De tweede keer maakte ik de taart met boerenmeisjes (abrikozen op brandewijn) erdoor. Daarvan het recept. Voor het origineel verwijs ik je door naar de blog van Antoinette.
Rijsttaart met boerenmeisjes (abrikozen in brandewijn)
- 1/2 liter melk
- 100 gram dessertrijst (of een rijst die je voor je risotto gebruikt)
- 20 + 90 gram boter
- snuf zout
- 200 gram suiker
- 1 theelepel bakpoeder
- 150 gram rijstmeel
- 1 theelepel citroenrasp
- 3 eieren, gesplitst
- 150 gram boerenmeisjes
Breng de melk met de rijst aan de kook. Zet het vuur laag en laat, terwijl je heel geregeld roert, de rijst in 15-20 minuten gaar en zacht koken. Roer 20 gram boter, een snuf zout en 1 theelepel suiker door de rijst. Laat afkoelen.
Klop 90 gram boter met 150 gram suiker tot een romig mengsel. Meng het rijstmeel, bakpoeder en theelepel citroenrasp erdoor. Doe dit heel voorzichtig, want het rijstmeel stuift nogal. Als het meel redelijk is opgenomen kun je wat harder kloppen.
Verwarm de oven (geen hetelucht) voor op 150C.
Klop de eiwitten in een brandschone kom stijf.
Meng het stijfgeklopte eiwit door het botersuikerrijstmeelmengsel.
Klop de eidooiers los met de rest van de suiker. Roer het dooiermengsel goed door de rijstepap.
Laat de abrikozen uitlekken en snijd ze daarna in reepjes. Meng deze door de rijstepap.
Laat de abrikozen uitlekken en snijd ze daarna in reepjes. Meng deze door de rijstepap.
Pak een vel bakpapier. Maak dat iets nat en verfrommel het dan voorzichtig. Vouw weer open en bekleed hiermee een springvorm van 20 centimeter doorsnee. Je legt het vel dus in de vorm, je klemt het niet tussen bodem en rand. Verdeel het beslag over de bodem en zijkanten van de vorm. Schep de rijst in de taart. Bak de taart in 90-100 minuten gaar. Als de bovenkant te donker wordt, kun je deze afdekken met bakpapier.
Lekker! Dankjewel Johanneke, saluti!
BeantwoordenVerwijderenJij bedankt voor het originele recept.
Verwijderen