Appeltaart met amandelspijs
(springvorm met een doorsnee van 23 cm)- 300 gram zelfrijzend bakmeel
- 100 gram witte basterdsuiker
- 50 gram bruine basterdsuiker
- 180 gram boter, in blokjes
- 1 ei
- 1 tl kaneel
- 2 el custardpoeder
- 6 appels (normaal formaat)
- 2 tl citroenrasp uit een potje (= met suiker geconserveerd)
- 100 gram amandelspijs
- 2 el bloem
- 2 el kristalsuiker
- 25 gram boter, in kleine blokjes
- 2 el amandelschaafsel
Meng zelfrijzend bakmeel, basterdsuiker, boter, kaneel en ei in de keukenmachine tot een samenhangende deegbal. Bekleed hiermee de ingevette of met bakpapier beklede springvorm. Bestrooi de deegbodem met custardpoeder.
Schil de appels en snijd deze in dunne schijfjes. Vul de vorm met de appelschijfjes waarbij je de citroensrasp er in hele kleine beetjes over verdeelt. (of je schept de appelschijfjes in een aparte kom om met de citroenrasp)
Verwarm de oven voor op 180 C.
Verdeel de amandelspijs in brokjes over de appel.
Meng de bloem, kristalsuiker en boter tot kruimels. Meng het amandelschaafsel erdoor. Bestrooi hiermee de bovenkant van de taart.
Bak de taart in 35-45 minuten gaar en tot de bovenkant mooie goudbruine kruimels heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten