Walnootkaramelpeertaart
(springvorm 20 cm)- 300 gram fonceerdeeg *)
- 2 beschuiten
- 1 theelepel kaneel
- 2 peren
- 50 gram suiker
- 50 gram honing
- 50 gram boter
- 1,25 dl slagroom
- 100 gram walnoten (gepeld gewicht)
Leg op de bodem van de vorm (ik gebruikte een ovenschaal, omdat ik dan 2 taarten naast elkaar in de oven kan hebben) een velletje bakpapier. Vet de zijkanten in met wat zachte boter en bestuif met bloem.
Rol het deeg uit tot een dunne lap die iets groter is dan de vorm. Bekleed de vorm met het deeg. Leg een velletje bakpapier (of siliconenvel) op de deegbodem en hierop een steunvulling (bv overjarige gedroogd bonen). Bak de taart 20 minuten in een oven van 170C.
Maak ondertussen de karamelsaus. Doe hiervoor suiker, honing en boter in een pan met dikke (liefst anti-aanbaklaag) bodem. Ik gebruikte mijn gietijzeren koekenpan en dat werkte ook. Laat op middelmatig vuur gelijkmatig smelten en de suiker oplossen. Zet het vuur iets hoger en laat koken (roer af en toe) tot het mengsel bruingeler begint te worden. Doe dan de room erbij (kan spetteren) en laat al roerend 1 minuut nog flink borrelen. Doe de walnoten erbij en zet het vuur uit. Als het mengsel al behoorlijk bruin is geworden, zet de pan dan in een laag koud water. Door de hitte van de pan karameliseert de boel nog verder, en anders wordt het bitter.
Schil de peren, haal het klokhuis eruit en snijd in stukjes.
Schil de peren, haal het klokhuis eruit en snijd in stukjes.
Haal de voorgebakken bodem uit de oven en laat de oven aan. Verwijder de steunvulling. Verkruimel de beschuit over de bodem. Bestrooi met de kaneel. Leg hierop de stukjes peer. Verdeel de walnootkaramel erover. Bak de taart nog 15 minuten op 170C.
Laat de taart afkoelen en bewaar in de koelkast. Als de taart afkoelt, wordt de karamel ook stijver.
*) fonceerdeeg
(voor 3-4 porties)
- 250 gram zachte boter
- 250 gram witte basterdsuiker
- 1 theelepel zout
- 1 ei
- 2 eetlepels water
- 500 gram bloem
- 2 theelepels bakpoeder
Meng de boter, basterdsuiker, zout, ei en water in de keukenmachine. Meng daarna, met de kneedhaak, de bloem en het bakpoeder erdoor. Verdeel in 3-4 porties en laat het een paar uur rusten voordat je het gebruikt. De rest kun je invriezen.
Mijn grootvader zei altijd: als er allemaal lekkere dingen inzitten, kan het niet slecht zijn. En dat is hier wel het geval.
BeantwoordenVerwijderen