(Aard)peersalade

Waarom een aardpeer een peer heet weet ik niet, want een aardpeer lijkt niet op een peer. Maar ja, lijken een aardappel en een appel dan wel op elkaar? In deze salade verving ik als het ware het woord appel in een huzarensalade door het woord peer. Tenminste, dat was de inspiratie voor dit lunchgerecht, maar je moet wel je best doen om er nog een huzarensalade in te herkennen.

(Aard)peersalade

(2 personen)

• 200 gram aardpeer
• eventueel wat citroensap
• 2 eetlepels hazelnoten 
• 1 peer
• 1 eetlepel crème fraîche
• 1 eetlepel hazelnootolie
• peper, zout

Schil de aardpeer. Snijd in kleine blokjes. Als je wilt dat de aardpeer mooi blank blijft, kun je de stukjes direct na het snijden in een bakje water met iets citroensap leggen.

Breng wat water met een snuf zout aan de kook. Kook de stukjes aardpeer ± 2 minuten tot het rauwe eraf is, maar ze nog wel knapperig zijn. Spoel af met koud water en laat uitlekken.

Rooster de hazelnoten in een droge koekenpan tot ze lichtbruin zijn. Laat afkoelen op een bord en hak ze daarna grof.

Schil de peer en snijd in net zulke kleine stukjes als de aardpeer. Bedruppel ook eventueel met citroensap.

Meng de crème fraîche, hazelnootolie en wat peper en zout tot een dressing. 

Schep de aardpeer en peer om met de dressing. Verdeel over 2 bakjes en bestrooi met de hazelnoten.