijg je dan weer een ander brood.

Wij aten dit brood samen met de palmkool van morgen als avondeten. Maar ik denk dat ik ook nog wel een keer een focaccia zal bakken om mee te nemen tijdens een picknick. Ooit, als het weer zomer wordt....

Focaccia met gedroogde tomaat en ui

(rechthoekige metalen vorm van 20 bij 30 cm en ± 5 cm hoog)

topping:
  • 2 uien, gesnipperd
  • 1 eetlepel olie
  • 30 gram gedroogde tomaat
  • 1 theelepel verse tijmblaadjes
  • peper
brood:
  • 675 gram bloem
  • 10 gram gedroogde gist
  • 2 afgestreken theelepels zout
  • 15 gram suiker
  • 7 eetlepels olijfolie
  • 450 ml handwarm water
Verhit voor de topping de olie in een hapjespan of koekenpan. Bak de ui een paar minuten op hoog vuur en zet daarna het vuur laag en laat de ui in nog zo´n 10 minuten zacht worden. Knip de tomaat in kleine stukjes en doe in een kommetje met wat kokend water en laat minimaal 10 minuten weken. (je kan ook tomaten op olie gebruiken, die hoef je niet te weken). Giet af. Meng de ui, tomaat en tijm en breng op smaak met flink wat peper. Zet de topping apart. 

Meng de gist en de suiker met 150 ml van het handwarme water in een kommetje en laat een paar minuten staan tot het begint te borrelen. 
Zeef ondertussen de bloem boven de mengkom van een keukenmachine met kneedhaken, of de mengkom van een broodbakmachine en doe het zout erbij. 
Meng het gistsuikermengsel door de bloem en giet de rest van het water en 2 eetlepels olie erbij. Kneed het deeg ongeveer 10 minuten. Het blijft vrij plakkerig. Bestrijk een grote kom met een klein beetje olie en doe het deeg hierin over. Dek af met plastic folie of een vochtige theedoek. Laat het deeg op kamertemperatuur in ongeveer 2 uur rijzen totdat het in volume is verdubbeld. 
Strooi wat bloem over een werkvlak. Doe het deeg over op het werkvlak. Sla met je knokkels de lucht uit het deeg en kneed het nog 2 minuten door. Laat 5 minuten rusten.
Vet ondertussen de vorm in met ongeveer een lepel olie. Verdeel het deeg over de vorm. Trek het goed naar de hoeken en duw het plat. Duw met je vingertoppen kuiltjes in de bovenkant. Besprenkel met de laatste 4 eetlepels olie en verdeel de topping erover. Laat het deeg nog een uur rijzen in de vorm. 
Verwarm de oven voor op 230C. Bak de focaccia 15 minuten en zet dan de oven lager, op 200C. Bak de focaccia nog 15-20 minuten tot deze goudbruin is. Haal het brood uit de vorm en tik op de onderkant. Als het hol klinkt, is het brood goed. Anders moet je de focaccia nog - zonder vorm - 5-10 minuten bakken. Het liefst met de onderkant naar boven. Lastig hierbij is dat er vaak wat topping vanaf valt. Bewaar dit en leg dit er naderhand gewoon weer op. 
Als het brood gaar is, af laten koelen op een rooster. 

woensdag 10 november 2010

Citroenbavarois

Ik zag de citroenen op de fruitschaal liggen en kreeg zin in iets met citroen. Een romig toetje. En dit is het geworden. De bavarois was erg goed gelukt. En hij is zelfs helemaal mooi uit de vorm gekomen, want dat is altijd een beetje spannend.

Citroenbavarois

(vorm met inhoud van ± 5 dl)
  • 60 ml citroensap (1-2 citroenen)
  • 40 gram suiker
  • 40 ml limoncello
  • 2,5 blaadjes witte gelatine
  • 100 ml yoghurt
  • 2 dl slagroom
  • 2 eiwitten
  • 20 gram witte basterdsuiker
Week de gelatine een paar minuten in koud water. 
Boen de citroenen schoon en rasp de schil eraf. Pers de vruchten uit en meet 60 ml sap af. Verwarm het sap met rasp en suiker tot net onder het kookpunt. Roer zodat de suiker oplost. Knijp de geweekte blaadjes gelatine uit en los dit op in het het citroensap. Roer dan de limoncello erdoor. Laat afkoelen tot handwarm. Roer dan de yoghurt erdoor. 
Klop de slagroom stijf en schep voorzichtig door het yoghurtcitroenmengsel. Klop de eiwitten bijna stijf en klop dan de basterdsuiker erdoor. Spatel het eiwit voorzichtig door het andere mengsel. Doe de bavarois in de vorm en laat minimaal 4 uur opstijven in de koelkast.  

