
Stamppot met witlof en knolselderij
- 1 knolselderij (± 800 gram, vuil gewicht)
- 1 kilo aardappels
- 1 teentje knoflook
- 600 gram witlof
- 1 theelepel sambal
- 1 volle theelepel vadouvan
- eventueel scheutje melk
- 3 augurken, in kleine blokjes
- 1 appeltje, in blokjes
Schil de knolselderij, snijd in plakken van 1,5 centimeter dik en dan in blokjes.
Schil de aardappels en snijd in ongeveer even grote stukjes als de knolselderij.
Doe in een pan met water, roer even met je handen en giet het water af. Doe er zoveel schoon water bij dat de aardappels en knolselderij net onder staan. Voeg een theelepel zout toe en breng aan de kook. Zet het vuur lager en laat ± 15 minuten koken tot de groente gaar is. Giet af en stamp fijn met de sambal en vadouvan. Het hoeft geen supergladde puree te worden.
Terwijl de aardappels en knolselderij koken, snijd je de witlof. Was de witlof, snijd het kontje eraf, halveer in de lengte en snijd dan in dunne boogjes. Als het hele dikke stronkjes zijn, kun je ook de helften nog doormidden snijden zodat je kwartboogjes krijgt.
Zet de pan met gestampte aardappels op het vuur en roer er snel de witlofreepjes door. Zorg dat je ook over de bodem schraapt om te voorkomen dat de stamppot aanbrandt. Als het goed is, slinkt de witlof iets en het loslatende water zorgt ervoor dat de stamppot wat smeuïger wordt. Eventueel kun je er wat melk door roeren. Meng op het laatst de augurk- en appelblokjes door de stamppot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten