Posts tonen met het label vanille. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vanille. Alle posts tonen

zondag 25 december 2022

Vanillekipferl en heel veel kerstkoekjes

Op de grens met 2023 toch nog een nieuw post. 

Ik deed het dit jaar weer; kerstkoekjes bakken voor alle (schone) broers&zussen. Ik mopperde wel wat bij het uitrollen van het deeg voor de Aachener printen. Dat is echt heel stevig en taai zodat je heel veel kracht moet zetten. Een volgend jaar ga ik denk er maar platte pakketjes van maken zodra ik het deeg gemaakt heb en die in de koelkast laten rusten. Misschien is het deeg nog wat warm en rolt het wat soepeler. En de springerle heb ik niet zo mooi gevormd; het deeg was aan de plakkerige kant. Ik sneed vierkantjes van het deeg. Dit is het resultaat: ongeveer 450 kerstkoekjes.


Ik bakte weer Aachener printen, Rosensterne, gemberkoekjes, springerle en kipferl. Van de kipferl had ik nog geen recept geblogd. Ik zocht eerst op internet naar een aantal recepten om verhoudingen in de diverse recepten naast elkaar te zetten en daar mijn eigen versie uit te halen. De meeste recepten gaan wel uit van 200 gram boter maar de hoeveelheid suiker, bloem, noten en eigeel die daarbij gaan varieert nogal. Ik had een mooi lijstje gemaakt en toen kwam ik eindelijk aan het einde van de kerstallerhande van dit jaar, en toen stond daar ook nog een recept voor kipferl in. Dus die ging ook nog mee in de vergelijking. 

De kipferl gebakken volgens onderstaand recept. 


Kipferl

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - ongeveer 65 koekjes)
  • 200 gram zachte boter
  • 75 gram fijne kristalsuiker
  • merg uit 1 vanillestokje *)
  • 3 eidooiers *)
  • 100 gram gemalen hazelnoten *)
  • 50 gram maizena
  • 200 gram bloem
  • snuf zout
  • 20 gram poedersuiker
  • 3 zakjes vanillesuiker
Meng de zachte boter met de suiker en de vanille tot een romig mengsel. Meng er de eidooiers door. 
Doe hazelnootmeel, maizena, bloem en zout erbij en gebruik een mixer met kneedhaken om te mengen. 
Vorm het deeg tot een schijf en laat minstens een uur rusten in de koelkast. 
Bekleed een bakplaat met bakpapier. 
Verdeel het deeg (met de weegschaal) in porties van 50 gram. Verdeel elke stukje (op het oog) in 5 stukjes. Vorm een balletje, dan een worstje en buig dit in een maantje, terwijl je puntjes iets fijnknijpt. Leg elke kipferl op de bakplaat. Ik moest tussentijds mijn handen wassen omdat het deeg plakkerig werd en dat aan mijn handen bleef plakken waardoor de worstjes kapotrolden. Zet ergens halverwege het vormen van de koekjes de oven aan op 175C. 
Bak de kipferl in 10-12 minuten gaar. Ze horen niet bruin te worden. 
Meng ondertussen de poedersuiker met de vanillesuiker in een diep bord. 
Laat de kipferl een paar minuten afkoelen op de bakplaat en rol ze dan voorzichtig door de vanillesuiker. Laat verder afkoelen op een roosteer. 

*) gooi het stokje niet weg. Stop het in een pot suiker om deze een vanillesmaakje te geven.
*) gebruik de eiwitten voor de Rosensterne
*) de Lidl in Nederland heeft soms fijngemalen hazelnoten (dus hazelnotenmeel). Nu waren er alleen stukjes die ik zelf verder fijner maalde. De Lidl in Duitsland heeft volgens mij wel standaard fijngemalen hazelnoot. 

woensdag 18 augustus 2021

Bramen-appelkuchen

Geïnspireerd door onze Duitse vakantie (Berlijn en de Baltische kust) maakte ik deze appel-bramenkuchen als toetje voor een recente thuisafgehaald-bij-mij-thuis. Want ja, die organiseer ik weer. Dat is wel iets dat ik de afgelopen anderhalf jaar gemist heb; de tafel vol met gezellige mensen waar ik lekker voor gekookt heb.   



Bramen-appelkuchen

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - vorm 20 bij 30 cm)

  • 150 milliliter melk
  • 50 gram boter
  • 50 gram suiker
  • 8 gram droge gist
  • 1 ei
  • 350 gram bloem
  • 500 milliliter melk
  • 20 gr suiker
  • 2 zakjes vanillesuiker
  • 35 gram custardpoeder
  • 1 theelepel vanille-extract
  • 100 gram bramenjam (of bosvruchtenjam)
  • 300 gram bramen
  • 450 gram appelstukjes
  • 150 gram koude boter in kleine blokjes (grootte van een doperwt)
  • 200 gram bloem
  • 2 theelepels kaneel
  • 100 gram (riet)suiker
Maak eerst het gistdeeg. Verwarm hiervoor de 150 milliliter melk met de boter tot de boter begint te smelten. Laat afkoelen tot handwarm en roer dan de suiker en gist erdoor. Klop het ei erdoor.
Doe de bloem in de kom van een broodbakmachine samen met een snuf zout. Giet het melkmengsel erbij en kneed met het deegprogramma in ± 10 minuten tot een mooie deegbal. Leg de deegbal in een schone kom en dek af met een deksel/vochtige theedoek/plastic folie en laat ± 1 uur rijzen. 
Maak ondertussen de custardpudding. Breng hiervoor de 500 milliliter melk aan de kook. Roer in een kommetje het custardpoeder, de (vanille)suiker een een scheutje melk tot een klontvrij papje. Roer dit door de kokende melk en laat nog 1-2 minuten pruttelen. Laat afkoelen en meng het vanille-extract erdoor. 
Maak de fruitvulling: roer hiervoor de jam wat losser en meng de bramen en appels erdoor. Als je denkt dat de bramen erg zuur zijn, kun je eventueel wat suiker door het fruit mengen. 
Maak het kruimeldeeg: Meng hiervoor bloem, kaneel, suiker en koude boterblokjes in een kom door elkaar en wrijf met je vingers tot een kruimelig mengsel. 
Leg een stuk bakpapier (of bakfolie) op de bodem van de vorm. Verdeel het gistdeeg in een rechthoek hierover en laat (afgedekt) nog ± 30 minuten rijzen. 
Zet de oven aan op 175C.
Verdeel de pudding over het gistdeeg. Verdeel hierover het fruit. Dek af met het kruimeldeeg. Bak de appel-bramenkoek in ± 45 minuten gaar.

woensdag 13 december 2017

Nostalgisch kerstmenu - parfait met vanille, chocolade en bosvruchten


Bij een nostalgisch kerstmenu mag een toetje natuurlijk niet ontbreken. Dat was ijs. Eerst was dat gewoon vanille- of roomijs met chocoladesaus uit een flesje en misschien wel vruchtjes uit blik, die ook in het kerstpakket zaten. Ook lekker was met hagelslag en dat er dan doorheen prakken zodat je een soort zachte smurrie kreeg. Later was dat ook vienetta. Dus ijs met chocolade.
Ik maakte een parfait. Dat is makkelijk ijs om te maken omdat je er geen ijsmachine voor nodig hebt. Handig is ook, dat het prima een paar dagen van tevoren te maken is. De structuur blijft goed.
Om het idee van de vienetta erin te houden had ik de chocolade getempereerd. Nou ja, proberen te tempereren. Chocolade wordt op een bepaalde manier gesmolten die ervoor zorgt dat als de chocolade weer stolt je knapperige, glanzende chocolade krijgt. Daar moet ik nog een beetje mee oefenen, dus in het recept zal ik het makkelijk houden. Door de parfait gaat gehakte chocolade. Eigenlijk een stracciatellaparfait dus. 
Als je meer het laagjeseffect van een vienetta wilt hebben, moet je de chocolade smelten naar de juiste temperatuur en dit heel dun uitsmeren op bakpapier. Als de chocolade hard geworden is, kun het het in stukken verdelen en die om en om met een beetje parfaitmengsel in de vorm scheppen. 


Vanilleparfait met chocolade en bosvruchten

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - 8 personen)
  • 100 gram pure chocolade
  • 1 vanillestokje
  • 3 eidooiers 
  • 100 gram fijne kristalsuiker 
  • 2,5 deciliter slagroom
  • 400 gram gemengde bosvruchten (diepvries)
  • eventueel beetje suiker of likeur
Bekleed een cakevorm (glas of metaal) met plastic folie. Zorg dat je nog zoveel folie over de rand hebt hangen dat je de parfait straks kunt afdekken. Probeer het folie zo glad mogelijk tegen de wanden en bodem te krijgen. 
Hak de chocolade fijn. Het hoeft geen poeder te worden, een paar iets grotere stukjes is ook lekker. Het ligt er een beetje aan hoe grote stukjes chocolade je in je ijs wilt hebben.
Halveer het vanillestukje* over de lengte en schraap met de punt van een mesje het merg eruit. 
Klop de eidooiers met het vanillemerg in een grote kom tot een dik, luchtig mengsel. Dit duurt zeker 5 minuten, maar iets langer kloppen is niet verkeerd. 
Verwarm ondertussen 60 milliliter water met de suiker en roer even goed door zodat de suiker oplost. Breng aan de kook. Giet de hete suikersiroop bij de eidooiers terwijl je blijft kloppen. Klop een paar minuten door tot het mengsel wat afkoelt.
Klop in een andere kom de slagroom net stijf. Spatel de slagroom door de afgekoelde eiervla. Als de vla te warm is, smelt de slagroom. 
Schep een deel van het mengsel in de vorm, bestrooi met chocolade (of gebruik de plakjes) en wissel zo vla en chocolade af. Strijk de bovenkant van de parfait glad. Vouw het folie over de parfait. Laat de parfait in minimaal 6 uur bevriezen. 
Laat de bosvruchten ontdooien. Houd een paar mooie vruchtjes apart. Breng de rest aan de kook en pureer heel even met de staafmixer. Het hoeft geen gladde saus te worden. Voeg eventueel een beetje suiker of een scheutje likeur toe. Doe de hele vruchtjes er weer in. Serveer de bosvruchtensaus warm, lauw of koud bij het ijs. 
Voor het serveren vouw je het folie terug, stort je de parfait op een schaal, verwijder je de folie en snijd je de parfait in plakken. 

*) Je gebruikt in dit recept het merg. Stop de lege peul in een potje (fijne) kristalsuiker zodat je suiker met een vanillearoma krijgt. 

donderdag 19 oktober 2017

Taart met vanillemascarpone, hazelnoot en peer

biscuitbodem met mascarpone vanille room en peer waaiers

Speciaal voor een jarige zus vandaag een recept voor taart. 

Het idee is je van die mooie peerwaaiers bovenop je taart hebt liggen. Dus peerhelften die nog met de bovenkant aan elkaar zitten en waarvan de plakjes mooi uitwaaieren. Dat soort gepriegel is niet aan mij besteed. Dus deze taart ziet er wat minder strak uit dan zou kunnen. Maar hij was wel erg lekker, en dat vind ik eerlijk gezegd belangrijker. 

Taart met vanillemascarpone, hazelnoot en peer

(recept van bijnanetzolekkeralsthuis - springvorm van 22 centimeter doorsnee)
  • 4 peren
  • 4 deciliter water
  • 150 gram suiker
  • 1 kaneelstokje
  • 1 eetlepel citroensap
  • 3 eieren
  • 90 gram fijne kristalsuiker
  • snuf zout
  • 15 gram maizena
  • 75 gram zelfrijzend bakmeel
  • 50 gram fijngemalen hazelnoten
  • 50 gram gesmolten boter
  • 1+1 eetlepel perenlikeur (of hazelnootlikeur)
  • 250 gram mascarpone
  • 3 theelepel vanilleextract
  • 75 gram Griekse yoghurt
  • 30 gram suiker
  • 1 blaadje gelatine
Breng het water met de suiker, het kaneelstokje en het citroensap aan de kook. Schil ondertussen de peren en snijd ze doormidden. Haal met een scherpe theelepel (of een meloenbolletjessteker) het klokhuis eruit. Zet het vuur onder de suikersiroop laag en leg de peren in de siroop. Laat de peren op laag vuur ± 30 minuten pocheren tot ze zacht zijn. Afhankelijk van hoe rijp de peren waren kan dit wat korter of wat langer duren. Schep de peren uit de siroop en leg ze op een rooster om goed uit te lekken. Je hebt straks nog een beetje siroop nodig, maar de rest van de siroop kun je heel goed invriezen om later nog een keer te gebruiken bij het pocheren van peren of appels. Ik vind het jammer om dat weg te doen, en mijn vriezer is groot genoeg. 
Klem een vel bakpapier tussen de bodem en de rand van de springvorm. Vet de zijkanten in en bestuif met bloem. 
Klop de eieren met de suiker in ± 10 minuten tot een luchtig, bleekgeel mengsel. 
Verwarm de oven voor op 150C.
Zeef zout, maizena en bloem boven het eimengsel, bestrooi met de gemalen hazelnoten en spatel dit er voorzichtig door om zoveel mogelijk lucht in het mengsel te houden. Giet de gesmolten boter er langs de rand bij en spatel ook dit er voorzichtig door. Schep het beslag in de springvorm en bak de taartbodem volgens het volgende schema: 13 minuten op 150C, 13 minuten op 165C en 13 minuten op 175C. Laat de taartbodem eerst een half uur in de vorm afkoelen en daarna verder op een rooster. 
Maak ondertussen de vulling. Meng hiervoor de mascarpone met de Griekse yoghurt, de suiker en het vanille-extract. Zet zolang in de koelkast. 
Snijd de afgekoelde taartbodem in 2 lagen. Leg de onderste helft op een mooie schaal en besprenkel met wat perenlikeur. Schep de vulling er in het midden op en verdeel vandaar verder over de bodem. Smeer net niet tot de rand. Leg de bovenste taarthelft op de vulling. 
Week het blaadje ± 5 minuten in koud water. 
Verwarm 3 eetlepels van het pocheervocht en 1 eetlepel likeur en los hierin de gelatine op. Laat afkoelen tot het lobbig begint te worden. 
Snijd ondertussen de peerhelften als een waaier in. Verdeel de peer over de bovenkant van de taart. Bestrijk de peren met het gelatinemengsel. 

zondag 14 mei 2017

Aardbeienslof met amandelspijs


Ik ga toch nog even mee met de commercie. Een recept voor een slof met aardbeien en amandelspijs op moederdag. 't Is natuurlijk een beetje laat om 'm nu nog te maken, maar dan bewaar je dit recept maar voor moederdag 2018.

Wij aten deze aardbeienslof zelf vorige week en hij is zeer zeker voor herhaling vatbaar. Op moederdag hebben we een stuk aardbeienkwarktaart. Wel door mezelf gemaakt, dus geen lief gebaar van GZQ. Die is net terug van schoolkamp en zijn denken aan moederdag bestond eruit dat hij gisteren zei dat hij waarschijnlijk te moe was om naar de winkel te fietsen om iets te kopen. Dus daar moet ik het mee doen.