maandag 8 november 2010

Perzikcake

De klassieker tijdens familieweekenden. Al jaren bakt een schoonzus van mij deze cake (of ze zet haar kinderen aan het werk) als we een familieweekend hebben. En hij blijft favoriet. Volgens mij bestrooit ze de bovenkant van de cake nog met een snufje kaneel. Dat heb ik niet kunnen doen, want mijn kaneel bleek op te zijn. 

Perzikcake

(voor een lasagneschaal)
  • gesmolten boter + paneermeel voor invetten
  • 200 gram zachte boter
  • 200 gram suiker
  • 4 eieren
  • 200 gram zelfrijzend bakmeel
  • snufje zout
  • ± 2/3 deel van een 800 gramsblik perziken 
Mix de boter en de suiker door elkaar totdat je een romig mengsel hebt. Dit duurt zeker 5 minuten. Klop dan één voor één de eieren erdoor. Voeg een volgend ei pas toe als het vorige is opgenomen. Zeef het zelfrijzend bakmeel boven de kom en voeg een snufje zout toe. Meng het meel door de rest van het beslag. 
Verwarm de oven voor tot 200C.
Vet de lasagneschaal in met wat gesmolten boter en bestrooi met paneermeel. Giet het beslag in de vorm en verdeel over de vorm. Snijd de perzikhelften eventueel doormidden en verdeel de perzik over het beslag. Bak de cake in ± 1 uur gaar. Een cocktailprikker moet er droog uitkomen. Prik wel op een perzikloos plekje.

zondag 7 november 2010

Paprika gevuld met gehakt en abrikozen

Zoals ik al eerder schreef zijn de paprika´s in mijn tuin niet 
rood geworden. Volgens het zakje hadden ze er zo uit moeten zien. De vorm is het wel geworden, maar de kleur is dus groen. Ondanks dat mag ik niet klagen. Eigenlijk was ik best laat met zaaien maar ik heb toch nog zo´n 15 paprika´s kunnen oogsten. Een aantal daarvan heb ik in het volgende recept gebruikt. 

Paprika gevuld met gehakt en abrikozen
(2 personen)
  • 4-6 puntpaprika's
  • 8 eetlepels couscous
  • 1 ui
  • 75 gram gedroogde abrikozen
  • 2 teentjes knoflook
  • 200 gram gehakt
  • 1/4-1/2 theelepel cayennepeper
  • zout 
  • 1/2 groentebouillonblokje
Snijd de paprika´s in de lengte doormidden en verwijder de zaadlijsten. 
Breng ± 2 dl water aan de kook. Doe de couscous in een kom en giet hierover het kokende water. Laat een paar minuten wellen en roer dan los met een vork.  
Pureer de ui of hak deze heel fijn. Hak de abrikozen heel fijn. Het makkelijkst is om hiervoor een keukenmachine te gebruiken. Meng ui, abrikozen, geperste teentjes knoflook, gehakt, wat zout en cayennepeper in de kom van een keukenmachine en mix nog even door elkaar.  Kneed de couscous hierdoor. 
Verwarm de oven voor op 180C. 
Vul de paprika´s met dit mengsel en leg ze in een ovenschaal. Verkruimel het bouillonblokje en giet hier ± 4 dl kokend water bij. Giet de lichte bouillon bij de paprika´s. Zet de schaal 25-30 minuten in de oven. Eventueel kun je ze nog een paar minuten onder de grill zetten. 
Ik gebruikte de combimagnetron: 15 minuten op 180C hetelucht-grillen in combinatie met 90 Watt. En daarna nog 3 minuten onder de grote grill. 

zaterdag 6 november 2010

Hartige taart met wortel, pompoen en feta

De pompoenen in mijn tuin zijn jammergenoeg klein gebleven. Eén pompoen(tje) is niet genoeg om een hele taart te vullen. Vandaar de combinatie met wortel. En natuurlijk is dat ook gewoon lekker.

Als je filodeeg koopt, zorg dan dat je het zo koud mogelijk houdt en zo snel mogelijk thuis weer in de diepvries doet. Als het iets ontdooid is geweest en dan weer bevriest, gaat het aan elkaar plakken en is het erg moeilijk om de vellen heel te houden bij het van elkaar afhalen. Nu is het bij deze taart niet zo heel erg als de vellen wat scheuren, maar als je rolletjes wilt maken is het een ander verhaal.

