vrijdag 14 oktober 2016

Dropijs & chocoladeijs met kersen en salie


Toen het zo warm weer was in september haalde ik mijn ijsmachine weer eens tevoorschijn. Als eerste maakte ik dropijs. Eigenlijk was het perzikijs met dropsmaak. Die combinatie kwam doordat ik èn perziken had die een beetje hard waren èn heel graag mijn dropplant in een recept wilde gebruiken. Dat ijs was wel aardig, maar meer geschikt om granita van te maken die je dan als extra accent op een ander toetje doet. Manlief had ook zoiets van " kun je niet gewoon ijs maken, iets met chocolade, of je bitterkoekjesijs?" Soms helpt het om te zeuren, want ik maakte daarna mijn sorbetijs van chocoladedat echt naar chocolade smaakt. Ik geef het recept hier maar weer. De hoeveelheid suiker is inmiddels een stuk verminderd. Bij het ijs maakte ik warme kersen. Daar ging dan wel een blaadje ragfijn gesnipperde salie door. Toch nog even iets anders dan anders.


Chocoladesorbetijs met kersen en salie

  • 1/2 liter kokend water
  • 210 gram suiker
  • 85 gram cacao
  • 65 gram pure chocolade 
  • klein potje kersen op sap (360 milliliter)
  • beetje maizena
  • 2 blaadjes salie, ragfijn gesneden
Doe de suiker, cacao en chocolade in een hittebestendige kom. Giet er het kokende water over en roer tot je een glad mengsel hebt. Laat dit afkoelen tot kamertemperatuur. Roer af en toe. Zet dan een paar uur in de koelkast om goed koud te laten worden. Een nacht en een dag is ook prima, dus bereid dit mengsel eventueel de avond voor dat je het ijs wilt eten voor. 
Draai in een ijsmachine ijs van het koude chocolademengsel. Zet het daarna nog 2-3 uur in de vriezer om goed hard te laten worden. 

Doe voor de kersen met salie de kersen met het sap in een klein pannetje. Breng aan de kook. Roer de aangemaakte maizena door het kersennat om het te binden. Meng de salie erdoor. 

Geef de kersen warm bij het chocoladeijs. 

met op de achtergrond de dropplant

Dropijs

  • 400 gram perziken
  • 40 gram suiker
  • 20 gram glucosestroop
  • 2 deciliter water
  • 6 blaadjes dropplant
  • 1 eiwit, bijna stijf geklopt
Schil de perziken, snijd ze in schijfjes en doe ze in een pan. Doe suiker, glucosestroop en water erbij en breng aan de kook. Laat een paar minuten pruttelen. Als de perzik wat hard was (zoals bij mij het geval was) laat het dan zeker 10 minuten zacht koken. Zet het vuur uit en doe de blaadjes van de dropplant erbij. Laat een kwartier trekken en vis ze er dan uit. Pureer de perziken met het vocht tot een gladde puree. Laat afkoelen en daarna in de koelkast goed koud worden. 
Draai er in de ijsmachine ijs van. Als het mengsel halfhard is, meng er dan het eiwit door. Dat zorgt voor een iets luchtiger structuur. 


IJshoorntjes

Tot slot nog de leuke wafelhorentjes. Die maakte ik in mijn wafelijzer. Gekocht om stroopwafels mee te maken, maar je kunt er ook oubliewafels in maken. Er zit ook een hoorntjesvorm bij. Bij de 6e wafel had ik toch redelijk de slag te pakken. Het beslag maakte ik door 1 eiwit, 30 gram poedersuiker, 30 gram zachte boter en 20 gram bloem door elkaar te kloppen tot een redelijk vloeibaar beslag. Ik haalde er 6 wafels uit. Zodra je de wafel uit het apparaat haalt, moet je de wafel om de vorm rollen. In afgekoelde vorm behoudt de wafel zijn hoorntjesvorm. De hoorntjes waren lekker knapperig. Maar ook zo bros dat je het niet als ijshoorntje op de traditionele manier kunt gebruiken. De wafel is dan voordat je 3 happen ijs hebt genomen al helemaal zacht geworden. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten