Erwtensoep

Vanochtend een witte wereld toen ik uit het raam keek. Gelukkig niet zoveel als vorig jaar. Tuurlijk is het prachtig, maar ook een beetje onpraktisch als je alles op de fiets doet. De erwtensoep had ik vorige weekend al gemaakt, maar nog niet gepost. Ideaal moment om het nu te doen. Er zijn vast veel mensen op zoek naar een recept voor erwtensoep (of snert), dus krijg ik hopelijk veel nieuwe lezers.

Mijn afwijking van het redelijk traditionele recept is dat ik er een lepel grove mosterd door roer, en op mijn bord nog een beetje extra.

Erwtensoep

(± 3 liter)

• 500 gram spliterwten
• 2 karbonades (± 300 gram)
• stukje zuurkoolspek (± 200 gram)
• zwarte peper
• 250 gram aardappel, geschild en in blokjes
• 1/2 knolselderij (± 400 gram), geschild en in blokjes
• 250 gram prei, in ringen
• grove mosterd
• zout
• 1 rookworst, in dunne plakjes

Doe de erwten in een zeef. Spoel af onder de kraan. Doe de erwten in een soeppan met 2,25 liter water, de karbonades, het spek en flink wat peper. Breng langzaam aan de kook. Schep het (beetje vies eruitziende) schuim dat bovenop komt drijven eraf met een schuimspaan. Kook de erwten een uur. Vis dan de karbonades en het spek eruit. Roer de erwten fijn. Doe de aardappel, knolselderij en prei in de soep. Breng weer aan de kook en laat nog een half uur koken tot de groente gaar is. Zet het vuur niet te hoog en roer af en toe over de bodem van de pan om te voorkomen dat de soep aanbrandt.

Haal ondertussen het vlees van het bot en snijd in kleine stukjes. Snijd ook het spek in stukjes. Doe, als de groenten gaar zijn, het vlees en de rookworst er bij. Breng de soep op smaak met zout, mosterd en misschien nog wat peper. 

Je kan de erwtensoep nu eten, maar het lekkerst is om de soep af te laten koelen (zet de pan gewoon buiten) en volgende dag te eten.