Hartige taart met wortel, pompoen en feta

(quichevorm doorsnede 24 cm)
  • 2 eetlepels zonnebloempitten
  • 2 eetlepels sesamzaad
  • gesmolten boter of olie
  • paneermeel
  • 5 plakken filodeeg (= half pakje)
  • 250 gram wortel
  • 250 gram pompoen (schoon gewicht)
  • 1/2 rode peper, heel fijn gesnipperd
  • 200 gram feta
  • 2 eetlepels amandelschaafsel (optioneel)
Laat het filodeeg afgedekt ontdooien. Houd het ook zoveel mogelijk afgedekt met een (vochtige) theedoek. Filodeeg droogt heel snel uit, en dan scheurt het gemakkelijk. 
Rooster het sesamzaad en de zonnebloempitten in een droge koekenpan goudbruin. Laat afkoelen op een bord.
Snijd de wortel in kleine blokjes en kook ze in een bodempje gezouten water 3 minuten voor. Snijd ondertussen de pompoen in kleine blokjes en kook deze dan nog 3 minuten mee. Giet af.
Snijd de feta in kleine blokjes. Meng de rode peper door de wortel en pompoen. Schep dan de zonnebloempitten en het sesamzaad erdoor. Schep als laatste de feta erdoor. 
Verwarm de oven voor op 180C.
Vet de vorm in met gesmolten boter of olie en bestrooi met paneermeel. Bekleed de vorm met filodeeg en laat  de vellen een beetje over de rand hangen. Bestrijk elk vel met een klein beetje boter of olie voordat je het volgende vel er (kruislings) oplegt. Vul de vorm met het groentekaasmengsel. Vouw het overhangende  filodeeg terug en bestrijk de bovenkant hiervan ook met wat boter of olie. Bestrooi eventueel met het amandelschaafsel. Bak de taart 40 minuten in een oven van 180C. 

vrijdag 5 november 2010

Kersenchocoladecheesecake

Een hele mond vol. Ook letterlijk. Want een cheesecake "veroudert" snel, dus dat betekent grote stukken taart.



Kersenchocoladecheesecake

(springvorm doorsnee 23 cm)
  • 50 gram boter of margarine
  • 125 gram biscuitjes
  • 200 gram roomkaas
  • 80 gram suiker
  • 25 gram cacao, gezeefd
  • 4 eetlepels kersensiroop
  • 500 gram kwark
  • 3 eieren
  • 50 gram amarenekersen, fijngesneden
  • 50 gram pure chocolade, grof gehakt
Bekleed een springvorm met bakpapier. Smelt de boter of margarine zachtjes in een klein pannetje. Verkruimel de biscuitjes in de keukenmachine of doe ze in een zak en rol/sla met de deegroller totdat je fijne kruimels hebt. Roer de kruimels door de gesmolten boter. Verdeel dit mengsel over de bodem van de springvorm en druk goed aan. Zet de vorm zolang in de koelkast. 
Roer ondertussen de roomkaas met de suiker, cacao en kersensiroop tot een glad mengsel. Roer dan de kwark erdoor. Klop de eieren in een apart kommetje even los en meng dan door het kwarkroomkaasmengsel. Roer als laatste de kersen en de chocolade erdoor.
Je kunt het mengen van de roomkaas het best met de hand doen. Met een mixer breng je er meer lucht in, zodat de kans op barstjes in het kaasmengsel groter is. 
Giet het kwarkmengsel in de vorm. Bak de taart op 180C in 60 minuten gaar. De vulling moet net stevig aanvoelen. 

donderdag 4 november 2010

Kip in cidersaus

In een allerhande zag ik laatst weer de combinatie van kip met cider en appel voorbij komen. Gecombineerd met de flesjes cider die nog overgebleven waren van afgelopen zomer wist ik wat ik vanavond ging maken. Wij aten er de spruitjes van gisteren en aardappelpuree bij.