O ja, de hoeveelheid sloffendeeg die je maakt, is voldoende voor 2 sloffen. Je kunt het goed invriezen, dus dan ben je een volgende keer snel klaar.

Aardbeienslof met amandelspijs
(slof van ± 28 centimeter lang)
  • 180 gram boter (kamertemperatuur)
  • 200 gram witte basterdsuiker
  • 2 gram zout 
  • 1 eidooier (wit kun je invriezen, of samen met een heel ei in een omelet verwerken)
  • 250 gram bloem
  • 10 gram bakpoeder
  • 150 gram amandelspijs
  • 250 milliliter melk
  • 15 gram suiker
  • 15 gram custardpoeder
  • 1 theelepel vanilleextract
  • 250 gram aardbeien
Snijd de boter in blokjes en doe ze samen met basterdsuiker, eidooier en zout in de kom van de keukenmachine. Meng door elkaar. Voeg bloem en bakpoeder toe en meng tot een deegbal. Je kunt ook een handmixer met kneedhaken gebruiken. Stop het deeg in een boterhamzakje en leg een uurtje in de koelkast. 
Verdeel het deeg in tweeën. Je hebt 1 deel nodig. Het andere deel kun je invriezen, nog een paar dagen in de koelkast bewaren of je maakt 2 sloffen. 
Warm de oven voor op 170C. 
Rol het deeg op een stuk bakpapier uit in de vorm van de bakvorm. Leg dit op de bakplaat. Verdeel de spijs over het deeg en laat rondom een centimeter vrij. Zet de vorm om het deeg. Bak de sloffenbodem in 30-35 minuten gaar en goudbruin. Laat afkoelen. 
Maak de pudding terwijl de bodem gebakken wordt. Roer hiervoor de suiker en het custardpoeder met een scheutje melk tot een papje. Breng de rest van de melk aan de kook. Roer het custardpapje door de kokende melk en laat 1 minuut op laag vuur pruttelen. Roer van het vuur af het vanilleextract erdoor. Laat de pudding afkoelen terwijl je af en toe roert. Bewaar in de koelkast. 
Maak vlak voordat je de aardbeienslof wilt eten, de slof af door de pudding over de spijs te verdelen. Maak de aardbeien schoon. Halveer grote exemplaren en verdeel ze over de pudding. 

dinsdag 25 oktober 2016

Pasteis de nata - custardgebakjes (foodblogswap)


In verband met onze lange vakantie heb ik een paar keer niet meegedaan met de foodblogswap, maar deze maand doe ik wel weer mee. Van mijn blog mag duizenden1dag koken en ik mocht iets lekkers uitzoeken op de blog van Joyce en Irene, 2 vriendinnen die met elkaar vooral heel veel over eten praten. Van tasteourjoy koos ik iets uit dat ik laatst ook al in de BBC GoodFood voorbij zag komen en waarvan ik toen dacht "o ja, dat staat ook op mijn te-koken-lijstje": de Portugese custardtaartjes oftewel pasteis de nata. Kleine gebakjes van bladerdeeg met een vulling van een romige custardvla. De eerste aten we toen ze nog een beetje warm waren als toetje. Erg lekker. 

Ik heb wel wat aan de hoeveelheden aangepast. Omdat ik ook nog cakejes in huis had en niet zoveel eieren maakte ik met de helft van het recept custardvla. De volgende dag was ik bezig met het bladerdeeg (ik gebruikte 1 plak koelvers bladerdeeg van 270 gram) en vond het zoveel dat ik er 9 muffinvormpjes mee bekleedde. De hoeveelheid gemaakte custardvla ging hier precies in. Dus met de helft van het recept maakte ik 3/4 van de hoeveelheid pasteis de nata. Verder verminderde ik de hoeveelheid suiker en ze zijn nog steeds zoet genoeg naar mijn smaak. 


Pasteis de nata - custardgebakjes (foodblogswap)

(9 stuks)

  • 12 gram bloem
  • 2 eetlepels melk
  • 2 eidooiers
  • 125 milliliter slagroom
  • 60 gram suiker
  • 1 theelepels vanilleextract
  • 1/2 theelepel citroenrasp
  • 1 rol koelvers bladerdeeg (270 gram)
  • kaneel
Roer de bloem met de melk in een kom tot een klontvrij papje. Roer de eidooiers er goed door. 
Breng de slagroom tegen de kook aan. Giet de hete room bij het papje in de kom terwijl je met een garde roert. Meng de suiker, vanille en citroen erdoor. 
Doe het mengsel terug in de pan en verhit op middelhoog vuur terwijl je blijft roeren. Zorg dat je alle hoekjes van de pan meeneemt. Blijf roeren tot je een bubbel ziet komen. Doe dan het vuur uit en klop nog 1-2 minuten goed door. Het mengsel is nu een dikke vla geworden. Giet in een kom en laat afkoelen. 
Pak een muffinplaat met 12 holletjes en zet eventueel in 9 een siliconencakevormpje. Mijn muffinplaat heeft namelijk maar holletjes van zo'n 1,5 centimeter diep. 
Vouw het bladerdeeg over de korte kant dubbel en rol het dan vanaf de (dan) lange kant op. Verdeel de rol in 9 stukjes van zo'n 1,5-2 centimeter dik. Leg deze op hun zijkant zodat je een beetje een spiraal zet. Rol de stukjes plat tot rondjes waarmee je de muffinvormpjes kunt bekleden. 
Verwarm de oven voor op 200C. 
Verdeel de custard over de bladerdeegbakjes. Bestrooi met kaneel. Bak de pasteis de nata in 25-30 minuten goudbruin. Laat ze wel iets afkoelen voordat je ze eet, want anders brand je je mond aan de hete vla. 

zaterdag 14 mei 2016

Kwarktaart met perzik


Wel een zelfgebakken bodem voor deze kwarktaart, maar in de vulling gebruik ik een pakje saroma. Soms vind ik dat wel gemakkelijk omdat de kwarkvulling dan goed opstijft zonder dat ik gelatine hoef te weken en laten oplossen. Dan is zo'n pakje puddingpoeder iets sneller. 

Ik dacht eigenlijk dat ik al wel eerder een perzikkwarktaart geblogd had. Dat is toch wel de moeder der kwarktaarten. Tenminste als mijn moeder kwarktaart maakte, was dat vaak een kwarktaart met perzik. Dat bleek niet zo te zijn. Wel een peche melba kwarktaart met frambozen en perzik. Dat recept vind je hier. Toen vond mannetje Q de taart met perzik nog niet lekker, nu waren beide mannen erg enthousiast. 


Kwarktaart met perzik

(springvorm van 22 centimeter doorsnee)

  • 75 gram zachte boter
  • 75 gram suiker
  • 1 ei
  • 75 gram zelfrijzend bakmeel
  • 500 gram kwark
  • 1 pakje saroma vanille
  • 2 deciliter slagroom
  • 1 blik perziken (van 800 ml)
  • 1 theelepel maizena
Klem een stuk bakpapier tussen de bodem en de rand van de springvorm. 
Klop de boter met de suiker in een paar minuten tot een romig mengsel. Klop het ei erdoor. Meng het zelfrijzend bakmeel door het beslag. Verdeel het beslag over de bodem van de vorm en bak de cakebodem in ± 25 minuten op 175C gaar. Laat afkoelen. 
Doe de kwark en het poeder voor vanillepudding in een kom en klop door elkaar. Klop de slagroom in een aparte kom bijna stijf en klop dan door de vanillekwark. 
Laat de perziken uitlekken maar van de siroop op. Snijd 3 perziken in stukjes en meng deze door de vanillekwark. Verdeel de vulling over de cakebodem. 
Snijd de rest van de perziken in schijfjes. Verdeel ze over de taart. Breng ± 1 deciliter van de opgevangen siroop aan de kook. Roer in een kommetje de maizena los met een klein beetje van de siroop. Roer door de kokende siroop. Bestrijk de bovenkant van de schijfjes perzik het de gelei. Bewaar de taart in de koelkast. 

donderdag 19 maart 2015

Theekoekjes met vanille en rozengelei


Ik las laatst een interview met de algemeen directeur van Dille & Kamille. Daarin stond dat 1 van de 3 speerpunten van D&K is het levend houden van klassieke muziek. Nu heb ik helemaal niet zo'n klassieke muzieksmaak, maar dat vind ik wel altijd prettig van de D&K. Als je daar rondloopt kom je helemaal tot rust door de muziek die je daar hoort. Verder is het ook gewoon een leuke winkel om in rond te neuzen voor nog meer kookspulletjes. Laatst liep ik er weer even naar binnen en toen zag ik dat er een koekjesbakwedstrijd werd gehouden in het kader van hun 40-jarig bestaan. Mijn inzending bestond uit deze koekjes. Helaas heb ik er geen prijs mee gewonnen. Er was nog iemand die thee in haar koekjes had verwerkt, en die smaak zat er beter in. Om dan 2 theekoekjes een prijs te geven deed geen recht aan de grote variëteit van de inzendingen. Jammer maar de koekjes smaakten er niet minder lekker om.


Theekoekjes met vanille en rozengelei

(voor ± 12 koekjes)
  • 100 gram fijne kristalsuiker
  • 90 gram zachte boter
  • ½ theelepel vanille-rozenthee (dilmah)
  • 1 vanillestokje
  • ½ theelepel bakpoeder
  • snuf zout
  • 200 gram bloem
  • 50 gram (diepvries)frambozen
  • ± 4 eetlepels rozensiroop*)
  • 1 blaadje gelatine
Klop de boter en de suiker een paar minuten tot een romig mengsel.
Vijzel de thee nog wat fijner.
Schraap de zwarte zaadjes uit het vanillestokje.
Meng vanille en thee door het botersuikermengsel.
Zeef bakpoeder, zout en bloem hierboven en meng dat er snel door.
Doe het deeg in een plastic zakje en laat minimaal een uur rusten in de koelkast.
Zet een bakje met wat bloem klaar. Bestuif het aanrecht met een heel klein beetje bloem, en doe ook wat op de deegroller. Rol het deeg uit tot een lap van ± 5 mm dik. Steek met een bloemsteker koekjes uit het deeg, terwijl je af en toe de steker in de bloem dipt. Steek met een kleine ronde steker (of bijvoorbeeld een dopje van een fles) gaatjes uit de helft van de koekjes. Rol de afsnijdsels uit tot een nieuwe lap, steek nog meer koekjes uit, en ga zo door tot het deeg op is. Laat de koekjes nog een half uur koelen in de koelkast voordat je ze bakt.
Verwarm de oven voor op 180C. Bak de koekjes 10-12 minuten tot ze aan de randen lichtbruin worden. Laat de koekjes afkoelen op een rooster.

Week het blaadje gelatine ± 5 minuten in koud water. Verwarm de rozensiroop en los hier de uitgeknepen gelatine goed in op. Pureer de rozensiroop, frambozen en ±5 eetlepels water. Proef en voeg eventueel nog een klein beetje siroop of water toe. Laat afkoelen.

Besmeer elk heel koekje heel dun met wat gelei, leg er een koekje met een gat op, en vul de holte netjes op met nog wat gelei. Eet zo snel mogelijk, want de jam maakt de koekjes wel wat zachter.


*) rozensiroop is limonadesiroop met rozensmaak. Ik kocht het ooit bij de toko. Als je rozenwater gebruikt, heb je aan veel minder genoeg om een rozensmaak te krijgen. Begin met 1 theelepel. Je hebt dan ook wat suiker nodig, of gebruik een beetje frambozenlimonadesiroop.