Kip in cidersaus


(2 personen)
  • 200 gram kipfilet, in reepjes
  • 30 gram boter
  • 1/2 ui, heel fijn gesnipperd
  • 1 flesje (appel)cider (± 250 ml)
  • 1 appel, in schijfjes
  • peper, zout
  • 2 eetlepels crème fraîche
Verhit bijna de helft van de boter in een koekenpan en bak de schijfjes ± 2 minuten. Keer om en bak de andere kant ook lichtbruin. Leg even opzij op een bord. 
Doe dan nog een heel klein beetje boter erbij en fruit de ui een paar minuten. Voeg dan de cider toe en laat tot de helft inkoken. Roer de crème fraîche erdoor en breng op smaak met peper en zout. 
Verhit in een andere koekenpan de andere helft van de boter en bak de reepjes kip op hoog vuur bruin. Zet het vuur lager en laat ± 5 minuten zachtjes pruttelen tot de kip gaar is. 
Meng de kipreepjes met de appel en de saus. 

woensdag 3 november 2010

Spruitjes met spekjes en walnoten

In tegenstelling tot wat er vaak over kinderen geschreven wordt, hield ik als kind wel van spruitjes. En ik vind ze nog steeds lekker. Vroeger aten we ze eigenlijk altijd "kaal" met gekookte aardappelen en draadjesvlees. Je hebt er wel een lekkere jus bij nodig. En soms doe ik dat nog steeds op die manier. Maar soms ook niet. Daarom deze variant.

Spruitjes met spekjes en walnoten

(2 personen)
  • 350 gram spruitjes
  • 50 gram spekjes
  • 50 gram gedopte walnoten, grof gehakt
  • blaadjes van een paar takjes tijm
  • peper
Rooster de walnoten in een droge koekenpan tot ze lichtbruin zijn en geur beginnen af te geven. Laat afkoelen op een bord. 
Bak de spekreepjes in eigen vet uit tot ze knapperig zijn. Begin op hoog vuur, maar zet dat na een tijdje lager. 
Snijd de kontjes van de spruitjes en verwijder eventuele lelijke blaadjes. Kook ze in krap 10 minuten in een bodempjes gezouten water gaar. 
Giet de spruitjes af en meng met de spekreepjes en walnoten. Schep de tijmblaadjes erdoor en geef erboven een draai met de pepermolen. 

dinsdag 2 november 2010

Lunchbroodje

Vorige week zijn er geen nieuwe berichten verschenen. Dat kwam omdat ik een weekje van een lekker zonnetje en een heerlijk strand aan het genieten was. Wat eten aangaat was het niet zo bijster interessant. De combinatie van een 2-pits elektrisch kookplaatje, op loopafstand alleen een kleine supermarkt zonder veel vers en een goedkope vlucht dus geen ruimte in mijn bagage om al mijn kruidenpotjes mee te nemen levert op: penne met paprika en/of courgette en (naar keuze) kruidenroomkaas of tomatensaus-uit-een-pot en (kies één van de drie) bliktonijn/gerookte zalm/cashewnoten. En ter afwisseling was er ook nog de bekende keten met de gele M.

Tussen strand en zwembad in was er toch nog een klein beetje inspiratie om een lekker broodje te maken:
een stokbrood besmeerd met wat mayonaise en belegd met plakjes avocado (met een drupje citroensap), plakjes tomaat en wat gegrilde rauwe ham.

maandag 1 november 2010

Kaneelpannacotta met peer

Deze panna cotta heeft een subtiele kaneelsmaak. Van het maken van deze taart had ik nog wat peren over, die er erg lekker bij waren. Het zoete van de peer en het frisse van de yoghurt.

Kaneelpannacotta

(3 personen)
  • 150 ml melk
  • 150 slagroom
  • 50 gram suiker
  • 1 kaneelstokje
  • 2,5 blaadje witte gelatine
  • 150 ml volle yoghurt
  • partjes gepocheerde peer voor erbij
Spoel 3 vormpjes met een inhoud van 1,5 dl even om met koud water. 
Verhit de melk, slagroom, suiker en kaneelstokje tot net onder het kookpunt. Roer zodat de suiker oplost. Zet het vuur af en dek de pan af met een deksel of bord en laat minimaal 30 minuten staan zodat het kaneelstokje zijn smaak kan afgeven. 
Week de blaadjes gelatine 5 minuten in koud water. Verhit het melkroommengsel weer tot het bijna kookt. Verwijder het kaneelstokje. Knijp de gelatine goed uit en roer dit door het hete melkroommengsel zodat de gelatine helemaal oplost. Laat afkoelen tot lauw en roer dan de yoghurt erdoor. Giet het mengsel in de vormpjes. Laat minimaal 4 uur opstijven in de koelkast.